Medicijnresten in afvalwater zijn een groot probleem, maar metingen zijn tijdrovend en kostbaar. Milieukundige Caterina Zillien van de Radboud Universiteit (RU) ontwikkelde een alternatief model dat op basis van gebruiksgegevens berekent hoeveel medicijnresten er in het afvalwater zouden moeten zitten.
website van de RU. Voor haar onderzoek, waarop Zillien morgen promoveert, dook ze zelf het riool in. Ze trok rioolputten in Nijmegen open en hing sponsjes in het afvalwater. De eerste keer zo’n sponsje eruit halen was wel even slikken, vertelt ze op de
Volgens de milieukundige zijn metingen om te kijken hoeveel medicijnresten er in het afvalwater zitten duur en kosten ze veel tijd. Haar model maakt die metingen overbodig: uit de rioolputtentest bleek dat hiermee net zo goed berekend kan worden hoeveel medicijnresten de rioolwaterzuivering te verwerken krijgt en waar ze precies vandaan komen.
Dat model is gebaseerd op gebruiksgegevens van 29 medicijnen, zoals paracetamol en bètablokkers. "Voor Nijmegen weten we bijvoorbeeld hoeveel medicijnen de ziekenhuizen gebruiken, wat dokters voorschrijven en wat mensen kopen bij de drogist."
Röntgencontrastvloeistoffen
De sponsjes werden door onderzoeksinstituut TNO geanalyseerd op afvalstoffen. Die resultaten vergeleek de milieukundige met haar model en dat bleek goed te kloppen. "Het mooie aan dit model is dat je meer inzicht kunt krijgen waar de medicijnresten nou precies vandaan komen en dat is natuurlijk superhandig om gericht maatregelen te nemen."
Zo bleek dat röntgencontrastvloeistoffen ongeveer 20 procent van de massa van de 29 medicijnen in het afvalwater uitmaakten. Die stoffen worden vooral in ziekenhuizen gebruikt, aldus de promovenda.
"Het Radboudumc is al langer bezig met het verminderen van hun milieu-impact en door deze resultaten willen ze bijvoorbeeld bij cardiologie andere toiletten plaatsen, die veel van die vloeistoffen eruit filteren."
Andere steden
Het Nijmeegse model is volgens Zillien ook toepasbaar voor andere medicijnresten en in andere steden, mits daarvoor voldoende gebruiksgegevens beschikbaar zijn. Hoe groot het probleem werkelijk is, valt moeilijk vast te stellen omdat nog niet van alle stoffen duidelijk is wat hun effect is op het waterleven. Daarvoor is meer onderzoek nodig.