Water is te goedkoop om echt te kunnen investeren in maatregelen voor een circulaire waterketen. Ook ontbreekt een gevoel van urgentie omdat het huidige systeem efficiënt werkt. Dat constateerden de deelnemers aan een door de waterschappen georganiseerde tafelsessie tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie. Zij kwamen ook met een oplossing: zorg voor een eerlijke prijs van water waarin de impact op milieu en klimaat is meegenomen. Volgens vicevoorzitter Sander Mager van de Unie van Waterschappen mogen waterschappen wel meer hun nek uitsteken bij circulaire oplossingen.
De conferentie werd afgelopen maandag gehouden, als aftrap van de Week van de Circulaire Economie die nog tot en met zaterdag duurt. In de tafelsessie stond het thema De waarde van water centraal.
“Wij willen er landelijk meer aandacht voor vragen dat ook water een belangrijke grondstof is voor de circulaire economie”, zegt organisator Bas Nanninga, beleidsadviseur circulaire economie bij de Unie van Waterschappen. “We vroegen de deelnemers waarom een circulaire waterketen nog niet van de grond komt. Een belangrijke reden is volgens hen dat water te goedkoop is en investeringen in maatregelen voor een nieuw systeem daardoor automatisch te duur zijn.”
Bij de sessie was een gemêleerd gezelschap vanuit overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen aanwezig, zowel vanuit de watersector als vanuit andere sectoren. Dat zorgde volgens Nanninga voor een levendige gedachtenuitwisseling. “Er deden zelfs twee Pakistaanse wetenschappers van een Noorse universiteit mee. De discussie werd ingeleid door zelfstandig adviseur Noor Ney die op het ogenblik voor de Unie bezig is met een visie op de waterketen en door Jenifer van Dijk van de Regenwateralliantie en het bedrijf Water Wall.”
Prijs geen reden om water te besparen
Behalve de lage prijs noemden de deelnemers nog een aantal andere belemmeringen voor een omslag naar een circulaire waterketen, zegt Nanninga. “Zij geven aan dat het huidige kapitaalintensieve systeem erg efficiënt werkt. Wij zijn heel goed in het verzamelen en zuiveren van afvalwater tegen lage kosten en hetzelfde geldt voor de productie en levering van drinkwater. Hierdoor is er geen gevoel van urgentie om het anders te doen, dus om water te besparen.”
Nog een belemmering is dat het streven naar circulariteit niet verplicht is vastgelegd in wet- en regelgeving. Daarom worden in de woningbouw niet standaard circulaire watermaatregelen genomen. “Een projectontwikkelaar zei: ‘Vertel me waaraan woningen moeten voldoen, dan ga ik het realiseren. Maar als het niet is geregeld dat een toilet moet worden doorgespoeld met regenwater, doe ik het ook niet.’ Daarop reageerde een wetgever met: ‘Ik kan zo’n maatregel wel voorschrijven, maar dan heb ik grote kans dat hiervoor weinig draagvlak is vanwege de hogere kosten of de complexiteit van de maatregel.’ ”
Kwartiermaker voor circulaire waterketen bepleit
Tijdens de tafelsessie is ook naar oplossingen gekeken. Als gedachtenoefening stelden de deelnemers quasi een kort advies op aan staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat die circulaire economie in haar takenpakket heeft. Zij vinden vooral het geven van een eerlijke prijs aan water belangrijk, in combinatie met aanpassing van bouwvoorschriften.
Nanninga licht toe: “De deelnemers vinden dat in de prijs de milieu- en klimaatkosten moeten zijn opgenomen, zodat het beter loont om te investeren in circulaire maatregelen. De opvang van regenwater en het hergebruik van rioolwater moeten de nieuwe standaard worden. We moeten dan ook af van regels die deze transitie tegenhouden, zoals de huidige behandeling van regenwater als afvalwater. Om hiermee vaart te maken, zou er een kwartiermaker voor de circulaire waterketen moeten worden aangesteld.”
Volgens Nanninga komt er wel steeds meer aandacht voor het probleem, zoals blijkt uit de brief over het principe ‘water en bodem sturend’ die minister Harbers en staatssecretaris Heijnen in november aan de Tweede Kamer zonden. “Zij noemen onder meer het idee om voorschriften over water op te nemen in bouwconvenanten. Maar om echt tot een eerlijke prijs van water te gaan, zal dat eerst landelijk goed op de kaart moeten komen te staan. De vraag is dan: wie kan en wil de ‘ijsbreker’ zijn?”
Mismatch tussen doelen en beleid inzake circulaire economie
De Nederlandse regering heeft op zich flinke ambities bij circulariteit. Voorlopig is er echter een mismatch tussen doelen en beleid, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vast in de eind januari uitgekomen Integrale Circulaire Economie Rapportage 2023. De afgelopen jaren is er nauwelijks vooruitgang geboekt bij het realiseren van een volledig circulaire economie in 2050 en een halvering van het abiotisch (niet levend) grondstoffengebruik in 2030. Het gebruik van de meeste grondstoffen daalde niet.
Daarom is volgens het PBL meer verplichtend beleid nodig. Ook is het cruciaal om producten al in de ontwerpfase zo vorm te geven dat hoogwaardige recycling, langduriger gebruik en minder inzet van nieuwe grondstoffen mogelijk zijn.
Het algemene beeld komt overeen met dat van de circulaire waterketen, reageert Nanninga. Hij refereert aan het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE) dat staatssecretaris Heijnen afgelopen vrijdag aan de Kamer heeft gestuurd. “Laat ik voorop stellen: het NPCE is voor het grootste deel echt een goed verhaal. Maar de vraag is of wat we nu doen, voldoende is voor een omslag naar een circulaire economie. Ik ben bang dat het op de huidige manier niet gaat lukken.”
Nanninga noemt de financiële kant. “Voor maatregelen is 60 miljoen euro gereserveerd, terwijl het bij het klimaatakkoord om miljarden gaat. Ook is het rapport te lief. Het gaat vooral over stimuleren en ondersteunen en er wordt niet veel voorgeschreven. Bij de circulaire economie gebeurt dus eigenlijk hetzelfde als specifiek bij de circulaire waterketen.”
SANDER MAGER: ‘WATERSCHAPPEN MOETEN NIET ALLEEN BINNEN HUN EIGEN MOGELIJKHEDEN DENKEN’
“Ik vind het goed dat er echt een gesprek was over hoe we water veel meer als grondstof gaan zien in plaats van als afvalstof.” Dat zegt Sander Mager, vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen en dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht, over de tafelsessie tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie. Hij kon er zelf niet bij zijn vanwege een drukke agenda – “We beginnen ons warm te lopen voor de campagne van de waterschapsverkiezingen” – maar was wel betrokken bij de voorbereiding.
Het hele systeem van de waterschappen is volgens Mager nu nog ingericht op water als afvalstof. “Maar misschien is dat snel aan het veranderen.” Hij noemt als voorbeeld het onderzoek dat zijn eigen waterschap samen met de gemeente Amsterdam uitvoert naar de mogelijkheid om het effluent van rioolwaterzuivering Amsterdam-West te gebruiken voor industriewater in het westelijk havengebied. “Ik denk dat zulke circulaire maatregelen de toekomst vormen, maar ik zie ook dat er nog veel belemmeringen zijn. Zo gaat het wel om infrastructuur die lang meegaat, zoals ook tijdens de sessie werd opgemerkt. Daarbij kun je niet snel een verandering doorvoeren. En zo’n verandering kost ook veel geld.”
Drempel voor water niet verhogen
De deelnemers aan de sessie komen met de aanbeveling voor een eerlijke prijs van water waarbij de impact op milieu en klimaat is meegerekend. Mager gaat daarin niet helemaal mee. “We moeten zeker met meer urgentie het gesprek over de waarde van water aangaan, want er zijn op het ogenblik te weinig ‘incentives’ voor een zuinige omgang met water. Water is echter ook van levensbelang als eerste levensbehoefte. We moeten ervoor zorgen dat we de drempel niet verhogen. Dat is het spanningsveld waarin de waterschappen en drinkwaterbedrijven opereren.”
Mager is van mening dat waterschappen wel meer hun nek mogen uitsteken bij circulaire oplossingen. Zij zouden vaker moeten aangeven waar ze tegen de grenzen van hun systeem aanlopen en vervolgens met ideeën moeten komen hoe het anders kan. “De waterschappen doen momenteel in verband met de circulaire economie mee aan allerlei leuke projecten. Maar het zijn speldenprikjes, terwijl de economie nog overwegend lineair is ingericht.”
Daarmee gaan de waterschappen er niet komen, zegt Mager. “We moeten kijken naar wat ons in het huidige systeem tegenhoudt om meer circulair te worden en dat zal niet zonder pijn gaan. Wij hebben het systeem nu zo ingericht omdat we het prettig vinden. Het veranderen gaat hoe dan ook pijn doen, misschien financieel, misschien mentaal of misschien omdat we belangen anders gaan wegen.”
Meer samenwerking met andere sectoren nodig
Welke stappen moeten waterschappen en andere partijen nog echt zetten richting een circulaire waterketen? “Ons eigen houvast is de visie op de circulaire waterschappen die we hebben opgesteld.” Hij zet als Unie-bestuurder in op de krachtenbundeling van waterschappen. “Dat helpt om projecten op te schalen. Met en van elkaar leren is hierbij cruciaal.”
Een belangrijk onderwerp is het terugwinnen van grondstoffen. Daarbij hebben waterschappen volgens Mager al het nodige bereikt. “Denk bijvoorbeeld aan een mooie innovatie als Kaumera. Ook zit er een grote kans bij water als grondstof, ingegeven door droge zomers en vraagstukken rondom een tekort aan drinkwater.”
Het is van groot belang dat waterschappen niet alleen binnen hun eigen mogelijkheden blijven denken, vindt Mager. Want dan gaan zij veel kansen missen. “Bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht zijn we daarom nu betrokken bij een project voor circulair textiel. Daaraan zit wel degelijk een wateraspect, omdat zowel het produceren als het schoonhouden van textiel veel water vraagt. Waterschappen moeten veel meer ook op andere plekken hun invloed uitoefenen en meedenken. Dit gebeurt nog mondjesmaat.”
LEES OOK
H2O Actueel: Waterschappen produceren circulair biertje als statement
H2O Vakartikel: Schoon, zoet water in een circulaire waterketen
Dat was het begin van meerdere projecten in Dordrecht. Onlangs zijn nog populieren van zo,n 125 jaar oud gesnoeid om duurzaam te behouden die langs het riviertje het Wantij staan. De eerder voorgenomen kap van vele andere, 80 jaar oude bomen, werd voorkomen. Vorig jaar werd een artikel geplaatst in Trouw waarop reacties zijn gekomen uit meerdere steden.
Inmiddels zijn bewoners uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zich in gaan zetten voor behoud populieren in hun omgeving. Op het blog https://blog.hetwantij.com/ vindt u meer via zoekfunctie "populieren".
Het blog wordt binnenkort geactualiseerd met de nieuwe informatie en rapporten. Graag zien we dat ook deze populieren langs de Maas een kans krijgen duurzaam oud te worden!
Secretaris Cor Goosen