De provincie Zuid-Holland en het waterbedrijf Dunea hebben gelijk gekregen in een rechtszaak die ze hadden aangespannen tegen het ministerie van Economische Zaken. Volgens de rechtbank in Den Haag beschouwde het ministerie hen ten onrechte niet als belanghebbende bij een aantal procedures voor geothermielocaties in gebieden waar er een drinkwaterbelang is.
De provincie en het drinkwaterbedrijf gingen bij de rechter in beroep, nadat het ministerie van EZ in 2021 opsporingsvergunningen in de regio Holland Rijnland afgaf aan vier bedrijven waaronder Shell. In de aanloop naar de vergunningverlening was Dunea geraadpleegd via de provincie Zuid-Holland en kwam toen met een negatief advies.
Het ministerie van EZ merkte de twee partijen echter aan als niet-belanghebbend. “Zo werden twee bezwaarschriften terzijde geschoven en werden opsporingsvergunningen voor geothermie verleend aan geothermiebedrijven”, geeft Dunea in een toelichting aan.
Bestaande en gereserveerde waterwingebieden
Bij twee opsporingsvergunningen gaat het volgens Dunea gedeeltelijk om een waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied, terwijl mijnbouwactiviteiten hier bij wet verboden zijn. Twee andere opsporingsvergunningen bevatten gebied dat is gereserveerd voor toekomstige drinkwaterbronnen.
Hierover meldt Dunea in een eerder bericht: “Geothermie en waterwinning gaan niet samen omdat boringen belangrijke kleilagen waterdoorlatend maken en boren een te groot risico geeft op vervuiling van het zoete grondwaterlichaam.”
Provincie en Dunea wel belanghebbend
De rechtbank in Den Haag stelden vorige week de provincie Zuid-Holland en Dunea in het gelijk. Volgens het vonnis zijn zij belanghebbende partijen. Ze hebben een rol bij de vergunningverlening wanneer er sprake is van geothermielocaties in huidige en nieuwe drinkwatergebieden.
Dunea over de uitspraak: “De rechtbank heeft het ministerie van Economische Zaken nu op de vingers getikt, want in de Mijnbouwwet staat expliciet vermeld dat de aanwezigheid van grondwater voor de winning van drinkwater een belang is dat óók bij de verlening van een opsporingsvergunning moet worden meegewogen. De rechtbank haalde deze wettekst aan in een korte maar duidelijke uitspraak.”
Bezwaren alsnog inhoudelijk behandeld
Dunea is tevreden over het vonnis. “Het ministerie moet de bezwaren nu alsnog inhoudelijk behandelen. We staan open voor gesprekken over het gevolg van de uitspraak, ook met de geothermiebedrijven.”
Volgens het drinkwaterbedrijf zijn er verder gesprekken over de toekomst nodig met zowel het ministerie van Economische zaken als het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Met als centrale vraag: hoe kan de toekomst van schoon drinkwater en veilige voorraadvorming alsnog en beter worden geborgd in het proces van vergunningverlening voor geothermie?
LEES OOK
H2O Actueel (februari 2022): Kamer verbiedt geothermie in drinkwatergebieden