secundair logo knw 1

Voor het halen van het zesde duurzame ontwikkelingsdoel in 2030 ontbreekt nog 1,2 biljoen dollar I foto: Nikolay Frolochkin / Pixabay

Betrek financiële expertise al vroeg bij projectontwikkeling en spring in op de wereldwijd groeiende behoefte aan full-service oplossingen. Dat zijn twee aanbevelingen van het Netherlands Water Partnership (NWP) en de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO naar aanleiding van een in hun opdracht uitgevoerde marktanalyse. Hieruit blijkt dat de watersector nog onvoldoende de groeikansen op internationale markten benut.

NWP, een netwerk van ruim 180 organisaties met internationale ambities, en FMO werken sinds twee jaar samen om te helpen het gat tussen internationale waterprojecten en financiën te dichten. Volgens een berekening van de Verenigde Naties is tot 2030 7,5 biljoen dollar nodig om het zesde duurzame ontwikkelingsdoel van schoon water en sanitatie voor iedereen te realiseren. Gezien de huidige trends is echter sprake van een tekort van 1,2 biljoen dollar, omdat waterprojecten nog onvoldoende aantrekkelijk zijn voor private investeerders.

Ger PannekoekGer Pannekoek

“De watersector kenmerkt zich in het algemeen door veel kennis en innovatie maar te weinig focus op financiële haalbaarheid”, zegt Ger Pannekoek, adviseur Finance for Water bij NWP. “Water vindt niet altijd de weg naar geld en vice versa.” Dat geldt volgens Pannekoek ook voor de Nederlandse sector. “Onze samenwerking met FMO was oorspronkelijk vooral gericht op het vullen van de pijplijn van de bank met waterprojecten. Wij kwamen tijdens de samenwerking erachter dat de Nederlandse watersector niet altijd goed aansluit op waaraan de markt behoefte heeft. Intuïtief wisten we dit al, maar nu kunnen we het met de marktanalyse ook goed onderbouwen.”

De analyse is in opdracht van FMO en NWP uitgevoerd door RebelGroup en CSC Strategy & Finance. Het rapport heeft de titel Expanding the horizon of the Dutch Water Sector – A sector view on international positioning and financing challenges meegekregen. Volgens het onderzoek kan de Nederlandse watersector de internationale marktkansen op een aantal manieren vergroten.

Groeiende behoefte aan totaalpakketten
Belangrijk is om in te springen op de wereldwijd groeiende vraag naar full-service oplossingen, zoals een totaalpakket voor ontwerp, bouw, financiering, exploitatie en onderhoud (het zogeheten DBFOM-contract). Dit gebeurt nu slechts mondjesmaat. Enkele grotere watertechnologiebedrijven als Nijhuis Industries en Paques groeien toe naar full-service oplossingen, maar zij zijn positieve uitzonderingen.

Nederlandse bedrijven moeten daarom duidelijk hun positie hierbij bepalen, stelt Pannekoek. “Is een aantal bedrijven bereid om meer risico te nemen en actief te worden in beheer en onderhoud bij internationale projecten? Dat is voor financiers belangrijk om te weten.” De qua omvang vrij kleine Nederlandse watersector met veel mkb-bedrijven zorgt wel voor beperkingen, erkent Pannekoek. “Grote aannemers als BAM en Denys kunnen een totaalpakket aanbieden. Maar er hoeft niet steeds een volledig Nederlandse full-service propositie te zijn. Het is ook mogelijk dat waterbedrijven meedoen als nichespelers in internationale consortia.”

Om de mogelijkheden bij full-service oplossingen beter te benutten, is volgens Pannekoek veel meer samenwerking tussen aannemers en technologieleveranciers nodig. Hij wijst verder op de rol van drinkwaterbedrijven en waterschappen. “Zij zijn steeds actiever bij het opbouwen van capaciteit van buitenlandse partners. We zien graag dat drinkwaterbedrijven en waterschappen daarbij meer gaan fungeren als ‘slipstream’ voor aannemers en technologiebedrijven.”

Investeren in financiële expertise
Een tweede aanbeveling is om al in een vroeg stadium financiële expertise te betrekken bij de ontwikkeling van een project. “Dat is cruciaal om ervoor te zorgen dat waterprojecten beter financierbaar worden”, zegt Pannekoek. “Schakel hiervoor niet steeds externe financiële experts in, maar investeer juist ook in de financiële expertise binnen de eigen organisatie.”

Uit de marktanalyse blijkt verder dat er behoefte is aan een ‘one-stop-shop’ voor financiële instrumenten. Pannekoek: “Het is van belang dat één loket de ondernemer tijdens de hele projectontwikkelingscyclus kan helpen. Nu moet de ondernemer in elke fase van een project bij een nieuw loket aankloppen. Daarbij staan de subsidies en financiële instrumenten meer centraal dan de projecten en dat werkt belemmerend. Het kan een taak voor de nieuwe investeringsinstelling Invest-NL zijn om zich te richten op de ‘one-stop-shop’.”

Banden met financiers aanhalen
Het Netherlands Water Partnership gaat de marktanalyse breder uitdragen binnen de watersector en de financiële wereld. Ook speelt de organisatie met ideeën om actief bij te dragen aan het opbouwen van capaciteit binnen de watersector op het gebied van financiering en projectontwikkeling. Voorkomen moet worden dat financiers wachten tot er projectvoorstellen op hun bureau belanden, vindt Pannekoek. “Zij moeten eerder betrokken zijn, zoals nu in het geval van FMO. Daarom investeren we als NWP in het aanhalen van de banden met de financiële wereld.”


MEER INFORMATIE
Rapport marktanalyse Nederlandse watersector
NWP over financiering voor water
Oproep door UN-Water en WHO
H2O-artikel: Pensioengeld zoekt waterbeleggingen
 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.