Sommige diergeneesmiddelen zijn al bij zeer lage concentraties schadelijk voor waterorganismen. Dat blijkt uit een rapport van onderzoeks- en adviesbureau CLM. Welke concentraties daadwerkelijk in het oppervlaktewater voorkomen, moet verder worden onderzocht.
CLM onderzocht in opdracht van enkele provincies, waterschappen en Vewine (brancheorganisatie van drinkwaterbedrijven) het gebruik van diergeneesmiddelen en de mogelijke effecten op de waterkwaliteit. Daaruit blijkt dat een aantal middelen die veel worden gebruikt tegen parasieten – bijvoorbeeld ontwormingsmiddelen – al in zeer lage concentraties schadelijk zijn voor organismen als watervlooien. "De schadelijkheid van antibiotica voor waterdieren en waterplanten lijkt voor de meeste antibiotica juist beperkt", vertelt Carin Rougoor, adviseur bij CLM.
Dierenartsen houden het gebruik van geneesmiddelen nauwkeurig bij, maar die gegevens zijn niet openbaar. CLM gebruikte de gegevens die twee dierenartsenpraktijken vrijgaven, aangevuld met literatuurgegevens. Complicerende factor is ook dat de weg die medicijnresten precies afleggen, kan variëren, vertelt Rougoor.
"Een deel wordt afgebroken, een deel blijft lange tijd in de mestkelder, een ander deel wordt al snel uitgereden. Welke concentraties medicijnresten precies in het oppervlaktewater terechtkomen, is dus moeilijk vast te stellen. Ons advies aan de waterschappen is om dat te meten. Een deel van de ongeveer 40 stoffen die wij hebben onderzocht, komt overigens al in de meetgegevens van de waterschappen voor. Daarvan kunnen ze dus nu zien of de concentraties het waterleven niet bedreigen."