Voor een onaangekondigde grote lozing van vervuild rioolwater hebben waterschappen geen standaardprodecure. Elke situatie is anders en vraagt om slimme ad hoc maatregelen, aldus Michaël Bentvelsen van de Unie van Waterschappen.
De beleidsmedewerker waterkwaliteit zegt dat naar aanleiding van wat op donderdag 17 augustus is gebeurd bij de biologische rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aarle-Rixtel. Waterschap Aa en Maas moest toen de rwzi een paar uur stilleggen, omdat een zeer grote hoeveelheid met ammonium vervuild afvalwater op het riool werd geloosd. De oorzaak was een lek bij mestbewerkingsbedrijf Den Ouden. Volgens het waterschap is er in één dag geloosd, wat normaal in duizend dagen op de zuivering terechtkomt. Om de schade aan de biologische zuivering te herstellen zijn nieuwe bacterieën uit andere zuiveringsinstallaties naar Aarle-Rixtel gebracht. De laatste stand van zaken: de rwzi herstelt zich langzaam maar werkt nog niet naar behoren, aldus het waterschap.
“Zo’n grote lozing is tamelijk uitzonderlijk”, zegt Bentvelsen. “We houden bij de Unie van Waterschappen geen lijst bij, maar ik kan me dit jaar alleen een verstoring van de rwzi van Baarle-Nassau door een illegale drugslozing herinneren. Het helpt dat bedrijven steeds beter weten wat ze wel en niet mogen lozen.”
Alle waterschappen hebben een calamiteitenplan met procedurele regels. Zo’n plan is volgens Bentvelsen vrij algemeen. “Er is geen standaardrecept voor een calamiteit, want elke situatie is anders. Je zult ad hoc maatregelen moeten nemen. Dat vereist creativiteit en improvisatievermogen van de beheerder en watertechnoloog. Bij een plotselinge vervuiling kun je bijvoorbeeld de aanvoergemalen even stilzetten en schoon slib van buiten aanvoeren.”
Bij een niet aangekondigde grote lozing van een bedrijf gaan direct de alarmbellen af, vervolgt Bentvelsen. “In de controlekamer wordt online een aantal parameters bijgehouden. Zo hebben bijna alle installaties een ammoniummeter. Dan wordt meteen actie ondernomen als te veel ammonium in het rioolwater zit.”
Volgens Bentvelsen is het buiten het bedrijf stellen van een rioolwaterzuiveringsinstallatie voor een paar uur doorgaans wel te doen. “Bij droog weer zit in het rioolstelsel aardig wat buffercapaciteit. Maar als je de installatie een dag of langer stil moet leggen, heb je echt een probleem.”
Bentvelsen wijst nog op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die in 2010 in werking is getreden. “Vroeger konden waterschappen zelf illegale lozingen controleren. Maar de verantwoordelijkheid voor vergunningverlening en toezicht ligt tegenwoordig bij de gemeente of, als het gaat om heel grote bedrijven, bij de provincie. De meeste gemeenten delegeren deze taken aan een omgevingsdienst. Het is een doorn in het oog van waterschappen dat zij nu minder grip hebben op de situatie.”
Informatie over de gebeurtenissen bij rwzi Aarle-Rixtel:
Bericht waterschap over stilleggen van installatie