Van alle vissen, kreeftachtigen en libellen die wereldwijd in zoet water leven, dreigt bijna een kwart als soort uit te sterven. Dat blijkt uit een groot internationaal onderzoek waaraan tachtig wetenschappers meewerkten. Als belangrijkste bedreigingen noemen zij watervervuiling en de aanleg van dammen.
De onderzoekers analyseerden aan de hand van de Rode Lijst van bedreigde soorten maar liefst 23.496 soorten vissen, kreeftachtigen en libellen die in zoet water leven. Daaruit concluderen ze, in een artikel in Nature, dat ongeveer 23 procent van de soorten op wereldschaal bedreigd is, variërend van 30 procent van de kreeftachtigen tot zo’n 16 procent van de libellen.
De belangrijkste bedreigingen zijn volgens hen watervervuiling (54 procent van de bedreigde soorten), de aanleg van dammen (39 procent), habitatvernietiging door bijvoorbeeld ontbossing of agro-industrie (27 procent) en invasieve soorten of ziekten (28 procent).
Tropen
De grootste diversiteit aan zoetwatervissen, kreeftachtigen en libellen komt voor in de tropen, maar de gebieden met het grootste aantal bedreigde soorten zijn vooral die rond de Middellandse Zee, Turkije en de Levant.
Dat komt door de grote diversiteit, het relatief kleine oppervlak zoetwaterbiotopen en de grote vraag naar water voor huishoudelijk en agrarisch gebruik, zegt onderzoeker Vincent Kalkman van Naturalis Biodiversity Center in een toelichting.
Kleine kanttekening is wel dat van – eveneens – 23 procent van alle soorten te weinig informatie beschikbaar was om een goede inschatting te kunnen maken. Het gaat dan vooral om soorten in tropische gebieden als de Amazone, Madagascar en Indonesië.
Natuurbeleid
In Nederland is de biodiversiteit in zoetwater de afgelopen decennia juist toegenomen, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige maand op basis van de Living Planet Index. Daaruit bleek echter ook dat op land een sterke afname van het aantal soorten te zien was.
Volgens het wereldwijde onderzoek is in het internationale natuurbeleid nog weinig aandacht voor de specifieke bedreigingen van zoetwaterbiotopen. Het beleid richt zich vooral op de bescherming van vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen, vanuit het idee dat daarmee ook andere diersoorten voldoende beschermd zijn. Kalkman: "Maar dat is voor een goede bescherming van zoetwaterdiversiteit dus niet afdoende."