Schelpdieren zijn zo goed als verdwenen uit de Eems-Dollard. In een poging mosselen en oesters terug te krijgen in het gebied, en zo te werken aan natuurherstel, start een proef met rifblokken, gemaakt van gebaggerd slib uit de Eems-Dollard.
“De Eems-Dollard is veel te troebel”, zegt Marian van Ark van het Programma Eems-Dollard 2050. “De enorme hoeveelheid slib is een groot probleem voor de natuur. Er is te weinig licht onder water, dus zijn er weinig algen en die vormen het begin van de voedselketen. Om die situatie te verbeteren, wordt er veel slib uit het water gehaald.”
Voor dat slib worden allerhande toepassingen gezocht. Nu worden er rifblokken van gemaakt. “Het bijzondere aan deze pilot vind ik toch wel dat we werken met gebiedseigen materiaal”, merkt Van Ark op. “Het idee achter de proef is dat het harde oppervlak van de blokken een goede plek is voor mossels en oesters om te groeien.”
Deze schelpdieren zijn belangrijk, want het zijn zogeheten biobouwers. “Ze vestigen zich op een bepaalde plek en bouwen daar aan een nieuw leefgebied waar ook andere onderwaterdieren en -planten van kunnen profiteren. Dat past precies binnen de doelstellingen van het Programma Eems-Dollard 2050, namelijk werken aan natuurherstel. Als de schelpdieren terugkeren ontstaat daarmee een nieuw leefgebied voor onderwaternatuur in de Eems-Dollard.”
Nadat de blokken zijn geplaatst in de Eems-Dollard, naast de Rijke Dijk, wordt 5 jaar gemonitord lang hoe de onderwaternatuur zich ontwikkelt op de blokken. Van Ark: “Hierbij ligt de focus op schelpdieren. De proef moet ook antwoord geven op de vraag of het mogelijk is duurzame blokken te ontwikkelen die meerdere jaren meegaan en tegelijkertijd bijdragen aan versterking van de onderwaternatuur.”