secundair logo knw 1

Wetsus heeft de financiering voor 2021 en 2022 rond. Het ministerie van Economische Zaken springt bij met een overbruggingsbijdrage. Voor de middellange termijn moet het onderzoeksinstituut in Leeuwarden op zoek naar aanvullende financiering. De kennisinstelling weet zich daarbij gesteund door een adviesrapport van experts die stellen dat het instituut een meerwaarde heeft voor de Nederlandse watertechnologiesector.

Johannes Boonstra 180 vk 2 Johannes Boonstra"We zijn grutsk”, zegt Wetsus-directeur Johannes Boonstra in een eerste reactie tegen de Leeuwarder Courant. De fierheid heeft niet alleen betrekking op het oordeel van de experts dat het onderzoeksinstituut in Leeuwarden toegevoegde waarde heeft voor de Nederlandse wetenschap en innovatiegemeenschap en een belangrijke rol speelt in de Nederlandse watertechnologiesector, maar ook op de aanbeveling van de commissie om de financiering van het instituut voor de langere termijn veilig te stellen. “Het rapport is een steun in de rug”, zegt Boonstra tegen H2O.

De financiële zorgen voor de korte termijn zijn voorbij. Het instituut stevende af op een financieringstekort vanaf 2021, omdat de jaarlijkse bijdrage uit de zogeheten Zuiderzeelijnmiddelen begin 2021 afloopt. Het gat bedroeg 2 miljoen euro. Dat wordt nu gedicht door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat een overbruggingsbijdrage van in totaal 3,8 miljoen euro heeft toegezegd voor 2021 en 2022. Daarnaast verhoogt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor dezelfde periode de bijdrage naar 2 miljoen euro per jaar.

Vertrouwen
De kredieten geven het instituut lucht en ruimte om voor de middellange termijn de financiering veilig te stellen. “Hoewel de financiering vanaf 2023 nog steeds een aantal uitdagingen met zich meebrengt, zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet”, schrijft het instituut op zijn website.

Dat vertrouwen is mede gestoeld op het adviesrapport van deskundigen die onder voorzitterschap van KNMI-directeur Gerard van der Steenhoven onderzochten hoe het watertechnologisch onderzoek in Nederland beter kan worden gestructureerd en hoe een ‘duurzame financiering’ van Wetsus bereikt kan worden. De zogenoemde expertgroep ging op verzoek van het ministerie van EZK aan de slag.

In hun analyse van de kennisinfrastructuur stellen de deskundigen vast dat de topsectoraanpak en de samenwerking van kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid in het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Watertech (TKI) heeft geleid tot meer innovatie en een sterkere watertechnologiesector. Maar er moet ook een schep bovenop, omdat maatschappelijke uitdagingen om een ‘thematische verbreding en focus op cross-sectorale en multidisciplinaire samenwerking’ vragen.

Stevige regierol
De samenwerking moet daarom worden geïntensiveerd. Om dat te bewerkstellingen moet ‘TKI Watertech’ een stevige regierol krijgen, aldus de expertgroep. Het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) wordt daarbij als voorbeeld genoemd. 

De conclusies en aanbevelingen van de deskundigen worden door staatssecretaris Mona Keijzer overgenomen, zo blijkt uit haar brief aan de Tweede Kamer.

De bevindingen van de commissie zijn een steun in de rug voor Wetsus. De deskundigen onderschrijven de vooraanstaande positie van Wetsus in het nationale en internationale watertechnologisch onderzoek en de meerwaarde van Wetsus voor de Nederlandse watertechnologiesector. Genoeg reden om het instituut financieel overeind te houden, wat ook blijkt uit de overbruggingsfinanciering die het ministerie van Economische Zaken en NWO beschikbaar stellen.

Maar ondanks deze financiële overbrugging, de aanbevelingen door de expertcommissie en de steun van de staatssecretaris is de financiering voor de langere termijn nog geen abc-tje. Reden is dat Wetsus met zijn 'open community voor bedrijven en onderzoeksinstituten’ een unieke opzet heeft en daar is binnen de Nederlandse kennisinfrastructuur geen geoormerkt geld voor. “Onze uniciteit zit ons tegen”, zei Boonstra vorig jaar tegen H2O.

Verschillende potjes
Het instituut moet voor de middellange termijn na 2022 op zoek naar aanvullende financiering uit verschillende potjes. De expertgroep ziet twee kansrijke opties: gelden die NWO en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar stellen voor ‘missiegedreven innovatiebeleid’ en een bijdrage uit het toekomstige EFRO-programma voor Noord-Nederland (2021-2027). Het laatste fonds wordt gevuld met Europees geld dat is bedoeld voor de ontwikkeling van infrastructuur van (minder ontwikkelde) regio’s.

Boonstra ziet met steun van Economische Zaken kansen om aanspraak te kunnen maken op EFRO-gelden, ook al zijn deze niet (primair) bedoeld voor ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek. “Het is een ingewikkelde route, kost veel tijd, maar de steun van EZ helpt wel.”

Voor de lange termijn ziet de expertgroep kansen dat Wetsus wordt opgenomen in het zogeheten institutenportfolio van NWO/KNAW. Het instituut voldoet in ieder geval aan de basisvoorwaarden en criteria, oordelen de deskundigen. Ze adviseren de instelling om het gesprek aan te gaan met NWO/KNAW, zodat ze in beeld zijn als besloten wordt nieuwe instituten op te nemen in het portfolio.

Dat zal gebeuren als blijkt dat wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen daar om vragen en thema’s onvoldoende worden afgedekt in het onderzoekportfolio. Wetsus zou dan een van de instituten zijn die invulling geven aan 'een witte vlek'. Boonstra over eventuele opname in het institutenportfolio: "Het zou enorm helpen om je positie uit te bouwen." 

 

EXPERTCOMMISSIE
De expertcommissie bestond naast voorzitter Gerard van der Steenhoven (KNMI) uit Pieter de Witte (NWO), Joke Cuperus (TKI Watertechnologie) Arthur Mol (Rector Magnificus WUR), Jasper Knoester (RUG) Henk Vasmel (RvT Wetsus) Wim Rulkens (Emeritus hoogleraar WUR), Willem Buijs (Hatenboer Water) en Michiel Sweers (EZK).
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.