De verhoogde stikstofgebruiksnormen bij derogatie in de landbouwsector hebben volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Wageningen Economic Research geen negatieve effecten op de waterkwaliteit. Zij trekken deze conclusie op basis van monitoringsresultaten in 2017 en de trend vanaf 2006. De impact van de extreem droge zomer van 2018 is hierin nog niet meegenomen.
Nederlandse agrarische bedrijven die voldoen aan bepaalde randvoorwaarden (onder meer dat minstens 80 procent van het areaal uit grasland bestaat), mogen meer dierlijke mest op hun land gebruiken dan in de Europese Nitraatrichtlijn is opgenomen. De Europese Unie staat deze verruiming, derogatie genoemd, toe mits de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater niet verslechtert. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Economic Research houden in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid jaarlijks bij wat de gevolgen van derogatie zijn voor bedrijfsvoering en waterkwaliteit.
Zij zijn verantwoordelijk voor het Landelijk Meetnet Effecten Mestbeleid, waaraan driehonderd derogatiebedrijven meedoen. Een deze week verschenen rapport werpt licht op de situatie in 2017 en de trend sinds 2006. Het RIVM en Wageningen Economic Research concluderen op basis van de monitoringsresultaten dat de verruiming van de stikstofgebruiksnormen geen negatieve effecten heeft op de waterkwaliteit.
Stikstof efficiënter gebruikt
Het standaardmaximum in de Nitraatrichtlijn is 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare. Bij derogatie ligt dit hoger: maximaal 230 of 250 kilogram, afhankelijk van bodemsoort en regio. Uit het onderzoek van het RIVM en Wageningen Economic Research blijkt dat in 2017 derogatiebedrijven gemiddeld 245 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare gebruiken.
Het zogeheten stikstofbodemoverschot is sinds 2006 met 20 procent gedaald. Dit houdt in dat stikstof efficiënter wordt gebruikt. De onderzoekers wijzen op verbeteringen in de bedrijfsvoering in de afgelopen jaren, waardoor meer stikstof uit mest benut wordt voor de productie van gewassen. Het gevolg is dat minder nitraat met regenwater kan wegzakken naar diepere lagen in de bodem en daarmee kan terechtkomen in het grondwater.
Onder Europese norm
Volgens de onderzoekers is hierdoor bij derogatiebedrijven sinds 2006 minder (in de klei- en de veenregio) of evenveel (in de löss- en de zandregio) nitraat terechtgekomen in het grondwater. De gemiddelde nitraatconcentratie van derogatiebedrijven ligt sedert 2015 in alle regio’s onder de Europese norm van 50 milligram per liter. Weliswaar worden bij sommige derogatiebedrijven nog overschrijdingen geconstateerd, maar gemiddeld voldoen steeds meer bedrijven aan deze norm.
De onderzoekers wijzen erop dat in regio’s met drogere gronden nitraat in mindere mate in de bodem wordt afgebroken en daardoor meer kan wegzakken naar het grondwater. Dat verklaart dat de hoogste nitraatconcentraties in 2017 zijn aangetroffen in de lössregio (38 milligram per liter) en in het zuidelijke en oostelijke deel van de zandregio (31 milligram per liter). De nitraatconcentraties in de klei- en veenregio zijn aanzienlijk lager: respectievelijk 15 milligram en 6 milligram per liter.
Invloed van droge zomer
Zullen het RIVM en Wageningen Economic Research over een jaar ook nog tot de conclusie komen dat derogatie geen negatieve effecten heeft op de waterkwaliteit, wanneer zij de monitoringsresultaten over 2018 publiceren? Al twee jaar geleden sloegen drinkwaterbedrijven alarm over hogere doses nitraat in grondwater dan wettelijk toegestaan. Dat geldt vooral voor de zandgronden in Noord-Brabant en Gelderland. De extreem droge zomer van 2018 lijkt hier de situatie te hebben verergerd, omdat bij droogte meststoffen slechter worden opgenomen door gewassen.
Het RIVM publiceerde dit voorjaar de resultaten van metingen bij een aantal melkveebedrijven die meedoen aan het project Koeien & Kansen. Bij de bedrijven op de zandgronden in het zuiden en oosten is voor het eerst in tien jaar de gemiddelde nitraatconcentratie in het grondwater gestegen tot boven 50 milligram per liter. In 2017 was juist nog het beste gemiddelde resultaat behaald. Wageningen University & Research die het project begeleidt, vindt het nog te vroeg voor echte conclusies. De meetresultaten over 2019 moeten uitsluitsel geven of het gaat om een trend of een incident.
Intensievere aanpak in Noord-Brabant
De provincie Noord-Brabant en drinkwaterbedrijf Brabant Water hebben in samenwerking met de zuidelijke landbouworganisatie ZLTO al actie ondernomen. In de acht meest kwetsbare grondwaterwingebieden in de provincie is de aanpak voor vermindering van de nitraatspoeling geïntensiveerd. Hierbij is nadrukkelijk gekozen voor maatwerk. Boeren krijgen specialisten aan de keukentafel die hen helpen om meststoffen efficiënter te gebruiken.
MEER INFORMATIE
Bericht van RIVM
Rapport n.a.v. monitoring 2017
Bericht over situatie op zandgronden
Editorial in augustusnummer H2O