De schoonmaakactie van de Berkel in 2018 na een persleidingbreuk leidt tot Kamervragen. Laura Bromet (GroenLinks) en Cem Laçin (SP) willen van de bewindslieden op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat weten of ze het er mee eens zijn dat het waterschap Rijn en IJssel het merendeel van de schoonmaakkosten voor zijn rekening heeft genomen, terwijl proceswater van zuivelproducent FrieslandCampina de oorzaak was van de vervuiling van de rivier.
De Kamerleden reageren op berichten in de regionale krant De Gelderlander. Het dagblad meldde dat waterschap Rijn en IJssel ruim twee derde heeft betaald van de kosten die zijn gemaakt om schade in de rivier te herstellen. Die ontstond in november 2018 na een breuk in de persleiding bij Lochem.
Schadelijke gevolgen
Door de breuk stroomde dagenlang troebel proceswater met melkeiwitten en reinigingsmiddelen van FrieslandCampina in de rivier, met schadelijke gevolgen voor het waterleven. Duizenden vissen en waterdiertjes stierven door zuurstofgebrek. Met een set aan maatregelen probeerde het waterschap de impact van de vervuiling op het watersysteem te beperken.
Het dichten van het lek had de nodige voeten in aarde, omdat de leiding was gebroken in een moeilijk toegankelijk gebied en vier meter diep lag. Pas na anderhalf week was de persleiding hersteld en kon deze weer in gebruik worden genomen.
De totale herstelkosten bedroegen 880.000 euro. Het waterschap nam daarvan 615.000 euro voor zijn rekening, aldus De Gelderlander, waarvan de onderzoeksredactie in samenwerking met het onderzoeksplatform Investico inzicht kreeg in de cijfers nadat ze een beroep had gedaan op de Wet Openbaarheid van Bestuur.
Volgens de berichtgeving viel de rekening voor het waterschap nog hoger uit omdat Rijn en IJssel ook de helft van de kosten op zich nam die gemaakt moesten worden om herhaling te voorkomen. “Bij elkaar betaalde het waterschap zo'n 1,2 miljoen euro”, aldus de krant, die schrijft over ‘een deal die geheim moest blijven’.
Vervuiler betaalt
De Kamerleden Bromet en Laçin vragen nu aan respectievelijk minister Cora van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Stientje van Veldhoven om een reactie op de berichtgeving. Bromet wil onder meer van de minister weten of ze het er mee eens is dat FrieslandCampina volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ het grootste deel van de schade had moeten betalen.
Ook vraagt ze in hoeverre In ‘de agrarische belangen in het waterschap, onder andere vertegenwoordigd middels geborgde zetels, een rol hebben gespeeld bij de beslissing om FrieslandCampina te ontzien in deze kosten’. Laçin vraagt eveneens naar de invloed van de geborgde zetels in deze affaire en wil voorts van de staatssecretaris weten of ze kan aangeven wat in deze kwesties de rol en betrokkenheid is van de omgevingsdiensten en de provincies en waarom er in dit geval geen aangifte is gedaan van een milieudelict.
Verantwoordelijk
Het waterschap heeft een verklaring voor het grote aandeel in de schoonmaakkosten, blijkens de reactie aan de krant op 12 februari. Daarin stelt Rijn en IJssel dat de persleiding van het waterschap is. "En daarmee is het waterschap verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de persleiding, inclusief de risico's die erbij horen."
In december 2019 sprak directeur Rudi Gerard van Rijn en IJssel in een gesprek met Omroep Gelderland over gedeelde verantwoordelijkheid inzake de vervuiling van de Berkel. “Hier hebben alle partijen een aandeel in gehad, dus er is niet één schuldige aan te wijzen. De aannemer heeft de leiding aangelegd, wij controleren en zijn verantwoordelijk voor de druk en FrieslandCampina gaat over de zuurgraad van het afvalwater.”
Goede banden
De regionale krant suggereert nog een andere reden waarom Rijn en IJssel het grootste deel van de kosten op zich heeft genomen: behoud van de goede relatie met FrieslandCampina. Daarbij wordt verwezen naar het Kaumera-project in Zutphen, waar Rijn en IJssel uit proceswater van de zuivelproducent de grondstof Kaumera wint.
De krant sprak met algemeen bestuurder Jan Tiggeloven (Vrienden van de Berkel) van Rijn en IJssel die zegt dat het waterschap belang heeft bij een goede verstandhouding met FrieslandCampina, 'een belangrijke en gewaardeerde partner'. Een uitspraak op persoonlijke titel en niet namens het waterschap, aldus een reactie van het dagelijks bestuur van Rijn en IJssel in de regionale krant.
OOK PROBLEMEN IN BEDUM
Proceswater van FrieslandCampina zorgde vorige week in het Groningse Bedum ook voor problemen. Restwater uit een buffertank van de melkverwerker stroomde in sloten, na een computerstoring in de aansturing van het zuiveringsproces. Het restwater, in totaal zo'n 1 miljoen liter, is teruggepompt naar de zuivering van het bedrijf. Waterschap Noorderzijlvest is maandag begonnen met het doorspoelen van de vervuilde sloten.