Rijkswaterstaat trekt het boetekleed aan over achterstallig onderhoud van het spui- en gemaalcomplex IJmuiden, waardoor Amsterdam in november vorig jaar aan een watersnoodramp ontsnapte. Deze stond niet op zich, in de spuisluizen van IJmuiden deden zich de afgelopen jaren vaker technische storingen voor, aldus onderzoek.
Het spui- en gemaalcomplex IJmuiden speelt een cruciale rol in de waterveiligheid van miljoenen Nederlanders in Noord-Holland. Het is niet alleen een belangrijke doorvoerroute voor grote zeeschepen, maar ook een primaire waterkering.
Op 2 november vorig jaar voltrok zich hier een bijna-ramp. In het spuicomplex ontstond een technisch probleem, waardoor de waterstanden op het Noordzeekanaal, de Amsterdamse grachten en Amsterdam-Rijnkanaal razendsnel opliepen. Zeewater kon vier uur lang binnenstromen via de zeven spuikokers. Door een technisch mankement lukte het niet om de spuisluizen te sluiten.
Het gevolg was dat het gemiddelde waterpeil op het Noordzeekanaal steeg naar 0.13 m NAP (streefpeil - 0.45 m NAP). De binnenstad van Amsterdam dreigde onder te lopen. Ook zouden rioleringen in de stad overstromen. De burgemeester werd uit bed gebeld en een ramp kon op het nippertje worden voorkomen.
Schokkende gebeurtenis
Een onafhankelijk veiligheidsonderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat spreekt van een ‘ernstige calamiteit’ en een ‘schokkende gebeurtenis’ die niet op zichzelf stond. In de spuisluizen van IJmuiden deden zich de afgelopen jaren vaker technische storingen voor.
“Er zijn in het onderzoek diverse aanwijzingen gevonden die erop wijzen dat de installatie niet effectief is in het vervullen van haar waterkerende functie, gezien de veiligheidskritieke rol van het systeem. Het spui- en gemaalcomplex heeft een cruciale functie voor waterveiligheid van miljoenen Nederlanders. Het is van belang dat de staat van het systeem passend is bij deze veiligheidskritieke functie”, oordelen de onderzoekers.
Volgens medewerkers van Rijkswaterstaat was er sprake van achterstallig onderhoud. “Financiële keuzes in het verleden liggen ten grondslag aan de huidige problemen in de effectiviteit”, aldus de medewerkers die anoniem blijven.
Veiligheidsonderzoek
Uit het veiligheidsonderzoek blijkt ook dat er binnen Rijkswaterstaat geen aandacht was voor gevoelens en emoties bij personeel over de bijna watersnood die zich voltrok. “Binnen Rijkswaterstaat is er geen eerstelijns-debrief geborgd voor schokkende gebeurtenissen. Om emotionele impact bij betrokken medewerkers te reduceren, is het van belang dat er een debrief wordt georganiseerd voor medewerkers uit betrokken dienstonderdelen bij schokkende gebeurtenissen”, luidt het advies.
Rijkswaterstaat liet vier evaluaties uitvoeren naar de calamiteit bij de spuisluizen: een incidentenonderzoek, een onderzoek naar de techniek en bediening, een onderzoek naar het functioneren van de betrokken teams en een onderzoek naar de samenwerking in de regio met de waterschappen. Gek genoeg is de oorzaak van de technische storing nog altijd niet achterhaald. Rijkswaterstaat probeert door middel van nabootsing alsnog de bronoorzaak te achterhalen.
Alarmbel
Op basis van deze evaluaties trekt Rijkswaterstaat het boetekleed aan en neemt het uiteenlopende maatregelen voor verbetering van onderhoud van het spuisluizen-complex IJmuiden. De bediening van het spui- en gemaalcomplex is verplaatst van bedien- en verkeerscentrale Schellingwoude naar IJmuiden.
De operators zijn nu ter plekke aanwezig, waardoor sneller kan worden gehandeld bij een calamiteit. Er is voortaan 24 uur per dag een aannemer op het complex om bij storingen in te grijpen. In de bedieningsruimte is een alarmbel geplaatst die afgaat zodra het waterpeil van het Noordzeekanaal stijgt.
Rijkswaterstaat voert daarnaast het onderhoud van het sluizencomplex in IJmuiden op naar het niveau van een stormvloedkering. IJmuiden voldoet daarmee aan dezelfde hoge standaard van beheer als de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en de Maeslantkering, de Hollandse IJsselkering, Hartelkering, Haringvlietsluizen en Stormvloedkering Ramspol.