Het grondwater in Groningen stijgt soms verscheidene meters na een aardbeving. Die conclusie trekt onafhankelijk geoloog Peter van der Gaag na onderzoek bij diverse boeren.
In landen waar regelmatig aardbevingen voorkomen, is het algemeen bekend, zegt Van der Gaag: door de trilling van de grond tijdens een aardbeving wordt grondwater omhoog gestuwd. In Groningen deed hij onder meer onderzoek bij een boer die constateerde dat de mest in zijn mestkelder veel dunner was geworden. "Ik heb direct naast die mestkelder geboord naar grondwater en ontdekte al 1 meter onder het maaiveld zout water onder hoge druk. Het zoutgehalte van dat water was zo hoog, dat het van acht meter diepte afkomstig moet zijn."
Bij het bouwen van de mestkelder in 2009 groef de boer de grond drie meter diep uit zonder water tegen te komen. De problemen begonnen na een relatief forse aardbeving bij het dorp Huizinge in 2012. Op een andere plek bleek dat het zoutgehalte in de ondiepe grond na diezelfde beving was verdubbeld.
Vooral boeren worden getroffen door het hogere grondwaterpeil, zegt Van der Gaag. Hun mestkelders raken eerder vol. De mest moet dus vaker uitgereden worden en dat kost geld. "Bovendien: de verzilting van de Groningse grond ís al behoorlijk. We moeten uitkijken dat dat niet nog harder doorgaat."
In principe zakt het grondwater uit zichzelf weer, maar dat kan verscheidene maanden duren. Van der Gaag weet van een onderzoek in Taiwan waar het grondwaterpeil na een aardbeving 6,5 meter steeg en twee maanden na de beving nog steeds 3,5 meter hoger stond dan voorheen. "Je zou kunnen zeggen: wacht maar gewoon af", zegt Van der Gaag, "maar dan moet je er wel zeker van zijn dat er in de tussentijd geen zware bevingen plaatsvinden. En dat is natuurlijk allerminst zeker."