secundair logo knw 1

Betrokkenen oordelen in het algemeen positief over de crisisbeheersing tijdens de langdurige droogte van vorig jaar. Dat blijkt uit een evaluatie die door Arcadis en Berenschot is uitgevoerd. Wel zijn er nog punten voor verbetering, zoals de externe communicatie en de informatie-uitwisseling met maatschappelijke partijen.

De adviesbureaus hebben bij de evaluatie alleen het proces van de crisisbeheersing onder de loep genomen, want over de genomen maatregelen buigt zich de Beleidstafel Droogte. “De evaluatie concludeert dat de landelijke crisisorganisatie waterverdeling en droogte tijdens de droogteperiode van 2018 succesvol en in goede samenwerking heeft geopereerd”, schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat in de begeleidende brief aan de Tweede Kamer. “In combinatie met de eerste resultaten van de Beleidstafel Droogte concludeer ik dat Nederland in 2018 goed was voorbereid op de droogte.” 

Het onderzoek is in de eerste maanden van dit jaar uitgevoerd en gaat over de periode van 10 april 2018 (publicatie van de eerste droogtemonitor) tot en met 27 september 2018 (moment van afschaling van niveau 2 van feitelijk watertekort naar niveau 1 van dreigend watertekort). Arcadis en Berenschot hebben een enquête onder betrokkenen gehouden waarop 225 mensen reageerden (respons van 51 procent). Bijna 90 procent waardeert de crisisbeheersing als voldoende of goed. De voorbereiding op de crisis scoort wat minder; bijna 70 procent is hierover positief. Het gros van de respondenten (90 procent) geeft aan dat zij voldoende of veel vertrouwen hebben in de voorbereiding op een watertekort in de toekomst.

Droogtemonitor gezaghebbend
“Betrokken partijen in de crisisteams konden elkaar goed vinden, hebben met grote inzet goed samengewerkt en zijn gezamenlijk tot maatregelen en oplossingen gekomen”, stelt Van Nieuwenhuizen. Zij wijst op de rol van de Landelijke Commissie Waterverdeling (LCW). Deze commissie functioneerde in de droogteperiode efficiënt en effectief bij het verzamelen en analyseren van informatie. Ook beschouwen de betrokkenen de periodiek door de LCW gepubliceerde droogtemonitor als een prettige en gezaghebbende informatiebron.

Het Landelijk Draaiboek Waterverdeling en Droogte is in 2018 richtinggevend geweest voor de crisisbeheersing. In de crisisorganisatie zijn er behalve de LCW nog twee specifieke overleggen: het Managementteam Watertekorten (MTW) en zes Regionale Droogte-Overleggen (RDO’en). Deze structuur sluit volgens de evaluatie aan op de bestuurlijke inrichting van waterbeheer in Nederland.

Droogte-effecten onderbelicht
Tegelijkertijd kan nog wel het een en ander worden verbeterd. Zo was de landelijke crisisorganisatie vooral gericht op waterverdeling, waardoor de droogte-effecten onderbelicht bleven. Van Nieuwenhuizen heeft het MTW en de LCW gevraagd om in de respons op en communicatie over een volgende droogteperiode ook expliciet in te gaan op de gevolgen van droogte en hitte op grondwater en waterkwaliteit. Tevens is er in de berichtgeving meer aandacht nodig voor regionale verschillen, zoals de specifieke situatie op de hoge zandgronden.

 'Nederland nu nog beter voorbereid'

Een ander aandachtspunt is dat de crisisorganisatie en belanghebbende partijen vooral ad hoc en informeel met elkaar informatie over de droogte-effecten uitwisselden. Daardoor was het onduidelijk of alle relevante informatie beschikbaar was. Hierover heeft de Beleidstafel Droogte aanbevelingen gedaan, meldt de minister. Een belangrijke aanpassing is dat de drinkwatersector een structurele rol krijgt. Van Nieuwenhuizen: “Gezien de publieke zorgplicht van de drinkwaterbedrijven voor de drinkwatervoorziening zal een vertegenwoordiger van de drinkwatersector toegevoegd worden aan de landelijke crisisorganisatie en een regulier lid worden van de LCW en het MTW. Wat betreft de RDO’en zal - gezien de regionale verschillen - per RDO worden bezien of de aanwezigheid van een drinkwaterbedrijf in het RDO van toegevoegde waarde is.”

Werkafspraken over verbeterpunten
Nog een bevinding van de evaluatie: de personele capaciteit van de crisisorganisatie is niet ingericht voor een langdurende, zich voortslepende crisis. Er is veel van de betrokken medewerkers gevraagd, mede omdat de ergste droogteproblemen in de vakantieperiode vielen. Daarnaar wordt gekeken, schrijft Van Nieuwenhuizen. “De crisispartners zien het als hun taak te borgen dat taken, verantwoordelijkheden en capaciteiten van hun medewerkers in balans zijn.”

De minister laat weten dat voor alle verbeterpunten werkafspraken binnen de crisisorganisatie zijn of op dit moment worden gemaakt. Daarmee kan in het nu net begonnen droogteseizoen ervaring worden opgedaan. “Alles overziend ga ik ervan uit dat Nederland in 2019, nog beter dan in 2018 het geval was, goed voorbereid is op een eventuele periode van watertekort en droogte”, besluit Van Nieuwenhuizen haar brief.

 

MEER INFORMATIE
Kamerbrief van minister
Evaluatie Crisisbeheer Watertekort
Arcadis over evaluatie
Bericht over droogtemonitor 24-4
Bericht eerste resultaten beleidstafel

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.