secundair logo knw 1

Beeld uit juli 2021: wateroverlast bij de Volmolen in het Zuid-Limburgse dorp Epen I foto: Limburgse Molenstichting via RCE

Hoe kunnen monumenten en instellingen met collecties goed worden beschermd tegen het risico van wateroverlast? Met die vraag werd Limburg geconfronteerd tijdens de hoogwatercrisis in juli 2021, wat leidde tot veel improviseren. Er zijn twee draaiboeken gemaakt om voortaan beter op zo’n ramp voorbereid te zijn. 

Drie musea en 136 monumenten kregen twee jaar geleden te maken met wateroverlast. Zo moesten in allerijl veel collectiestukken van het Limburgs Museum in Venlo worden verplaatst, om ze veilig te houden bij een eventuele overstroming. De eeuwenoude Oliemolen in Heerlen stond zelfs anderhalve meter onder water. De schade was groot en het opknappen duurde twee jaar.

Om beter voorbereid te zijn op een volgende ramp, zijn er twee draaiboeken ontwikkeld: een draaiboek voor monumenten en een draaiboek voor instellingen met een collectie zoals musea, archieven en bibliotheken. Ze zijn vorige week gepubliceerd op de website Wacht niet op water. Het Huis voor de Kunsten Limburg, de Monumentenwacht Limburg en het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) hebben de draaiboeken opgesteld.

Stukje bewustwording
“De draaiboeken zijn erg praktisch”, vertelt Cindy Reijnders, deelprogrammanager Klimaatbewustzijn en zelfredzaamheid bij het programma WRL waar ze vanuit Waterschap Limburg is gedetacheerd. “Zij zijn ontwikkeld samen met de branche. Je ziet hierin snel wat je bij wateroverlast kunt doen en hoe je het kunt aanpakken.”

            Cindy ReijndersVolgens Reijnders wordt expliciet aandacht gevraagd voor maatregelen waarbij eigenaren van instellingen en monumenten soms wel stilstaan maar vaak weinig mee doen. De draaiboeken worden door heel Limburg verspreid. “Het gaat ook om een stukje bewustwording. Wij hopen dat door de draaiboeken het onderwerp van wateroverlast bij iedereen op de agenda blijft en tevens meer uniformiteit in de aanpak ontstaat.”

De draaiboeken bevatten bijvoorbeeld het advies om een prioriteitenlijst voor de collectie te maken. “Hiermee weet je welke stukken als eerste naar elders moeten worden verplaatst als het gebouw moet worden geëvacueerd. Zorg ook alvast voor een alternatieve locatie met de juiste condities voor onder meer temperatuur en luchtvochtigheid. Zet als het even kan de meest waardevolle spullen niet op de begane grond. Over zulke aspecten zijn mooie tips opgenomen.”

Aan de voorkant moet al het nodige worden geregeld, vindt Reijnders. Zoals de juiste verzekeringen. “Ben je wel goed verzekerd tegen schade en ook voor de restauratie van kwetsbare collectiestukken? In 2021 bleek dit niet altijd het geval. Het helpt om hiervoor een checklist te hebben.”

Drie pijlers binnen WRL
De draaiboeken zijn opgesteld in het kader van het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg. Hierin werken de 31 Limburgse gemeenten, Waterschap Limburg, Provincie Limburg en het Rijk samen. Reijnders licht toe: “Het programma is in juli 2022 formeel gestart. Wij hebben van het Rijk 300 miljoen euro gekregen om de gebieden rondom de beken en de zijrivieren van de Maas beter te beschermen.”

Het programma bestaat uit drie pijlers. “De eerste twee gaan over het nemen van fysieke maatregelen en over ruimte: waar mag je wel en niet bouwen? De pijlers zijn gericht op de lange termijn. In pijler drie waarvoor ikzelf verantwoordelijk ben, staan klimaatbewustzijn, zelfredzaamheid en campagnes centraal. De activiteiten in deze sporen gaan juist over de korte termijn.”

Presentatie draaiboeken LimburgPresentatie van de draaiboeken I foto: Mat Snijders (Waterschap Limburg)

Reijnders noemt enkele voorbeelden van al afgeronde projecten zoals een buurtdraaiboek tegen wateroverlast, een brochure over het beschermen van de eigen woning en het opnemen van het scenario Waterveiligheid in de Risk Factory Limburg-Noord. Ook wordt momenteel samen met Belgische en Duitse overheden gewerkt aan het verbeteren van het systeem van vroege waarschuwing voor bewoners.

De twee draaiboeken voor monumenten en instellingen met collecties passen binnen het spoor zelfredzaamheid. Reijnders hoopt dat ze ook in de rest van het land worden opgepikt. “Onze ervaringen kunnen helpen bij de voorbereiding tegen wateroverlast in andere regio’s. Want een extreme bui die heel lang blijft hangen, kan overal plaatsvinden.”


FINALIST AMBTENAAR VAN HET JAAR

Cindy Reijnders is een van de twee waterschappers die de finale van Ambtenaar van het Jaar 2023 hebben gehaald. Dat werd vorige week bekendgemaakt. De collega die Reijnders voordroeg, omschrijft haar als verbinder met een verwijzing naar het belang van grenzeloze samenwerking na de hoogwatercrisis in Limburg. “Cindy zet zich met een inspirerende passie in voor het bereiken van een multidisciplinaire aanpak op zeer lokaal niveau, zodat de opgave weer centraal komt te staan.”

Er komt heel wat kijken bij de finaleplek, zegt Reijnders. “Ik moet een videopitch maken en interviews geven, en krijg een fotoshoot. Ook heb ik op 16 november een speeddate met de jury. Dan zijn alle twaalf finalisten er. Het is een bijzondere belevenis. Ik ben intussen 23 jaar ambtenaar en sta nu even aan de andere kant dan normaal.”

De prijsuitreiking is tijdens een feestelijke bijeenkomst op 14 december in Den Haag. Dan hoort Reijnders op welke plaats ze is geëindigd. “Ik zie wel wat het wordt. Het is al mooi dat ik zover ben gekomen. Ik ben dankbaar voor alle mooie reacties die ik inmiddels heb gekregen. Dat is al een beloning op zich!”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.