Het is Rijkswaterstaat op de valreep van dit jaar nog gelukt om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten. Sinds vorige week oefenen medewerkers met een aantal korte testopeningen als voorbereiding op visvriendelijk spuisluisbeheer.
Dat is mogelijk sinds minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op 15 november het Kierbesluit officieel in werking stelde. Die datum was al uitgesteld vanwege de droogte. Nu het water in de rivieren weer is gestegen, acht Rijkswaterstaat de tijd rijp om te testen of de bediensystemen goed werken. Tegelijk worden de eerste zoutverspreidingstesten uitgevoerd.
Het Kierbesluit houdt in dat de Haringvlietsluizen bij voldoende hoge rivierwaterafvoer op een kier mogen, zodat vissen vanaf de Noordzee makkelijker het Haringvliet op kunnen. Trekvissen als zalm en zeeforel zullen dan terugkeren naar hun geboortegrond hoog op de rivier om te paaien, zo is de verwachting. De Haringvlietdam is voor hen een groot obstakel.
Om te voorkomen dat er zout water in het Haringvliet komt, gaan de sluizen dicht als het zeewater onder het peil van het Haringvliet staat. Bij visvriendelijk sluisbeheer blijft een schuif na het spuien bij nagenoeg gelijke waterstanden circa 15 minuten langer open staan. Er is dan een lichte stroming richting het Haringvliet, waarmee vissen naar binnen kunnen.
Rijkswaterstaat onderzoekt of het zout dat hiermee ook naar binnen komt tijdens de volgende spuiperiode en via de zoutriolen (een soort drainagesysteem) afgevoerd kan worden. De bedoeling is dat deze proef ‘zoutneutraal’ uitgevoerd wordt. Als na een aantal proeven blijkt dat dit goed en veilig werkt, dan wordt dit het sluisbeheer in tijden van lage rivierafvoer.
MEER INFORMATIE
Eerder bericht RWS over Kierbesluit
Als Haringvlietsluizen op een kier gaan, moet blijken of het zout zich gedraagt zoals in de modellen