Waterbeheerders hebben deze zomer direct gebruikgemaakt van de leerervaringen met de droogte in 2018, stelt minister Cora van Nieuwenhuizen. Zo houden zij beschikbaar water beter vast en wordt het zoutgehalte van het IJsselmeer beter gemonitord. Ook werken overheden en watergebruikers meer samen.
Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat schrijft dit in een brief die ze gisteren aan de Tweede Kamer stuurde. Hierin gaat zij in op de stand van zaken rond de droogte die in sommige delen van het land nog actueel is. Volgens de minister is er een opvallend onderscheid ontstaan tussen gebieden die vanuit de grote rivieren en het IJsselmeer van water kunnen worden voorzien en gebieden waar dit niet mogelijk is.
Problemen in aantal gebieden
Waar water aangevoerd kan worden, is relatief veel neerslag gevallen. Er zijn hier dan ook vrijwel geen problemen met droogte of verzilting, in tegenstelling tot 2018. In gebieden waar geen water kan worden aangevoerd - de hoge zandgronden in het oosten en zuiden van het land en delen van Zeeland - is er tot nu toe juist relatief weinig regen geweest. Daardoor is het neerslagtekort vergelijkbaar met dat van vorig jaar.
In deze gebieden staan door de twee droge zomers achter elkaar vooral de landbouw en natuur onder druk. De grondwaterstanden blijven hier te laag ondanks de regenval van de afgelopen jaar. De situatie is nu gestabiliseerd, maar van herstel van grondwaterstanden is nog geen sprake. Daarvoor is langdurige neerslag nodig, merkt de minister op.
Volgens Van Nieuwenhuizen hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat in de zomer van 2018 al alle mogelijke maatregelen ingezet om op de hoge zandgronden en in delen van Zeeland neerslag zoveel mogelijk vast te houden. Een voorbeeld is het inzetten van schotbalken op stuwen. Deze maatregelen blijven voorlopig van kracht.
Leerervaringen gebruikt
De bewindsvrouw schrijft dat de waterbeheerders deze zomer direct gebruik hebben gemaakt van de leerervaringen in 2018 en enkele aanbevelingen van de Evaluatie crisisbeheersing watertekort 2018 en de Beleidstafel Droogte. Zij noemt de volgende voorbeelden:
- beter vasthouden van het beschikbare water;
- betere monitoring van het zoutgehalte van het IJsselmeer, waardoor direct kan worden ingegrepen bij de eerste tekenen van verzilting;
- betere uitwisseling van data tussen waterbeheerders (via onder andere Slim Watermanagement), met als gevolg dat beschikbaar water aantoonbaar efficiënter wordt gebruikt;
- meer samenwerking tussen overheden en watergebruikers;
- meer communicatie, zoals de mediacampagne van de drinkwaterbedrijven om zuinig te zijn met drinkwater die tijdens warme periodes meteen kon worden ingezet.
De verdere implementatie van de aanbevelingen van evaluatie en beleidstafel wordt voortvarend opgepakt, aldus de minister. Dat gebeurt onder meer in de crisisorganisatie en het Deltaprogramma. Verder laat Van Nieuwenhuizen weten dat alle betrokken partners hard werken aan het eindrapport van de Beleidstafel Droogte. Dit rapport wordt aan het eind van het jaar aan de Tweede Kamer gestuurd.
MEER INFORMATIE
Brief van minister
Droogtemonitor 3 september
Situatie in oosten en zuiden
Evaluatie van crisisbeheersing
Extra geld voor droogtemaatregelen