Waterschappen en vakbonden worden het maar niet eens over een CAO voor de jaren 2017 en 2018. Om de onderhandelingen vlot te trekken, gaat een onafhankelijke partij nu de inkomens van waterschapsmedewerkers vergelijken met die van andere overheden.
De vakbonden wezen in december vorig jaar het eindbod van de waterschappen af en gingen daarna in conclaaf met hun leden. “Het is uiteindelijk een klassiek CAO-conflict,” zegt FNV bestuurder Xander van de Scheur. “Zij bieden volgens ons te weinig en wij vragen volgens hen te veel. Onze leden steunen ons in deze afwijzing, dat is gebleken bij ons rondje langs de velden.” Onderdeel van de discussie is niet alleen het salaris van de waterschapsmedewerkers, maar het volledige inkomen. Dus inclusief het individuele keuzebudget. Ook gemeenten en provincies beschikken over vergelijkbare budgetten, maar de opbouw is steeds iets anders.
Verschil van inzicht
Het vergelijken van het volledige inkomen is dus ingewikkelder dan het naast elkaar leggen van salarisschalen. Vakbonden en werkgevers verschillen van inzicht over hoe de individuele keuzebudgetten worden mee worden gewogen. “Om zeker te stellen dat we van dezelfde gegevens uitgaan, laten we nu onafhankelijk onderzoeken hoe de inkomens er bij gemeenten en provincies uitzien,” legt Roelof Bleker uit. Bleker is dijkgraaf van waterschap Rivierenland en hij leidt de onderhandelingsdelegatie van de waterschappen. “Wij stellen ons op het standpunt dat we onze mensen minimaal hetzelfde willen betalen als deze overheidsinstellingen.”
De onafhankelijke onderzoekers zouden half mei met hun advies moeten komen, waarna in mei en juni definitieve afspraken gemaakt kunnen worden. Dat is volgens Bleker ook nodig. Hij vindt dat het onderhandelen al lang genoeg heeft geduurd. De circa 11.000 medewerkers van de Nederlandse waterschappen werken nu al ruim een jaar zonder CAO. “Voor de medewerkers duurt het allemaal te lang. We liggen nog ver uit elkaar, maar zijn het er over eens dat er een loonsverhoging gaat komen. Ik wil dat de medewerkers van de waterschappen die in juli op hun loonstrookje zien.”
Minder optimistisch
Van de Scheur wacht de uitkomsten van het nieuwe onderzoek af, maar is minder optimistisch dan Bleker over een snelle oplossing. “Het gat is echt groot en de waterschappen hebben nog maar heel weinig beweging laten zien. Het eindbod in december was 3 procent loonsverhoging voor 2 jaar en wij eisen het dubbele. Dus laat die onafhankelijke partij maar komen met hun analyse, maar het is de werkgever die zal moeten gaan bewegen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de 1,4% van de loonsom die de waterschappen na de aanpassing van pensioenfonds ABP overhouden en niet terug willen geven aan de werknemers. Terwijl alle andere overheidsinstellingen dat wel gewoon doen.”
De waterschappen hebben een andere versie van de gebeurtenissen. "We hebben eerder aan de vakbonden aangeboden het geld uit pensioenen wel degelijk aan de werknemers terug te geven," zegt Bleker. Hij denkt dat veel misverstanden kunnen worden weggenomen door het onafhankelijke onderzoek. “Laten we op basis van een gemeenschappelijke referentie het vertrouwen creëren dat nodig is om de onderhandelingen goed en snel af te ronden.”