De grondwaterstanden zijn aardig hersteld, maar er zijn wel grote verschillen tussen regio’s. Vooral op de hoge zandgronden in het midden en oosten van het land zijn de standen nog laag, meldt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. Hoewel de afvoeren van de Rijn en Maas de komende weken gaan dalen, blijven zij naar verwachting voldoende voor de watervraag.
Twee weken geleden was er volgens de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) geen reden meer om te spreken van een dreigend landelijk watertekort. Vanwege de regen die sindsdien is gevallen, hoeft de commissie het oordeel niet te herzien. De afgelopen zes weken waren de gemiddelde neerslag en verdamping in balans. De regen bracht verlichting voor landbouw en natuur, aldus de LCW in de vandaag verschenen negende droogtemonitor van dit jaar.
De grondwaterstanden hebben zich door de regen van juni en juli op veel plekken kunnen herstellen. Maar net als in eerdere droogtemonitoren merkt de LCW op dat er grote regionale verschillen zijn. De grondwaterstanden variëren van zeer laag tot bovengemiddeld voor de tijd van het jaar. De standen zijn vooral op de hoge zandgronden in Midden- en Oost-Nederland nog laag. Ook staan op sommige plaatsen watergangen droog.
Afvoer Rijn en Maas voldoende
Het neerslagtekort beweegt zich momenteel rond de lijn van de vijf procent droogste jaren. Dat verandert vooralsnog niet. Het actuele gemiddelde neerslagtekort is 185 millimeter. Het KNMI verwacht de komende vijftien dagen een stijging naar 206 millimeter. Dit is beduidend lager dan het niveau dat in 1976 en 2018 in het begin van augustus werd bereikt.
De afvoeren van de Rijn (1.328 kubieke meter per seconde bij Lobith) en de Maas (ongeveer 40 kubieke meter per seconde bij Sint Pieter) zijn op het ogenblik goed genoeg voor de watervraag. De afvoer in beide rivieren daalt in de komende twee weken. De LCW verwacht dat de afvoer voldoende blijft om in de watervraag te voorzien in gebieden, waar aanvoer van rivierwater mogelijk is. De kans is klein dat de afvoer van de Rijn of de Maas onder het LCW-criterium voor juli uitkomt.
Nog onttrekkingsverboden van kracht
Net als in voorgaande droogtemonitoren meldt de LCW dat de waterschappen en Rijkswaterstaat nauwlettend de situatie monitoren. Maatregelen in het waterbeheer blijven waar nodig van kracht: onder andere het opzetten van waterpeilen, het vasthouden van water, het regionaal instellen van beregeningsverboden en het inspecteren van droogtegevoelige kades. Vanwege de water- en grondwaterstanden zijn in verschillende gebieden nog onttrekkings- of beregeningsverboden van kracht.
Rijkswaterstaat stuurt het peil van het IJsselmeer en Markermeer nu op 17,5 centimeter onder NAP. Dat is wat lager dan het peil van 15 centimeter onder NAP dat sinds half mei gold. Er wordt op een aantal locaties waterbesparend geschut, bijvoorbeeld bij sluis Terneuzen. Regionale wateren zijn zoveel mogelijk opgezet om het grondwater aan te vullen en in de watervraag te voorzien. Zo worden diverse stuwpanden in de Maas extra hoog gehouden. Chlorideconcentraties in wateren zijn normaal voor de tijd van het jaar.
Normale vraag naar drinkwater
Er is voldoende grond- en oppervlaktewater beschikbaar voor de productie van drinkwater. De drinkwatervraag is de voorbije periode genormaliseerd door de neerslag en lagere temperaturen. De verwachting is dat de vraag de komende twee weken blijft passen bij gematigd zomerweer.
MEER INFORMATIE
Droogtemonitoren van LCW in 2020
Bericht van Rijkswaterstaat
UvW over de onveranderde droogtesituatie
H2O-bericht over vorige monitor (8 juli)