Rijkswaterstaat heeft het waterpeil in het IJsselmeer en Markermeer met vijf centimeter verhoogd tot een peil van -0,15 m NAP. Daarmee houdt de dienst 100 miljoen m3 extra zoetwater vast. De normale hoogte voor deze tijd van het jaar is -0,20 m NAP.
De verhoging was al aangekondigd. Door extra water vast te houden, anticipeert de dienst op de wateraanvoer van de grote rivieren, die als gevolg van de geringe sneeuwvoorraad in de Alpen in het voorjaar minder zal zijn dan normaal, zo is de verwachting.
Daardoor is ook de afvoer van de Rijn kwetsbaar, aldus Rijkswaterstaat. ”Zodra het voorjaar van start is en het weer wat zonniger wordt, zal het meerpeil van het IJsselmeer en het Markermeer door het gebruik in de omliggende regio’s en verdamping dalen.”
Het is dit jaar voor het eerst dat al zo vroeg het peil wordt verhoogd. Vorig jaar gebeurde dat pas in mei toen het al een tijdlang droog was. Over de verhoging nu is overleg geweest met 'de natuurorganisaties en onze samenwerkingspartners in het IJsselmeergebied aangezien het broedseizoen nog moet starten', laat Rijkswaterstaat weten.
Het flexibele peilbeheer wordt sinds 7 februari 2019 toegepast, nadat in 2018 het peilbesluit IJsselmeergebied was genomen. Toen is met de waterschappen afgesproken om volgens het protocol Operationeel Flexibel Peilbesluit het waterbeheer in het IJsselmeergebied uit te voeren.
Met aanpassen van het waterpeil kan beter worden ingespeeld op extreem droge periodes en de behoefte aan zoetwater. De extra buffer is belangrijk voor met name landbouw en natuur in het noorden van Nederland.