Wat is de invloed van overstromingen op de verspreiding van plastic afval in rivieren? Dat is voor het eerst wereldwijd in beeld gebracht door onderzoekers van onder meer Wageningen University & Research en de Vrije Universiteit Amsterdam. In Nederland valt het effect mee, maar in veel landen vermenigvuldigt de hoeveelheid plastic.
De grootste problemen doen zich voor op vier hotspots: de delta’s van de Mekong in Vietnam, de Ganges in Bangladesh, de Nijl in Egypte en de Gambia in West-Afrika. Hier kan na een overstroming twintig tot veertig zo veel plastic in de rivier terechtkomen. Het gaat om een berekening op het niveau van een land, zegt onderzoeker Caspar Roebroek van Wageningen University & Research (WUR). “Op sommige plekken in deze landen is de situatie nog vele malen erger.”
De vier deltagebieden hebben met elkaar gemeen dat ze zeer groot en dichtbevolkt zijn, bescherming tegen overstromingen grotendeels ontbreekt en er veel plastic aanwezig is. Door een betere verdediging tegen overstroming en meer opruimen van plastic is er volgens Roebroek veel winst te behalen. “Dat vereist wel een grote bijdrage van de internationale gemeenschap. We kunnen alleen met zijn allen het mondiale probleem van plastic afval in rivieren en zeeën oplossen.”
Op wereldschaal gekwantificeerd
Deze problematiek was nog niet eerder zo omvangrijk in beeld gebracht, vertelt WUR-collega Tim van Emmerik. “De belangrijkste vraag bij plastic vervuiling in en rondom rivieren is: hoe wordt plastic getransporteerd? Daarvoor zijn allerlei hypotheses, onder meer dat plastic door mensen wordt achtergelaten of dat het via de riolering in de rivier terechtkomt. Maar kunnen natuurrampen niet maatgevend zijn voor het mobiliseren en transporteren van plastic afval? Dit hebben we voor overstromingen nu voor het eerst op wereldschaal gekwantificeerd.”
Roebroek en Van Emmerik hebben hierbij samengewerkt met onderzoekers van het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) en de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij konden gebruikmaken van risicokaarten voor overstromingen met herhalingstijden van onder meer tien, honderd of vijfhonderd jaar. Van Emmerik: “Hoe ver treedt de rivier dan buiten de oevers? De voetafdruk van overstromingen hebben wij gecombineerd met de hoeveelheid plastics die jaarlijks in een bepaald gebied terechtkomt in het milieu. Op deze manier hebben we voor de hele wereld in beeld kunnen brengen hoeveel plastic wordt gemobiliseerd bij een overstroming van een bepaalde afmeting.”
Landen als Duitsland, Japan, Nederland en Zuid-Korea zouden zonder hun goede verdediging tegen overstromingen ook erg hoog in de lijst staan, merkt Van Emmerik op. “Bij de huidige hoogwatergolf is er wel extra plastic vervuiling door verhoogde waterafvoer. Dat is echter een ander mechanisme dan verspreiding van extra plastic afval door een overstroming.”
Anders denken over oplossingen
Volgens Roebroek ligt er veel druk op instanties om oplossingen te vinden voor plastic vervuiling. “Om specifiek te kunnen ingrijpen, moet je eerst begrijpen hoe plastic zich verplaatst. Uit ons onderzoek blijkt dat het minstens even belangrijk is, zo niet belangrijker, om je te focussen op extreme events dan op de normale gang van zaken. Zo zijn na de tsunami in Japan in 2011 grote hoeveelheden plastic overal in de wereld terechtgekomen.”
Van Emmerik hoopt dat dit leidt tot een andere manier van denken over oplossingen. Hij wijst erop dat er nu allerlei technische methodes worden bedacht voor het continu verzamelen van plastic afval op rivieren en in zeeën, zoals afvangapparaten en bellenschermen. “Zulke oplossingen zetten echter weinig zoden aan de dijk bij een overstroming. Plastic in rivieren en zeeën zou je eigenlijk moeten zien als een soort olieramp. Haal deze troep bij een natuurramp meteen weg uit het milieu of als dat niet veilig kan, zo snel mogelijk erna. Hiervoor is nog geen technische oplossing, omdat technische partijen dit concept nog niet meenemen.”
Preventieve aanpak belangrijk
Roebroek wijst op het belang van een preventieve aanpak. “Daarvoor zijn redelijk effectieve manieren. Als bijvoorbeeld een gemeentelijke afvalinfrastructuur in een overstromingsbied staat, kan de ene ramp zich gemakkelijk op de andere stapelen. Door de structuur buiten het gebied te plaatsen, los je al bij voorbaat veel op.”
Voor de WUR blijft plastic afval in rivieren een belangrijk onderzoeksthema, besluit Van Emmerik. “We willen beter uitzoeken waar plastic blijft en wat de impact op mens en milieu is. Ook gaan we kijken naar de invloed van andere vormen van natuurgeweld, zoals aardbevingen, cyclonen en tornado’s.”
MEER INFORMATIE
Toelichting op onderzoek door WUR
Bericht van VU Amsterdam
Publicatie in Environmental Research Letters