Om het rioleringsstelsel in Vlaanderen op het vereiste niveau te krijgen, hebben de beheerders tot 2027 2,7 miljard euro extra aan inkomsten nodig. Dat staat in een nieuwe studie van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
De extra middelen zijn nodig om het Vlaamse rioolstelsel uit te breiden, zodat meer woningen worden aangesloten en ongezuiverde lozingen afnemen op het oppervlaktewater. Daarvan moet de kwaliteit flink verbeteren, wil Vlaanderen voldoen aan de doelen van Europese Kaderrichtijn Water in 2027.
Volgens VMM, een agentschap dat zich onder meer richt op onderzoek en advies voor integraal waterbeleid, lucht en milieu, kunnen rioolbeheerders op basis van de huidige inkomsten 1,5 tot 3,3 miljard euro investeren zonder dat ze in financiële problemen komen. Daarmee kunnen ze tot een bepaald niveau het stelsel uitbreiden en daar waar nodig riolering vervangen.
Hoogste ambitieniveau
Dat is evenwel niet voldoende om het Vlaamse rioolstelsel op orde te brengen zoals vastgelegd in de zogeheten zoneringsplannen voor de voorziene uitbouw van de riolering. Als de Vlamingen het rioolstelsel willen aanpassen volgens het hoogste ambitieniveau, dan kost dat 9,3 miljard euro. “Om die investeringen op een duurzame manier te financieren, hebben de rioolbeheerders minstens 2,7 miljard extra inkomsten nodig tussen 2016 en 2027”, schrijft VMM in de onlangs verschenen studie ‘Kosten voor riolering – een blik vooruit’.
Om aan de doelen in de Europese Kaderrichtlijn Water te kunnen voldoen, moet de kwaliteit van de oppervlaktewateren in Vlaanderen significant verbeteren. En dat moet onder meer worden gerealiseerd door meer inwoners aan te sluiten op de riolering en daarmee een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Daardoor neemt het aantal lozingen van ongezuiverd afvalwater in het oppervlaktewater af.
Regionale verschillen
In de financiële mogelijkheden om het stelsel uit te breiden zijn wel flinke regionale verschillen, aldus VMM. Een aantal beheerders, voornamelijk in stedelijke gebieden, kan met het huidige budget de zoneringsplannen wel volledig uitvoeren. Maar voor enkele beheerders in landelijke gebieden is dit niet mogelijk. “Een hogere bevolkingsdichtheid gaat hand in hand met een betere financiële haalbaarheid van de uitbouw van het rioleringsstelsel.”
De ‘financieringsnood’ neemt verder toe als de rioolbeheerders ook een financiële marge voor de toekomstige vervangingsinvesteringen moeten inbouwen. In dat geval hebben ze 3,7 miljard extra inkomsten nodig, aldus VMM.
Vervangingspiek
Maar met de noodzakelijke vervangingen lijkt het nog niet zo'n vaart te lopen. Meer dan de helft van de riolering in Vlaanderen is aangelegd tijdens de jaren ’70 en ’80, staat in het rapport van VMM. Daarmee bevinden de beheerders zich nog in de aanloop naar de vervangingspiek, aldus het instituut.
Bij die constatering plaatsen rioolbeheerders wel de kanttekening dat het aandeel van de oudere riolering in de overzichten weleens kan worden onderschat. Daarom zou niet moet worden uitgesloten dat de vervangingsinvesteringen in de komende jaren hoger kunnen uitvallen.
VMM geeft in het rapport ook mogelijkheden om de financiering van het rioolbeleid te optimaliseren. Dat betreft onder meer aanpassing van de tarieven, salderen van middelen tussen rioolbeheerders, maar ook toepassen van nieuwe technieken bij vervanging en uitbouw van het stelsel.
MEER INFORMATIE
Kosten voor riolering - een blik vooruit