De Waddenzee heeft een bijna gesloten slibbalans. Per jaar komt er 13,5 miljoen ton slib de Waddenzee in vanuit de Noordzee en rivieren, terwijl er ruim 12 miljoen ton wordt onttrokken of afgezet. ‘Slib is dus niet oneindig voorradig in de Waddenzee.’
‘Als we praten over slib en sediment, dan wordt vaak gedacht dat het een oneindige bron is”, zegt Ana Colina Alonso. Zij promoveerde onlangs aan de TU Delft op onderzoek naar zand-slib morfodynamica en publiceerde, gebaseerd op haar proefschrift, een artikel in het Nature tijdschrift Communications Earth and Environment over de slibbalans van de Waddenzee en de implicaties hiervan voor sedimentbeheer.
Colina Alonso en haar collega’s analyseerden de aan- en afvoer van de slibvoorraad in de Waddenzee door middel van literatuuronderzoek en berekeningen. “Dan blijkt dat er jaarlijks 12 miljoen ton slib wordt aangevoerd vanuit de Noordzee, 1,5 miljoen ton slib komt er uit verschillende rivieren. Menselijke activiteit en afzetting in kwelders en bekkens zorgen voor een afvoer van 12 miljoen ton slib per jaar. De Waddenzee als geheel heeft daarmee een vrijwel gesloten balans.”
Dat betekent echter nog niet dat er overal in de Waddenzee genoeg slib beschikbaar is. “We zien in het noordelijk deel van de Waddenzee, daarmee bedoel ik het Duitse en met name het Deense deel, dat er plaatselijk al tekorten ontstaan. Als de zeespiegel verder stijgt, zal het tekort toenemen en dat kan op termijn voor problemen zorgen.”
De mate waarin, en de manier waarop kusten mee kunnen groeien met de zeespiegelstijging is namelijk afhankelijk van de sedimentvoorraad voor de kusten. “Wij vinden het in elk geval belangrijk dat het bewustzijn groeit dat we het slib nodig hebben om ons te verweren tegen de zeespiegelstijging en dat we er dus niet zomaar vanuit kunnen gaan dat er altijd voldoende slib beschikbaar is.”
Colina Alonso hoopt dat de drie Waddenzeelanden intensief samen zullen werken bij het oplossen van toekomstige uitdagingen. “Dat begint bijvoorbeeld bij het onderzoek, bijvoorbeeld met het verder uitwerken van de trilaterale datasets. Maar het gaat zeker ook over de ingrepen die we als mensen in de Waddenzee doen. De impact daarvan zullen we over de grenzen heen moeten beoordelen .”