Het KNMI moet waterschappen, veiligheidsregio’s en burgers eerder en gerichter informeren bij weersextremen, zodat zij zich beter kunnen voorbereiden. Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil de wettelijke regeling voor het takenpakket van het weerinstituut daartoe aanpassen. Tot eind deze maand kan iedereen op zijn voorstel reageren.
Door het veranderende klimaat komen extreme weersomstandigheden steeds vaker voor. Het KNMI geeft daarvoor waarschuwingen af, maar wordt daarbij in de praktijk te veel belemmerd door regels, zo blijkt uit een evaluatie. Veiligheidsdiensten en waterschappen mogen bijvoorbeeld niet proactief geïnformeerd worden, maar pas als zij daar zelf naar vragen.
"En een weerwaarschuwing voor code rood mag momenteel niet eerder dan 24 uur van tevoren worden uitgevaardigd, terwijl wij extreem weer steeds eerder kunnen zien aankomen", zegt woordvoerder Charlotte Fijnaut van het KNMI. "Onze nieuwe werkwijze in het Early Warning Center is er juist op gericht om zo vroeg mogelijk te waarschuwen."
Het KNMI heeft een aantal verplichte publieke taken, zoals het opstellen van een algemeen weerbericht, waarschuwingen aan de samenleving bij extreem weer en dienstverlening op het gebied van luchtvaartmeteorologie. Die zijn vastgelegd in de Wet taken meteorologie en seismologie (Wtms) en verder uitgewerkt in de Regeling taken meteorologie en seismologie (Rtms).
Naar aanleiding van de evaluatie heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deze Rtms op een aantal punten gewijzigd. Via een zogeheten internetconsultatie kan iedereen hier tot 31 januari op reageren.
Radarbeelden
De wijzigingen moeten het onder andere mogelijk maken dat het KNMI zelf bestuursorganen, zoals de waterschappen en de veiligheidsregio’s, kan waarschuwen als er extreem weer op komst is. Ook als er geen directe noodsituaties dreigen, kan het instituut de waterschappen helpen om zich voor te bereiden op extreem weer.
Het algemene weerbericht kan verder verfijnd worden door prognoses van de radarbeelden in de KNMI-app en de KNMI-website te laten zien. Het publiek kan eerder en ook plaatselijk gewaarschuwd worden, waarbij de maatschappelijke impact wordt meegewogen.
"Nu mogen we alleen per provincie of regio een kleurcode aangeven", verklaart Fijnaut. "Dat is soms veel te globaal. Bovendien willen we niet alleen naar meteorologische criteria kijken, maar ook naar de impact op de veiligheid. Wat is de schade die verwacht kan worden?"
Markt
Het ministerie realiseert zich dat deze aanpassingen gevolgen kunnen hebben voor "de relatie tussen markt en overheid". Waterschappen bijvoorbeeld zijn vrij om voor bepaalde diensten commerciële weerbureaus in te huren, maar zullen daartoe misschien minder geneigd zijn als het KNMI die diensten ook aanbiedt. Toch meent IenW dat "de winst in publieke veiligheid" hier voorop moet staan.
Na de internetconsultatie wordt het wijzigingsvoorstel eventueel nog aangepast. Het KNMI hoopt de nieuwe werkwijze daarna snel te kunnen invoeren.