Waterschap Noorderzijlvest doet dezer dagen met een innovatieve methode onderzoek naar de waterkwaliteit op twee plaatsen in Groningen. Door gelijktijdig een onderwaterdrone en een grondsensor in te zetten, ontstaat een integraal en gedetailleerd beeld van de waterkwaliteit.
In het Paterswoldsemeer en de Hoornse plas in Groningen is een bootje van waterschap Noorderzijlvest bezig in totaal 140 kilometer af te leggen langs vooraf vastgestelde vaarlijnen. In drie of vier dagen test het waterschap een innovatieve methode om de waterkwaliteit te onderzoeken, door gelijktijdig een onderwaterdrone en een grondsensor in te zetten.
Het onderzoek naar oppervlaktewater gebeurt veelal nog met proefmonsters in flesjes en de bodemkwaliteit wordt vaak door middel van een peilstok onderzocht. “De onderwaterdrone heeft het grote voordeel dat we op allerlei verschillende plekken én verschillende diepten onderzoek kunnen doen, zodat er een integraal beeld van de waterkwaliteit ontstaat”, zegt woordvoerder Siebrand van der Wal van waterschap Noorderzijlvest.
De inzet van een onderwaterdrone is weliswaar niet nieuw, maar waterschappen gebruiken ze nog niet veelvuldig, zegt hij. “Wat wel echt revolutionair is aan onze methode, is dat we tegelijk ook een sensor en grondradar inzetten.” Die sensor van het bedrijf Medusa Explorations, stelt de samenstelling van de bodem vast, brengt de diepte van de watergang in beeld en spoort de eventuele aanwezigheid van ‘bodemvreemd materiaal’ op. Met een grondradar wordt de dikte van de sliblaag gemeten. Bij het onderzoek wordt de Medusa-sensor over de bodem van het meer gesleept achter een boot. De grondradar wordt in een kano over het meer gevaren.
Het innovatieve onderzoek vindt plaats in samenwerking met de Onderzoeksgroep Ruimtelijke Transformaties – Water van de Groningse Hanzehogeschool. Die groep doet onderzoek naar het inzetten van onderwaterdrones van het bedrijf INDYMO voor het verkrijgen van een 3D-beeld van de waterkwaliteit en ecologie in de plas. De drones zijn uitgerust met onderwatercamera’s en diverse sensoren die verschillende stoffen continu meten. Daarbij gaat het om het zuurstofgehalte, nutriënten, geleidbaarheid, temperatuur, zuurtegraad, diepte en chlorofyl.
“Deze meetmethode geeft een meer betrouwbaar én een veel gedetailleerder en specifieker beeld van de waterkwaliteit”, aldus Van der Wal. “Betere gegevens betekent dat we betere maatregelen kunnen nemen om de kwaliteit van het water goed te houden. Dan kan bijvoorbeeld als er voortekenen zijn voor het ontstaan van blauwalg.”
De tests op het Paterswoldsemeer en de Hoornse plas zijn afgelopen woensdag begonnen en zouden in principe voor het weekend klaar moeten zijn. Er is een kans dat de volledige 140 kilometer dan nog niet helemaal is afgelegd. In dat geval volgt maandag een extra onderzoeksdag.