Hoe kan de waterbeheerder het beste omgaan met probleemstoffen in het oppervlaktewater? Dat wordt beschreven in een flink aantal basisdocumenten per stof. Hierin staat praktische informatie over de stappen van diagnose, bronnenanalyse en maatregelenanalyse.
De basisdocumenten zijn het resultaat van een project dat twee jaar heeft geduurd. Zij zijn in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat opgesteld door kennisinstituut Deltares en onderzoeks- en adviesbureau Ecofide. Ook de waterschappen waren vertegenwoordigd in de begeleiding van het project.
De documenten die de vorm van excelbestanden hebben, beschrijven prioritaire of specifieke verontreinigende stoffen die in een of meer waterlichamen de norm overschrijden. In totaal zijn er zo’n tachtig basisdocumenten gemaakt. Vijf categorieën worden onderscheiden: organische stoffen in zoet water, organische stoffen in zout of overgangswater, metalen in zoet water, metalen in zout of overgangswater en nieuwe prioritaire stoffen in alle wateren.
Meer munitie
Volgens Leonard Osté, projectleider bij Deltares, stimuleren de documenten dat waterbeheerders gerichter actie ondernemen om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. “Wij hebben hiervoor ongeveer vijftig stoffen geselecteerd die ergens in een waterlichaam zorgen voor een overschrijding. Je hebt nu meer munitie voor een goede omgang met deze stoffen en ook met overschrijdingen. Het kan gaan om maatregelen, maar ook om acties in het voortraject. Bijvoorbeeld hoe je beter kunt meten.”
De aanleiding voor het project was dat waterbeheerders erg veel overschrijdingen van stoffen in het oppervlaktewater rapporteerden. Zij gaven aan niet zo goed te weten hoe hiermee om te gaan. Ook ontbrak een beetje het gevoel van urgentie. Osté verwacht dat de basisdocumenten hierin verandering brengen. “Deze bieden de waterbeheerder een handelingsperspectief.”
Weergave van de advisering in drie stappen bij een stof
Drie stappen
In de basisdocumenten worden drie stappen onderscheiden: diagnose, bronnenanalyse en maatregelenanalyse. Bij de diagnose hebben de opstellers gekeken naar wat nu eigenlijk het probleem bij een bepaalde stof is. Osté licht toe: “Het gaat om vragen als: hoe vaak wordt zo'n stof overschreden? Gebeurt dat in een specifieke regio? Kan de stof wel goed worden gemeten? Als er bij een stof een echte normoverschrijding is, volgt stap twee. Wat zijn de mogelijke oorzaken?”
Hierbij zijn alle relevante bronnen vermeld. Ook als het gaat om een bron die niet in de emissieregistratie is opgenomen, vertelt Osté. “Zo lijkt voor een aantal zware metalen uitspoeling vanuit de bodem naar het oppervlaktewater een forse bijdrage te leveren aan de totale verontreiniging. Dat wordt niet genoemd in de emissieregistratie. Dergelijke omissies hebben geleid tot enkele acties om een betere grip op deze registratie te krijgen.”
Vijftien stoffen
Bij een deel van de stoffen bleek nog te weinig bekend over de bronnen om effectieve maatregelen te kunnen definiëren. Osté: “Voor deze stoffen zijn vervolgacties nodig, zoals het beter in beeld brengen waar de emissies vandaan kunnen komen. Waterbeheerders kunnen wel aan de slag om emissies in hun gebied beter in kaart te brengen en te reduceren. Voor gewasbeschermingsmiddelen zijn vaak al vergevorderde reducties of verboden ingesteld. Wij hebben dus eigenlijk afgepeld, waardoor bij de derde stap vijftien stoffen zijn overgebleven. Hiervan zeggen we: de problemen en de oorzaken zijn duidelijk en de waterbeheerders moeten er gewoon iets mee doen.”
Daaraan kunnen volgens Osté acties op regionaal, landelijk of Europees niveau worden verbonden. “De waterbeheerders kunnen bijvoorbeeld zelf investeren in een extra inspanning bij een waterzuiveringsinstallatie. Ook kan er een inspanning nodig zijn van andere sectoren zoals industrie en landbouw of bij beleidsterreinen als emissies naar lucht.”
'De basisdocumenten bieden de waterbeheerder een handelingsperspectief'
Metalen en PAK’s
Het gaat bij de vijftien stoffen voornamelijk om metalen – onder meer koper, nikkel en zink – en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). “Er is vaak al veel bekend over deze stoffen”, zegt Osté. “Neem de PAK’s in oppervlaktewater. Verreweg de grootste bron is het voor de gezelligheid stoken van hout in houtkachels en open haarden. Dat staat natuurlijk ver af van waterbeheerders, maar zij kunnen dit onderwerp wel agenderen. Scheepvaart levert ook een bijdrage aan de verontreiniging van water met PAK’s. Daar zou best naar mogen worden gekeken.”
Waterbeheerders moeten voor elk waterlichaam een oordeel geven over ongeveer honderdvijftig stoffen. Dat lukt in de praktijk bij lange niet, merkt Osté tot besluit op. “Een groot probleem. Daarom is het belangrijk dat waterbeheerders hun meetnet voor monitoring verbeteren. Dan kunnen zij op basis daarvan voldoende onderbouwen welke stoffen wel en niet in een gebied voorkomen.”
MEER INFORMATIE
Basisdocumenten en begeleidend rapport op site Deltares