secundair logo knw 1

Het Pannerdensch Kanaal, ‘kraan van Nederland’ I foto: HKT

Nederland kan in 2027 worden afgerekend op meer dan 100.000 doelen op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Daaraan kan worden voldaan maar de opgave is complex en in de uitvoering zijn er nog stevige hobbels, schrijft minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. Bij ongeveer 30 procent van de KRW-maatregelen voor de planperiode 2022-2027 kunnen belangrijke risico’s een tijdige realisatie in de weg staan.

De reden voor de gisteren (11 april) gestuurde brief is een motie die Tweede Kamerlid Fahid Minhas (VVD) in december 2022 indiende. Hierin vraagt hij om voor het tweede kwartaal van 2023 aan te geven welke specifieke risico’s er per regio zijn voor het niet halen van KRW-doelen in 2027. De Tweede Kamer nam deze motie vrijwel unaniem aan; alleen Forum voor Democratie stemde tegen.

Goede waterkwaliteit bepaald door veel parameters
De Kaderrichtlijn Water is gericht op het bereiken en beschermen van een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater en een goede chemische en kwantitatieve toestand van het grondwater. Dit wordt bepaald door veel parameters, aldus minister Harbers. “Het geven van een gedetailleerd beeld van het totale KRW-doelbereik is complex, gezien het grote aantal doelen en 
waterlichamen.”

Mark HarbersMark Harbers
(foto: Valerie Kuypers)

Er zijn 745 oppervlaktewaterlichamen met per waterlichaam zo’n 140 doelen voor onder andere stoffen, biologie en nutriënten. Verder hebben 23 grondwaterlichamen ieder circa 12 doelen. “Dit komt erop neer dat er in Nederland op grond van de KRW in totaal meer dan 100.000 doelen zijn waarop we kunnen worden afgerekend. Het is daarmee lastig uitvoerbaar om per gebied aan te geven voor precies welke doelen een risico bestaat dat ze niet tijdig gehaald worden.”

In de brief van Harbers ontbreekt dan ook een overzicht van de specifieke risico’s per regio, waarom Minhas in zijn motie had verzocht. De bewindsman verwijst naar de stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) voor de Rijn, Maas, Schelde en Eems, waarin de huidige toestand van de waterkwaliteit wordt beschreven en prognoses staan voor het halen van de KRW-doelen in 2027. Ook zijn in de SBGP’s verwijzingen opgenomen naar de door de waterbeheerders opgestelde KRW-factsheets. Deze documenten bevatten alle beoordelingen per waterlichaam.

De grootste probleemstoffen zijn in algemene zin nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, een aantal metalen en enkele Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s). Ook gaat het volgens de minister om het natuurlijker maken van de inrichting van wateren voor de ecologie. De opkomst van invasieve soorten zoals exotische rivierkreeften vraagt aandacht, vanwege de grote impact op het ecosysteem. Verder is sprake van historische belasting met persistente, alomtegenwoordige stoffen en met verontreiniging die uit beken en rivieren vanuit bovenstroomse landen afkomstig is.

Eerste beeld van gezamenlijk dashboard
De waterbeheerders willen met een gezamenlijk overzicht in de vorm van een dashboard meer grip krijgen op de uitvoering van KRW-maatregelen. Zij werken op het ogenblik hieraan. Het dashboard zal medio dit jaar gereed zijn.

Harbers geeft alvast een eerste beeld. Voor ongeveer 30 procent van de – zeer diverse – maatregelen voor de planperiode 2022-2027 wordt ingeschat dat belangrijke risico’s mogelijk een tijdige realisatie in de weg kunnen staan. Dit blijkt uit de risico-inventarisatie bij de waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat.

Andere constateringen zijn:

  • Het grootste deel van de KRW-relevante maatregelen onder het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn verloopt volgens planning. Enkele maatregelen lopen het risico op niet tijdige realisatie, zoals de aanpak van beekdalen, de aanpak in grondwaterbeschermingsgebieden en het oppakken van de restopgaven voor de KRW die mee moeten lopen in de provinciale gebiedsprogramma’s.
  • De maatregelen voor medicijnresten verlopen volgens planning.
  • Bij het actualiseren van de lozingsvergunningen voor opkomende stoffen is de complexiteit van maatregelen in de aanpak van indirecte lozingen een mogelijk risico voor tijdige realisatie.
  • De geldende beperkingen vanuit stikstof of PFAS kunnen ook een belemmering vormen voor de tijdige uitvoering van maatregelen.

Op dit moment zijn de opgaven over het algemeen groot in gebieden met veel agrarische activiteit, aldus de minister. “Het betreft dan onder andere de resterende opgave met betrekking tot nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Het is spannend of de benodigde maatregelen tijdig genomen kunnen worden in specifieke gebieden, wat belangrijk is als basis van de motivering van de uitzonderingen die de KRW toestaat. In die gebieden zijn er risico’s voor alle activiteiten, niet alleen voor agrarische activiteiten.”

Daarnaast zijn er enkele chemische hotspots in Zeeland en bij Rotterdam en Amsterdam, vanwege de aanwezige industrie. Hier zijn er potentiële problemen voor de toekomstige lozing van stoffen.

Voldoen aan KRW-doelen in 2027 mogelijk
Minister Harbers herhaalt in zijn Kamerbrief de boodschap die hij had bij het Kameroverleg van 27 maart over ‘water en bodem sturend’. “Als alle afgesproken maatregelen tijdig worden uitgevoerd, als de transitie in het landelijk gebied en de overige aanvullende maatregelen tijdig gerealiseerd worden, en als we in staat zijn afwijkingen te motiveren binnen de ruimte die de KRW biedt, kan Nederland naar verwachting in 2027 aan de KRW voldoen.” Tegelijk benadrukt hij dat dit een complexe opgave is met nog stevige hobbels in de uitvoering.

Tijdens het Kameroverleg kondigde de minister daarom een extra KRW-impulsprogramma aan. Bij dit gezamenlijke initiatief van Rijk en regio draait het om het versterken van de uitvoering van verbeteracties voor de waterkwaliteit en het wegnemen van belemmeringen.“De kern is dat we als waterbeheerders vooral de afgesproken maatregelen tijdig moeten uitvoeren en doen wat is afgesproken. Het gaat om zowel ruimtelijke maatregelen als om maatregelen ten aanzien van stoffen.”

Bij stoffen speelt vooral de belasting vanuit de industrie, de rioolwaterzuivering en de landbouw (nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen), schrijft Harbers. “Daarbij moeten we naar de hele keten kijken: van productie tot zuivering, inclusief vergunningverlening, toezicht en handhaving.” De komende maanden wordt het impulsprogramma voor de Kaderrichtlijn Water uitgewerkt. 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.