Demissionair minister Piet Adema van Landbouw heeft de toestroomgebieden van de KRW-waterlichamen als basis gebruikt voor de definitieve bepaling van Nutriënten Verontreinigde (NV) gebieden. In deze gebieden moeten boeren extra maatregelen nemen om de uitspoeling van nutriënten (stikstof en fosfor) naar het oppervlaktewater te verminderen.
De aanwijzing van de gebieden behoort tot de aanvullende maatregelen die nodig zijn voor de derogatiebeschikking 2022-2025. Volgens deze beschikking wordt de omvang van de extra plaatsingsruimte voor mest boven de norm van 170 kg stikstof per hectare niet in één keer maar stapsgewijs afgebouwd.
De Europese Commissie heeft daarbij wel een paar voorwaarden gesteld, zoals een bufferzone rondom Natura 2000-gebieden waar vanaf 2024 al de gebruiksnorm van 170 kg stikstof per hectare geldt. Doel hiervan is om deze gebieden te beschermen tegen te veel stikstofdepositie. In grondwaterbeschermingsgebieden is het met ingang van dit jaar al niet meer toegestaan de hogere gebruiksnorm uit de derogatie aan te houden.
Niet te groot
Andere voorwaarde van de Commissie is dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ‘met nutriënten verontreinigde gebieden’ voor oppervlaktewater aanwijst. De minister heeft er werk van gemaakt om de omvang van deze gebieden niet te groot te laten zijn, aangezien de maatregelen die van kracht worden in deze gebieden een grote impact hebben op de agrarische sector, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
In een eerste fase zijn deze zogeheten NV-gebieden op waterschapsniveau aangewezen, maar in de definitieve versie zijn het de meer gedetailleerde en kleinere toestroomgebieden van de KRW-waterlichamen geworden. Voor die aanwijzing vormde de door provincies en waterschappen ingebrachte kennis over waterkwaliteit en de hydrologische situaties de basis, schrijft Adema.
In deze NV-gebieden moeten boeren de uitspoeling van nutriënten (stikstof en fosfor) naar het oppervlaktewater verminderen. Deze verplichting zal leiden tot ingrijpende aanpassingen in de dagelijkse praktijk van derogatiebedrijven in NV-gebieden, schetst Adema die hierbij ook refereert aan ‘de zorgen’ die daarover bestaan in de nieuw samengestelde Tweede Kamer. Maar in feite is er geen ontkomen aan, want als deze stap niet wordt gezet, dan wordt bijna heel Nederland als NV-gebied aangewezen, houdt de bewindsman de Tweede Kamer voor.
Onacceptabel laat
De nieuw vastgestelde NV-gebieden gaan in op 1 januari 2024. Dat Adema vlak voor deze ingangsdatum met de definitieve aanwijzing van de NV-gebieden en de wijziging van de Uitvoeringsregeling meststoffenwet komt, wekt ergernis bij landbouworganisatie LTO. “Deze aanwijzing komt – tegen iedere toezegging in, en ondanks nadrukkelijke verzoeken van LTO om eerder duidelijkheid te verschaffen – op een onacceptabel laat moment”, staat op de website van de belangenorganisatie.
In de NV-gebieden gelden maatregelen voor snellere afbouw van de gebruiksnorm voor dierlijke mest, verplichting tot het inzaaien van vanggewassen en voorwaarden aan het zogeheten scheuren van grasland. “Met ingang van 2024 wordt in de aangewezen NV-gebieden de totaal gebruiksnormen voor stikstof voor percelen in deze gebieden met 5 procent verlaagd. Deze verlaging met 5 procent is de eerste stap richting aanvullende maatregelen waaronder een verdere verlaging van totale gebruiksnorm voor stikstof met ingang van 2025 naar een korting van 20 procent”, schrijft Adema.
De aanwijzing van de NV-gebieden geldt in ieder geval voor de resterende looptijd van de derogatiebeschikking, schrijft Adema, die de ambitie uitspreekt dat met gezamenlijke inspanning de waterkwaliteit verbetert, waardoor het areaal van de NV-gebieden afneemt en de doelen uit de Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water (KRW) worden gehaald.