Onderzoeksfinancier NWO heeft een bedrag van 16 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het project Δ-ENIGMA waarin zeven kennisinstellingen samenwerken. Zij ontwikkelen een geïntegreerde infrastructuur voor biogeomorfologisch onderzoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse delta. Het project duurt tien jaar.
De miljoenensubsidie voor Δ-ENIGMA (ofwel Delta-ENIGMA) is door NWO toegekend bij de eerste financieringsronde voor grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. Het project wordt uitgevoerd door het DANUBIUS-NL consortium. Dit is een samenwerkingsverband van Universiteit Utrecht, TU Delft, Universiteit Twente, Wageningen University & Research, NIOZ, Deltares en TNO.
De kennisinstellingen hebben het onderzoeksproject wel omschreven als ‘The Dutch delta on the intensive care monitor’. Zij wijzen erop dat delta’s en kustvlaktes aantrekkelijke plaatsen zijn om te wonen, maar ook kwetsbaar zijn voor klimaatverandering en zeespiegelstijging. Om hun ontwikkeling goed te kunnen voorspellen, is grondige kennis van biomorfologie nodig: hoe vormen organismen, stromingen, golven, water- en zandafvoer het deltalandschap.
Belangrijk voor leefbaarheid van Nederlandse delta
Projectleider is Gerben Reussink, hoogleraar golfgedomineerde kustmorfodynamiek aan de Universiteit Utrecht. Volgens hem zijn er nog geen modellen om veranderingen van delta’s in de komende jaren tot decennia nauwkeurig te voorspellen. “Vooral omdat onze kennis van de interactie tussen fysische en ecologische processen bij het ontstaan van delta’s ontoereikend is”, zegt Reusink in een bericht op de site van Universiteit Utrecht.
De kennisinstellingen ontwikkelen een infrastructuur om de Nederlandse delta intensief te bemeten en experimenteel te onderzoeken. De kennis die dit oplevert, is belangrijk om de delta leefbaar te houden. Door de NWO-subsidie kan gespecialiseerde apparatuur worden aangeschaft. Het gaat onder meer om drones en 3D laserscanners en om gespecialiseerde laboratoria. Zij worden op een geïntegreerde manier toegepast.
Basis voor bijdrage aan groot Europees project
Δ-ENIGMA vormt de basis voor de Nederlandse bijdrage aan DANUBIUS-RI, de grootschalige pan-Europese onderzoeksinfrastructuur voor rivier-zeesystemen. Tijdens de tien jaar van het onderzoeksproject wordt een database met metingen opgebouwd.
De gegevens zijn vrij beschikbaar voor wetenschappers, beleidsmakers en andere betrokkenen, merkt Reussink op. “∆-ENIGMA zal de nationale en internationale samenwerking versterken omdat de verzamelde gegevens open en FAIR (findable, accessible, interoperable, re-usable, red.) zijn en de laboratoriumfaciliteiten voor anderen toegankelijk zullen zijn.”
Inzicht van belang voor op natuur gebaseerde oplossingen
Ook andere betrokken wetenschappers benadrukken het belang van het onderzoeksproject. Delta’s zijn geen passieve landschappen die zomaar verdrinken bij zeespiegelstijging en extremere weerscondities, zegt Kathelijne Wijnberg, hoogleraar kustsystemen bij de Universiteit Twente. “Buiten de dijken is er een continue uitwisseling van zand en slib gaande tussen water en land waarbij vegetatie een belangrijke sediment invangende rol heeft. Om dit complexe proces van natuurlijke meegroeipotentieel van kustduinen en kwelders beter te begrijpen, is deze nationale samenwerking cruciaal.”
Volgens Stefan Aarninkhof, hoogleraar kustwaterbouwkunde aan TU Delft, is er gedetailleerd inzicht nodig in de natuurlijke processen voor ontwerp en engineering van innovatieve oplossingen in rivier-zeesystemen, gebaseerd op Building with Nature. De data van ∆-ENIGMA zijn van groot belang voor de ontwikkeling van op de natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatadaptatie. “Elke korrel zand of slib die we weten vast te houden in de delta, zal helpen om op een natuurlijke manier mee te groeien met zeespiegelstijging.”