Het aanhoudende droge weer heeft geleid tot lage grondwaterstanden op de hoge zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland, constateert de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. In andere gebieden is er nog niet veel aan de hand.
Het is erg droog en dat blijft nog wel even zo. Het neerslagtekort bedroeg vanmiddag 58 millimeter en de verwachting over vijftien dagen is bijna 79 millimeter. Dat ligt ruim boven het langjarig gemiddelde voor april, meldt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) in de tweede droogtemonitor van dit jaar. Het neerslagtekort is hoger dan het tekort om dezelfde tijd in 2018 en 2019 en zelfs in het recordjaar 1976.
Bij de start van het officiële droogteseizoen op 1 april was de uitgangssituatie volgens de LCW normaal, als gevolg van een natte winter. De tweede droogtemonitor zou daarom aanvankelijk op 7 mei verschijnen. Vanwege de gevolgen van de aanhoudende droogte is dit toch eerder geworden. De LCW brengt de volgende monitor waarschijnlijk over twee weken uit.
Het droogtebeeld verandert niet tot en met begin mei, al is er vanaf volgende week wel kans op neerslag. De commissie verwacht voor de rest van de maand totale neerslaghoeveelheden in de orde van 5 tot 10 millimeter. Dat is ongeveer de helft minder dan normaal in deze periode.
Grondwaterstanden normaal tot laag
Het hoge neerslagtekort heeft gevolgen voor de grondwaterstanden. Deze waren door de natte winter en vasthoudmaatregelen van waterschappen vrijwel overal hersteld van de droge jaren 2018 en 2019. In veel gebieden zijn de grondwaterstanden op dit moment aan het dalen, maar nog wel normaal voor de tijd van het jaar. De LCW laat weten dat waterschappen en Rijkswaterstaat alle maatregelen hebben genomen die bij april en de huidige droogtesituatie horen, zoals peilopzet en extra wateraanvoer.
Anders is de situatie op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden van het land. Hier zijn de grondwaterstanden nu al laag. Daarvan ondervinden landbouw en natuur veel last. Op de zandgronden zijn de eerste onttrekkings- en beregeningsverboden afgekondigd.
Lage Rijnafvoer
De afvoer van de Rijn bij Lobith is momenteel laag met ongeveer 1.250 kubieke meter per seconde. Normaal is 2.200 kubieke meter per seconde. De afvoer is nog wel voldoende, constateert de LCW. De Rijnafvoer daalt langzaam richting de 1.200 kubieke meter per seconde en lijkt zich dan in de eerste week van mei te stabiliseren.
Het LCW hanteert voor mei het criterium van een Rijnafvoer van 1.400 kubieke meter per seconde. De kans is vrij groot dat dit niet wordt gehaald. Het kan volgens de commissie betekenen dat er watertekorten ontstaan, maar hiervoor zijn nog geen aanwijzingen. Voor de Maas geldt dat er ruim voldoende water Nederland binnenstroomt om in de watervraag te voorzien.
-advertentie-
Geen knelpunten bij drinkwater
De droogte heeft nog geen invloed op drinkwatervoorziening. Bij de bronnen - zowel grond- als oppervlakwater - zijn er geen knelpunten, aldus de LCW. De afvoeren van de Maas en het Amsterdam-Rijnkanaal zijn voldoende. Ook is de watervoorraad in het IJsselmeer op peil. Rijkswaterstaat stuurt op een iets hoger peil in het IJsselmeer en Markermeer: 0,175 meter onder NAP.
Situatie per waterschap
Veel waterschappen laten weten de droogte goed in de gaten te houden en waar nodig maatregelen te nemen. Een kort overzicht.
• Aa en Maas: Van de Brabantse waterschappen (ook Brabantse Delta en De Dommel) mogen agrariërs en grondeigenaren vanaf 1 april hun grasland - onder voorwaarden - beregenen met grondwater. Aa en Maas roept wel op daarmee zuinig te zijn vanwege de snel dalende grondwaterstanden. Een onttrekkingsverbod is nog niet aan de orde.
• Amstel, Gooi en Vecht: Geen bijzonderheden.
• Brabantse Delta: Meldde begin deze maand dat de grondwaterstanden in het eigen gebied normaal zijn voor de tijd van het jaar, waardoor er geen onttrekkingsverbod voor grondwater hoefde te worden ingevoerd. Er wordt sinds een paar weken water naar kleine watergangen gepompt. Daardoor blijft het oppervlaktewater nog wel enkele weken op peil.
• De Dommel: Sinds 2017 mag er tussen 1 april en 1 oktober geen water worden opgepompt uit een aantal regenbeken en sloten in de hoger gelegen grensstreek onder Tilburg en Eindhoven. Dit geldt ook nu weer.
• De Stichtse Rijnlanden: Geen bijzonderheden.
• Delfland: Omschrijft de situatie in de regio als vrij normaal voor de tijd van het jaar. Er zijn nog geen problemen. Het Brielse Meer is de belangrijkste bron voor zoet water van goede kwaliteit. Op dit moment wordt dagelijks zo’n 3,6 miljoen liter water per uur het eigen gebied ingepompt. Hiermee kan Delfland de peilen handhaven en verzilting tegengaan.
• Drents Overijsselse Delta: Meldt dat de grondwaterstanden binnen het werkgebied snel zakken, vooral op de hoger gelegen zandgronden. Het waterschap heeft de waterpeilen in sloten, weteringen en kanalen opgezet tot het maximumpeil. Het aantal meldingen en vergunningaanvragen voor beregening uit deze wateren neemt toe.
• Hollandse Delta: Geen bijzonderheden.
• Hollands Noorderkwartier: Geen bijzonderheden.
• Hunze en Aa’s: Heeft al half maart de waterstand in sloten verhoogd naar het zomerpeil. Dat is minstens een maand vroeger dan gebruikelijk. Het waterschap voert ook water aan vanuit het IJsselmeer.
• Limburg: Geen bijzonderheden.
• Noorderzijlvest: Geen bijzonderheden.
• Rijn en IJssel: Voorziet voor het derde jaar op rij grote droogte in de zomer, als de lijn van snel dalende grondwaterstanden zich in het eigen werkgebied doorzet. Dit gebied is afhankelijk van neerslag. In de Achterhoek wordt water zoveel mogelijk vastgehouden. De stuwen staan hier op de hoogste stand en er zijn duikerafsluiters en regelbare schotten geplaatst in beken en sloten. De huidige situatie geeft nog geen aanleiding om het onttrekken van grond- of oppervlaktewater te verbieden.
• Rijnland: Er zijn nog geen maatregelen vanwege de droogte nodig. Het hoogheemraadschap is wel extra alert; zo worden de chloridegehaltes van het water in de gaten gehouden.
• Rivierenland: Meldt dat er voorlopig geen problemen zijn. Er wordt extra water ingelaten, afkomstig vanuit de grote rivieren.
• Scheldestromen: Laat weten dat water zo weinig mogelijk wordt afgevoerd en zoveel mogelijk vastgehouden.
• Schieland en de Krimpenerwaard: Laat rivierwater in om de waterstanden op peil te houden. Hiervoor is in de Nieuwe Maas, de Hollandsche IJssel en de Lek voldoende zoet water beschikbaar. Controle van droogtegevoelige kades is vooralsnog niet nodig.
• Vallei en Veluwe: Geen bijzonderheden.
• Vechtstromen: Vertelt dat de toplaag van de bodem behoorlijk is uitgedroogd, waardoor de watervraag toeneemt en de grondwaterstanden zakken. Er is geleerd van de afgelopen droge jaren. Het waterschap heeft in de winter veel water vastgehouden. Ook staan op veel plekken de streefpeilen nog steeds hoger ingesteld.
• Wetterskip Fryslân: Geen bijzonderheden.
• Zuiderzeeland: Geen bijzonderheden.
MEER INFORMATIE
Droogtemonitoren van LCW in 2020
Rijkswaterstaat over tweede droogtemonitor
Neerslagtekort momenteel hoger dan in 1976
Eerste monitor bij start van droogteseizoen