secundair logo knw 1

Foto: Tauw

Advies- en ingenieursbureau Tauw heeft een instrument ontwikkeld waarmee natuur- en recreatiebelangen in vijf Noord-Hollandse recreatiegebieden beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Op een ‘knelpuntenkaart’ zijn natuurdoelen en ambities van de recreatiesector naast elkaar gelegd.

 De afstemmingsmethode is ontwikkeld in opdracht van de Provincie Noord-Holland, die samen met onder meer recreatieschappen, gemeenten en natuurbeheerders afwegingen moet maken tussen natuur- en recreatiedoelen in de vijf recreatiegebieden. “We hebben een generieke methode ontwikkeld om te meten wat het effect is van recreatieve activiteiten op natuurwaarden”, vertelt projectleider Frank Aarts van Tauw. Daarbij gaat het enerzijds om verstoring van vogels en anderzijds om betreding van begroeiing. De generieke methode is vervolgens uitgewerkt voor elk van de vijf recreatiegebieden afzonderlijk.

De Noord-Hollandse recreatiegebieden vormen een belangrijk uitloopgebied voor grote steden als Amsterdam, Alkmaar, Haarlem en Zaandstad. In een later stadium heeft de provincie er natuurdoelen aan gesteld, toen de gebieden werden toegevoegd aan de Ecologische Hoofdstructuur (nu: Natuurnetwerk Nederland). Zo kan het gebeuren dat op recreatieplattegronden ligweides, zwemstrandjes en speelterreinen zijn te zien, terwijl op de ambitiekaart van de provincie op precies dezelfde plek natuurdoelen zijn aangegeven zoals de ontwikkeling van moeras.

De recreatieschappen willen recreatieve voorzieningen ontwikkelen en uitbreiden om financieel gezond te blijven, terwijl het Natuurbeheerplan van de provincie daar weinig speelruimte voor biedt. Totnogtoe ontbrak de informatie om een goede afweging tussen natuur en recreatie te maken. Het afstemmingsinstrument dat Tauw heeft ontwikkeld, moet daarin verandering brengen.

De zogeheten ‘verstoringsafstanden’ voor bijvoorbeeld vogels zijn bekend uit wetenschappelijke literatuur en zijn verschillend in bijvoorbeeld bos, open weide of water. Ook in zomer- en winterperiode verschilt de mate van verstoring en betreding, legt Aarts uit. Daarnaast zijn er heel verschillende vormen van recreatie: variërend van wandelpaden en zwemstranden tot eenmalige, grootschalige festivals. “We hebben al die factoren in kaart gebracht, uitgewerkt naar seizoen en plaats en op basis daarvan een stappenplan ontwikkeld.”

Per recreatiegebied is onder andere een kruising gemaakt tussen de verstoringsgevoeligheid en de impact van geplande recreatieve ontwikkelingen. Op een knelpuntenkaart zijn de gewenste recreatieve ontwikkelingen weergegeven, inclusief een knelpuntenscore. Deze score geeft een indicatie van de kwetsbaarheid van de aanwezige natuurwaarden op de plek van de ontwikkeling.

Aarts: “Op een plaats waar de natuurwaarden niet heel hoog zijn, zoals een ligweide, zal niet snel een knelpunt tussen recreatie en natuur ontstaan. Maar er zijn ook plekken waar zowel de recreatiedruk als de natuurwaarden al hoog zijn, en waar recreatieschappen bovendien de ambitie hebben méér recreatie te realiseren in de toekomst. Daar kan een knelpunt ontstaan, al is het niet zo dat de kaarten die wij hebben ontwikkeld, vol rode vlekken staan.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Duidelijk verhaal Marjolijn
Ik heb het gehele artikel slechts diagonaal gelezen maar wat ik al vast mis is dat het nog steeds geen beleid is om de bedrijven te (gaan) verbieden om ons nog een klein beetje goede gronddrinkwater te ge- of beter misbruiken voor proceskoeling. Hoogstens nog toe te staan in een gesloten circuit waardoor slechts incidenteel moet worden aangevuld en mits de warmte wordt hergebruikt, b.v. voor eigen of wijkverwarming. Zo kun je twee vliegen in een klap slaan (sorry voor de PvdD). En ja, dan moet er ook weer gecontroleerd en gehandhaafd gaan worden. Daar zal de politiek dan weer niet zo blij van worden. 
Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie