De afspraak om binnen het beleidsbeginsel ‘Water en bodem sturend’ prioriteit te geven aan het drinkwaterbelang als de leveringsplicht in het geding is, moet nu handen en voeten krijgen. Dat geldt ook voor de afgesproken doelen voor drinkwaterbesparing. Voorts: pas de WACC-regelgeving aan, verruim de mogelijkheden voor waterbesparend bouwen en neem extra maatregelen om de KRW-doelen voor drinkwaterbonnen te halen.
Dat stellen de drinkwaterbedrijven in de aanloop naar de komende Tweede Kamerverkiezingen. Evenals de Unie van Waterschappen maakt koepelorganisatie Vewin in een actielijst de politieke partijen duidelijk welke knelpunten aandacht moeten krijgen in hun verkiezingsprogramma’s.
En als het aan Vewin ligt, krijgt de drinkwatervoorziening serieuze aandacht in politiek Den Haag, want ze staat onder druk. Alle 10 drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig om de leveringsvraag te kunnen voldoen, maar het is lang niet zeker of dat ook lukt, schrijft de koepelorganisatie. “Drinkwaterbedrijven lopen tegen steeds meer juridische en bestuurlijke belemmeringen aan bij de vergunningverlening. Ook gebrek aan financieringsruimte is een struikelblok.”
5 programmapunten
Het pamflet telt 5 programmapunten. Allereerst wordt gewezen op het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 – 2030, waarover de toen nog missionaire minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat begin juli zei dat hij na de zomer de Tweede Kamer zou informeren over de voortgang van het programma.
Het actieprogramma wordt opgesteld door het ministerie van IenW, provinciekoepel IPO en Vewin. Zij brengen knelpunten concreet en transparant in beeld, inclusief oplossingen/acties, aldus Vewin. “De acties moeten doorwerken in de gebiedsgerichte ruimtelijke plannen (NPLG, NOVEX).”
Voorts moet de prioriteit die in het beleidsbeginsel ‘Water en bodem sturend’ wordt gegeven aan de drinkwatervoorziening om worden gezet in daden en moeten drinkwaterprojecten prioriteit krijgen in de stikstofaanpak.
Leveringsplicht
Vewin bepleit verder dat in de wet duidelijk wordt gemaakt dat de leveringsplicht die drinkwaterbedrijven hebben voor huishoudens óók geldt voor bedrijven die water van drinkwaterkwaliteit nodig hebben. Nu moeten drinkwaterbedrijven steeds vaker nee verkopen aan bedrijven en dat is een ongewenste ontwikkeling, aldus de koepelorganisatie.
“Als drinkwaterbedrijven niet meer kunnen voorzien in de behoefte van zakelijke klanten en deze – als dat al kan – eigen voorzieningen gaan treffen schaadt dat het doelmatig zoetwaterbeheer, leidt dat tot onderbenutting van de publieke infrastructuur (met kostenafwenteling naar huishoudens) en levert dat risico’s op voor economie en werkgelegenheid.”
WACC
Pas de WACC-regelgeving aan om sterk stijgende investeringen mogelijk te maken, is het derde programmapunt. Er ligt een advies van IenW voor verbetering van de WACC-regelgeving en de drinkwaterbedrijven vragen om een snelle uitwerking daarvan.
In het schrijven vraagt Vewin voorts de mogelijkheden om waterbesparend te bouwen te verruimen. Zo moet het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) worden aangepast, zodat gemeenten via maatwerkregels de mogelijkheid krijgen tot opleggen van waterbewust bouwen.
Ook willen de drinkwaterbedrijven aanpassing van het Drinkwaterbesluit zodat opgevangen regenwater naast het doorspoelen van het toilet voor andere toepassingen kan worden gebruikt in het huishouden. Voorts moet het Rijk plaatsen van waterbesparende installaties financieel stimuleren.
Waterkwaliteit
Tot slot bepleit Vewin aanvullende maatregelen om de verslechtering van de waterkwaliteit, een gevaar voor de drinkwaterbronnen, aan te pakken. Die richten zich op het opnemen van de bestaande doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen in de provinciale gebiedsprogramma’s tot snelle herziening van vergunningen voor industriële lozingen, waaronder PFAS.