Het RIVM heeft nieuwe risicogrenzen voor poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in oppervlaktewater berekend. Zij zijn 12 tot 160 keer lager dan de bestaande normen. Het uitgangspunt is dat mensen hun leven lang vis uit oppervlaktewater kunnen eten zonder dat dit schadelijk voor hun gezondheid is.
De nieuwe risicogrenzen zijn advieswaarden, geeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan in het onderzoeksrapport. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kan mede op basis van dit onderzoek besluiten om de waterkwaliteitsnormen voor PFAS aan te passen. PFAS is de verzamelnaam voor een omvangrijke groep chemische stoffen die door de mens zijn gemaakt en een negatief effect kunnen hebben op milieu en volksgezondheid.
Gezondheidsheidskundige grenswaarde basis
Het RIVM baseerde zich bij het onderzoek op de gezondheidsheidskundige grenswaarde voor PFAS die de Europese Autoriteit voor Voedselkwaliteit (EFSA) in 2020 heeft bepaald. EFSA gebruikte daarvoor de som van perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), perfluoroctaanzuur (PFOA), perfluornonaanzuur (PFNA) en perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS).
De gezondheidskundige grenswaarde werkt door in de beoordeling van waterkwaliteit, omdat hierbij rekening wordt gehouden met de hoeveelheid PFAS die mensen kunnen binnenkrijgen door het eten van vis. Het RIVM heeft nieuwe risicogrenzen berekend voor drie soorten PFAS waarvoor in Nederland normen voor oppervlaktewater bestaan: PFOS, PFOA en HFPO-DO (perfluor‐2‐propoxypropaanzuur ofwel GenX). Zij zijn uitgedrukt als concentraties in water, wat bijvoorbeeld belangrijk is voor het toetsen van restlozingen.
Nieuwe risicogrenzen tot 160 keer lager
De nieuwe risicogrenzen geven aan hoeveel PFAS in het water mogen zitten zodat mensen daaruit hun leven lang veilig vis kunnen eten. Zij zijn veel lager dan de bestaande normen. Dat komt omdat de stoffen volgens EFSA giftiger zijn dan eerder bekend was. De nieuwe risicogrenzen voor PFOA en PFOS zijn 90 tot 160 keer lager dan de nu geldende normen voor zoet water. De risicogrens voor de GenX-stoffen is 12 keer lager dan de huidige advieswaarde.
De nieuwe risicogrens voor PFOA in zoet en zout oppervlaktewater is 0,3 nanogram per liter. Voor PFOS is een risicogrens van slechts 0,007 nanogram per liter berekend. Het RIVM geeft als verklaring dat deze stof potenter is dan PFOA en een hogere bioaccumulatie (ophoping van stoffen in organismen) heeft. De GenX-stoffen zijn daarentegen minder potent dan PFOA en hopen zich minder op in vis. De risicogrens hiervoor is 10 nanogram per liter.
Vaak mengsels van PFAS
Het RIVM wijst erop dat er veel meer soorten PFAS zijn dan PFOA, PFOS en GenX. Het rijksinstituut heeft een rekenmethode ontwikkeld om de risico’s van de aanwezigheid van meerdere PFAS te bepalen, omdat zij zelden als losse stof maar meestal in mengsels voorkomen.
De verwachting is dat alle PFAS op een vergelijkbare manier werken en bijdragen aan de totale giftigheid van het mengsel. Daarom moeten zoveel mogelijk PFAS worden meegenomen bij de toetsing van lozingen en oppervlaktewatermonsters, aldus het RIVM.
LEES OOK
H2O Actueel: RIVM ontraadt eten van vis uit Westerschelde vanwege PFAS
H2O Actueel: PFAS in voedsel en drinkwater overschrijdt EFSA-norm