secundair logo knw 1

In de rivieren Maas en Rijn komen steeds meer nieuwe stoffen voor. Als gevolg daarvan kon in de Maas vorig jaar gedurende 312 dagen geen rivierwater worden ingenomen voor de productie van drinkwater. De Vereniging van Rivierwaterbedrijven (RIWA) spreekt over een zorgelijke ontwikkeling.

Een en ander staat in de jaarrapporten Maas en Rijn die RIWA heeft gepubliceerd. Hoewel het aantal ‘innamebeperkingen’ redelijk stabiel blijft, neemt de duur van de innamestop in de Maas sterk toe: van 79 dagen in 2011 tot 340 dagen in 2015 en 312 dagen in 2016. In de Rijn is na een piek in 2014 sprake van een afname van de duur van innamestop tot 6 dagen.

Er waren in de Maas ‘forse en veelvuldige overschrijdingen’ van de streefwaarde van het Europees Rivierenmemorandum (ERM) voor 'drinkwaterrelevante stoffen' als EDTA, glyfosaat, AMPA, metformine, guanylureum en desfenylchloridazon.

De overschrijdingen illustreren de ontwikkeling dat er steeds meer nieuwe en opkomende stoffen in het rivierwater worden aangetroffen, stelt RIWA. “Dat is een zorgelijke ontwikkeling, want de Rijn en de Maas zijn een zeer belangrijke bron voor de productie van drinkwater voor miljoenen huishoudens in Nederland en België.”

Klimaatverandering
Bij lozingsvergunningen is te weinig rekening gehouden met de effecten van de lozingen voor de drinkwatervoorzieningen, stelt RIWA. Ook bij het verstrekken van nieuwe vergunning wordt te weinig rekening gehouden met de drinkwaterfunctie van de rivier, aldus de vereniging. Voor nieuwe stoffen zijn vaak geen normen vastgesteld. “Door klimaatverandering nemen perioden met lage rivierafvoer toe. In die perioden lopen de concentraties van verontreiniging op, waardoor de bron voor drinkwatervoorziening sterk onder druk komt te staan.”

Ook worden de bronnen voor drinkwater onvoldoende beschermd door Europese wet- en regelgeving. “De Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat de waterkwaliteit van oppervlaktewater dient te verbeteren, zodat drinkwaterbedrijven op een natuurlijke manier drinkwater kunnen produceren. Europese normen houden echter geen rekening met deze eis.”

Voorzorgbeginsel
De vereniging vindt ‘een robuuste vergunningverlening met zorgvuldige normen op basis van het voorzorgbeginsel’ onmisbaar. Met het voorzorgbeginsel willen de drinkwaterbedrijven voorkomen dat nieuwe en opkomende stoffen in de rivieren terecht komen, zodat deze niet uit het water gehaald hoeven te worden. “Het voorzorgsbeginsel is één van de uitgangspunten van Europese milieuwetgeving, maar in de praktijk van regelgeving en uitvoering vindt dit beginsel maar weinig toepassing,” schrijft directeur Gerard Stroomberg van RIWA-Rijn in zijn jaarrapport.

Verder wil de vereniging dat overheden kwaliteitsnormen stellen voor opkomende stoffen die drinkwaterrelevant zijn, dat er duidelijkheid komt over bevoegdheden die overheden hebben bij het optreden tegen indirecte lozingen en dat de overheid lozingen adequaat monitort met dezelfde analysetechnieken die de drinkwaterbedrijven gebruiken. Want, zegt RIWA: "In de praktijk zijn het de drinkwaterbedrijven die steeds als eerste lijken te constateren dat er meer stoffen worden geloosd dan bekend verondersteld bij vergunningverlening."  

Ook moeten overheden niet wachten op de herziening van de Europese lijst van prioritaire stoffen, stelt RIWA. “Omdat deze niet gaat leiden tot milieukwaliteitseisen voor drink-waterrelevante stoffen zolang het toegepaste richtsnoer hierop niet is aangepast.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Duidelijk verhaal Marjolijn
Ik heb het gehele artikel slechts diagonaal gelezen maar wat ik al vast mis is dat het nog steeds geen beleid is om de bedrijven te (gaan) verbieden om ons nog een klein beetje goede gronddrinkwater te ge- of beter misbruiken voor proceskoeling. Hoogstens nog toe te staan in een gesloten circuit waardoor slechts incidenteel moet worden aangevuld en mits de warmte wordt hergebruikt, b.v. voor eigen of wijkverwarming. Zo kun je twee vliegen in een klap slaan (sorry voor de PvdD). En ja, dan moet er ook weer gecontroleerd en gehandhaafd gaan worden. Daar zal de politiek dan weer niet zo blij van worden. 
Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie