Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gaat in beroep bij de Raad van State tegen het bestemmingsplan ’Middengebied Zuidplaspolder’ van de gemeente Zuidplas. Deze gemeente wil 8000 woningen en 2 bedrijventerreinen bouwen in de laaggelegen polder. Het hoogheemraadschap vindt dat de waterveiligheid niet genoeg geborgd is.
“Idealiter bevat het bestemmingsplan van een gemeente ook het waterhuishoudkundig plan”, stelt Ietske Roest van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. “Dat is nu niet het geval. Daarmee wordt niet voldoende zekerheid gegeven dat de wijk in de Zuidplaspolder ook echt op een toekomstbestendige manier wordt gebouwd, als het gaat om de waterhuishouding.”
Daarmee is niet gezegd dat het hoogheemraadschap principieel tegen bebouwing is in deze laaggelegen polder, 6,76 meter onder NAP. “Wij begrijpen dat er een woningbouwopgave is, maar stellen wel voorwaarden. Dat hebben we ook van begin af aan duidelijk gemaakt. We participeren al langer in dit project en hebben met gemeente en provincie ook een bestuursakkoord gesloten. Daarbij hebben wij altijd laten weten dat we ons opstellen als ‘kritische vriend’.”
LEES OOK: De bouw van hét klimaatdorp van Nederland gaat niet van een leien dakje
Concreet wil Schieland en de Krimpenerwaard zekerheid over aanvullende investeringen en stelt het voorwaarden met betrekking tot de complexe bodem en de klimaatontwikkeling. “Het gaat om antwoorden op belangrijke vragen als: kan zo’n wijk een bui als Limburg enkele jaren geleden aan? Wat gebeurt er met de bodem in tijden van droogte? Wij willen graag dat er een wijk komt, waar mensen ook op de lange termijn nog op een aangename manier kunnen wonen.”
Dat water en bodem sturend moeten zijn bij de woningbouw opgave, is weliswaar aangekondigd door het kabinet, maar nog niet juridisch vastgelegd. “Dat wreekt zich nu. De gemeente heeft nu dus de vrijheid om andere afwegingen te maken. Wij vinden echter wel dat we op moeten komen voor dit belang en vandaar de stap naar de Raad van State. Tegelijkertijd is het natuurlijk wel zo dat we in gesprek blijven met de gemeente en als er tussentijds een werkbare oplossing uit zou komen, kunnen we het beroep ook weer in trekken.”