secundair logo knw 1

Op de slaperdijken biedt langer gras vogels en insecten bescherming. Foto Grauwe Kiekendief

Met een aangepast beheer bieden slaperdijken in het noordelijk kustgebied volop kansen voor bedreigde soorten. Dat blijkt uit de voorlopige resultaten van de pilot ‘Natuurrijke slaperdijken Groningen’. Al na twee jaar was het aantal muizen, broedvogels en insecten flink toegenomen.

De driejarige pilot is in 2020 gestart op initiatief van Landschapsbeheer Groningen, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels en Vogelbescherming Nederland. Het doel is de natuur op de slaperdijken te versterken en daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het agrarisch gebied.

0305 Irene LantmanIrene LantmanDe eerste resultaten – waarover eerder al in Nature Today werd gepubliceerd - zijn veel beter dan verwacht, zegt Irene Lantman van Landschapsbeheer Groningen. “Eigenlijk alleen al door het uitstellen van het maaien en het beperken van begrazing. Het verwachte positieve effect van de aangeplante meidoornstruwelen laat nog even op zich wachten tot deze volgroeid zijn.”

De zogenaamde slaperdijken, die door inpoldering landinwaarts kwamen te liggen en hun directe zeewerende functie verloren, zijn beeldbepalend voor het Groninger landschap. Voor de pilot zijn dwars over deze dijken op 24 plaatsen meidoornhagen aangeplant als natuurlijke perceelscheiding. De struwelen bieden beschutting, nestgelegenheid en voedsel voor vogels en insecten. Ook zijn er vogelakkers aangelegd.

Grauwe gorzen
Rond de struwelen is natuurvriendelijk maaibeheer toegepast, wat wil zeggen dat er pas na het broedseizoen wordt gemaaid. De begrazing door schapen is beperkt, zodat er langer gras ontstaat dat vogels en insecten bescherming biedt.

In de dijkvakken van de deelnemende agrariërs werd duidelijk meer muizenactiviteit waargenomen. Ook het aantal roofvogels en kleine zangvogels was toegenomen. Heel opvallend is volgens Lantman dat er grauwe gorzen zijn gespot en dat op één perceel kiekendieven broedden. “Dat zijn toch wel aansprekende soorten, die niet vaak worden waargenomen.”

Daarnaast bleek ook het aantal insecten, zoals loopkevers en spinnen, op de deelnemende dijken aanzienlijk groter dan op de dijken die niet aan de pilot meedoen.

Vervolg in Oldambt
De pilot in Noord- en Oost-Groningen liep tot eind 2022. De resultaten van het laatste monitorjaar moeten nog verwerkt worden. “Het is dus nog even spannend of de positieve resultaten van de eerste twee jaren hebben doorgezet”, aldus Lantman.

Inmiddels heeft het pilotproject een vervolg gekregen in het Oost-Groninger Oldambt. Hier wordt eerst de huidige kwaliteit van de dijken in kaart gebracht. “Uit een eerder onderzoek naar slaperdijken in Zuid-Nederland blijkt dat dit een belangrijke factor is”, verklaart Lantman.

Het onderhoud van de zestien struweelvakken in het Oldambt moet gewaarborgd worden door de inzet van vrijwilligers. Boeren en andere beheerders krijgen advies om het beheer te verbeteren.

“Dit project is een mooi voorbeeld van hoe agrarisch beheer kan samengaan met natuur", zegt Lantman. "Door met boeren, grondeigenaren en natuurbeheerders samen te werken, kun je met relatief eenvoudige ingrepen tot veel resultaat komen."

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie
Is dit niet wat eenzijdige berichtgeving? Op Wikipedia staat te lezen: "Op 29 mei 2024 werd bekend dat door The Ocean Cleanup voor de 100e keer plastic afval uit de Grote Oceaan gehaald is. In totaal werd er met die 100 keren 385.000 kilogram opgevist" waarbij wordt verwezen naar nu.nl. Zelfs als de 11,5 miljoen kilo gehaald is (30 keer zo veel als in het geciteerde bericht) dan is dat nog steeds geen 1 procent van de geschatte hoeveelheid plastic in de oceanen (2-8 miljoen ton, volgens schattingen VN). Maar wat voor ons technologen denk ik zeer interessant is en ook in dit vakblad aandacht verdient, zijn de onbedoelde mogelijke schadelijke effecten voor het zeeleven. Hierover is een congres in Liverpool geweest in 2020. Mogelijk is er inmiddels meer onderzoek naar gedaan. In een artikel uit 2020 legde De Correspondent bloot welke keerzijdes er aan een goedwillende techniek als de Ocean Cleanup kunnen zitten en het spanningsveld tussen iets willen oplossen en de vraag voldoende breed in kaart hebben (https://decorrespondent.nl/11379/niemand-weet-welk-probleem-the-ocean-cleanup-eigenlijk-oplost/4ab9e62f-1927-0845-3b42-426dba6ac6b3). Een hoekje ethiek der techniek zou niet misstaan in een vakblad als H2O, lijkt me.
Leuk verhaal maar het klopt niet, helemaal niet. Ik woon al 72 jaar in de lage uiterwaard  bij km paal 951 en sinds RvdR  ( 2012) komt er meer water door de IJssel . Kom maar eens een middagje praten dan leg ik uit.
Because it's somebody elses computer you can blame someone else? :-) Lekker makkelijk. De burger weer opzadelen met extra kosten die door mensen die het beleid maken en zelf waarschijnlijk de rekening niet hoeven te betalen :-)