Nederlanders maken zich weinig zorgen over mogelijke overstromingen in hun eigen omgeving. Verreweg de meesten hebben vertrouwen in de overheidsmaatregelen in verband met hoogwater, al weten ze amper wat er gebeurt. Een meerderheid van de bevolking denkt wel dat de klimaatverandering een grote invloed op de waterveiligheid zal hebben, blijkt uit een enquête.
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en zeven waterschappen houden op het ogenblik de kortdurende campagne Hohohoogwater. Hierin wordt teruggeblikt op 25 jaar geleden, toen uitzonderlijk hoge waterstanden in de grote rivieren voor allerlei problemen zorgden en zelfs meer dan een kwart miljoen mensen werden geëvacueerd. Veel aandacht is er voor de sindsdien genomen maatregelen in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier en voor de omvangrijke dijkversterkingsoperatie die net is gestart.
In verband met de campagne heeft onderzoeksbureau Kantar in opdracht van het HWBP aan bijna elfhonderd volwassen Nederlanders gevraagd hoe zij denken over waterveiligheid. Die maken zich nauwelijks zorgen, blijkt uit de vandaag gepubliceerde resultaten van het onderzoek Waterbewustzijn van de Nederlandse bevolking. Wat betreft mogelijke overstromingen in hun eigen woonomgeving is de gemiddelde score 2,9 op een schaal van 1 (geen zorgen) tot 10 (zeer grote zorgen). In het oosten en zuiden zijn inwoners hierover beduidend minder bezorgd dan in de rest van het land.
Vertrouwen in overheidsmaatregelen
De respondenten blijken banger voor de globale oorzaken voor mogelijke overstromingen zoals zeespiegelstijging en smeltende ijskappen (in beide gevallen net onder de 40 procent) dan voor stormvloeden, dijkdoorbraken of overstromingen uit zee in eigen land (allemaal rond de 25 procent). De grootste vrees bestaat voor het uitvallen van nutsvoorzieningen; 45 procent noemt dit.
De onderzoekers opperen als verklaring voor de minieme zorgen over waterveiligheid dat de meeste inwoners erop vertrouwen dat de overheid voldoende maatregelen neemt. Zo is 78 procent het eens met de stelling dat door de klimaatverandering dijkversterkingen geen luxe maar pure noodzaak zijn, terwijl slechts 5 procent het hiermee oneens is en 15 procent er neutraal tegenover staat. Een grote meerderheid van de ondervraagden (87 procent) is er echter niet van op de hoogte dat het HWBP (een alliantie van de waterschappen en Rijkswaterstaat) de komende jaren de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken uitvoert. Bijna de helft van deze groep weet wel dat veel dijken worden verhoogd.
Een bijkomende reden voor de geringe bezorgdheid kan volgens de onderzoekers zijn dat velen onderschatten hoe groot het deel van Nederland is dat kwetsbaar is voor overstromingen. Gemiddeld denken mensen dat 45 procent van het land onder water kan komen te staan. In werkelijkheid gaat het om 60 procent van het land.
“Nederland is kwetsbaar voor overstromingen van zee of van de rivieren”, zegt Erik Wagener, directeur van het HWBP, naar aanleiding van deze resultaten. “Zonder onze dijken en duinen zou zestig procent van ons land regelmatig onder water lopen. Nederlanders zijn klaarblijkelijk niet bezig met overstromingsrisico’s, maar vinden het wel noodzakelijk om te werken aan hoogwaterbescherming. We zien dit begrip ook terug tijdens de uitvoering van onze dijkversterkingsprojecten.”
Blijvers en vertrekkers in evenwicht
Wat doen mensen bij een dreiging van een overstroming? Daarover zijn de meningen verdeeld. Twee vijfde wil blijven in het overstromingsgebied en zoekt het hogerop. Het percentage blijvers per provincie varieert van 30 procent (Zeeland) tot 50 procent (Utrecht). Ook ongeveer twee vijfde van de Nederlanders is juist van plan om weg te gaan. Er is verder een behoorlijke groep mensen (16 procent) die geen idee heeft wat ze in zo’n situatie zouden doen.
Er zijn ook vragen gesteld over hoe mensen de toekomst zien. Een duidelijke meerderheid (57 procent) denkt dat de klimaatverandering een grote invloed zal hebben op de waterveiligheid hier ten lande. Van de ondervraagden zegt 34 procent zelf al de gevolgen van klimaatverandering in hun dagelijks leven te ervaren, bijvoorbeeld vanwege extremer weer.
De stelling ‘De kleinkinderen van mijn kleinkinderen kunnen straks niet meer in het Nederland wonen zoals we dat nu kennen’ kan op bijval van 40 procent rekenen, terwijl 37 procent dit onwaarschijnlijk vindt. Er passeren in de enquête ook enkele extreme scenario’s voor de situatie over honderd jaar de revue, onder meer een grote stuwwand in de Noordzee die het zeewater naar Nederland toe controleert (volgens 32 procent waarschijnlijk en 41 procent niet) en Nederland merendeels onbewoonbaar (20 procent waarschijnlijk, 62 procent onwaarschijnlijk, 18 procent neutraal).
Onderzoek Waterschap Rijn en IJssel
Waterschap Rijn en IJssel hield een eigen enquête onder 260 inwoners in de Achterhoek, Liemers en Veluwe. De uitkomsten leveren een vergelijkbaar beeld op als in het landelijke onderzoek. Ook hier maken mensen zich geen zorgen over een dijkdoorbraak. Ze geven de waterveiligheid het cijfer 8,1. Verreweg de meeste ondervraagden vinden hun gebied veiliger dan in 1995, al achten ze de kans op herhaling van de hoogwaterdreiging nog steeds groot.
MEER INFORMATIE
Persbricht en rapport van onderzoek
H2O-bericht over campagne Hohohoogwater
Campagnepagina op site HWBP
Eigen onderzoek Waterschap Rijn en IJssel