Waterschap Noorderzijlvest wil ruim 30 miljoen euro besteden aan drie ecologische ‘koppelkansen’ bij de versterking van de Lauwersmeerdijk. Die moeten onder andere zorgen voor een zachtere overgang tussen zoet en zout water. Ook wil het bestuur de komende jaren versneld investeren in noodzakelijk onderhoud van watererfgoed.
De dijkversterking Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat is vorig jaar april van start gegaan en duurt tot 2027. Het gaat om een zeedijk van 9 kilometer tussen Lauwersoog en de Westpolder, die het Lauwersmeergebied en het Groningse en Friese achterland voor overstromingen moet behoeden.
Bij de versterking worden vijf koppelkansen meegenomen. Voor twee daarvan is eerder al geld gereserveerd: een tweede ontsluitingsweg naar de haven in Lauwersoog en het groot onderhoud aan de westelijke havendam.
Gisteravond besloot het algemeen bestuur van Waterschap Noorderzijlvest als opdrachtgever ook een krediet te verlenen voor drie ‘plussen voor ecologie’. Die moeten de ecologische waarden langs dit deel van de Waddenkust vergroten en de harde overgang tussen zoet en zout water verzachten.
Getijdenpoelen
Allereerst wordt aan de teen van het landelijke deel van de dijk met kunstmatige riffen en getijdenpoelen een natuurlijke en geleidelijke overgang gerealiseerd tussen het Wad en de dijk. Dat zorgt voor meer geschikte leefgebieden voor schelp- en weekdieren en een voedselrijker gebied voor vissen en vogels.
Ten oosten van de Lauwersmeerdijk, bij de Westpolder, worden rijshouten dammen aangelegd. Daardoor ontstaat een nieuw kweldergebied, dat op de lange termijn ook bijdraagt aan de veiligheid bij hoogwater doordat het een remmende werking heeft.
De Marnewaard tot slot krijgt achter de dijk een brakwatermilieu, dat de biodiversiteit vergroot en de waterkwaliteit verbetert. In de dijk komt een getijdenduiker, waardoor zeewater gecontroleerd en binnen peilgrenzen in en uit het gebied kan stromen.
Startschot
De drie ecologische projecten kosten in totaal ruim 30 miljoen euro en worden gefinancierd vanuit het Waddenfonds (13 miljoen euro), het Programma Aanpak Grote Wateren (16 miljoen euro), de Provincie Groningen (3 miljoen euro) en het compensatiefonds van TenneT (500.000 euro).
Op 3 juni wordt het startschot gegeven voor de aanleg van de getijdenduiker in de Marnewaard, de andere twee projecten volgen later dit en volgend jaar.
Voor het onderhoud van zijn watererfgoed trekt Noorderzijlvest de komende jaren 5,5 miljoen euro uit. De prioriteit ligt bij (rijks)monumenten die nog een functie hebben, zoals gemaal De Waterwolf, de waarhuizen Schaphalsterzijl en Schouwerzijl en enkele sluizen bij Veenhuizen.