secundair logo knw 1

Wateronderzoek

De Nederlandse watersector dreigt de boot te gaan missen bij de verdeling van gelden uit Europese onderzoeksfondsen. Onze kennis is nog altijd van topkwaliteit, maar de systematiek van de fondsen verandert structureel. Daar speelt Nederland slecht op in. Dit concludeert Instituut Clingendael in het rapport 'Meer rendement uit de Europese onderzoeksagenda voor water en klimaatadaptatie: De sectorale aanpak voorbij'. Geschreven in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Louise van Schaik kleinWat is die verandering? “In vergelijking met vroegere programma’s zijn de budgetten nu weliswaar groter,” zegt Louise van Schaik, onderzoeker bij Clingendael. “Maar er is minder directe financiering van fundamenteel onderzoek en meer aandacht voor de grote mondiale vraagstukken zoals klimaatadaptatie en circulaire economie. Waterkennis is hiervoor absoluut noodzakelijk, maar pure waterkennis is niet meer het vertrekpunt van de programma’s. Het is een integraal onderdeel van brede onderzoeksvragen.”

Meer lobby-rendement
Nederlandse wetenschappers hebben te weinig oog voor deze omslag en zijn nog sterk horizontaal georganiseerd. Ze zouden meer aansluiting moeten zoeken bij topsectoren als landbouw, chemie en energie. En ook meer moeten inspelen op water-gerelateerde vraagstukken in Europa. Louise van Schaik: “Nederlanders zijn doorgaans goed vertegenwoordigd bij Europese overleggen, maar de impact van de lobby valt tegen. Onze inbreng is nogal gefragmenteerd, het ontbreekt aan coördinatie. Ook bestaat de neiging een probleem vooral technisch te benaderen met te weinig oog voor politieke en bestuurlijke dimensies. Soms is er sprake van enige zelfoverschatting. Zo gaan kansen verloren. Als we op deze voet doorgaan, komt onze toppositie in gevaar.”

Instituut Clingendael baseert het rapport op uitgebreid data- en literatuuronderzoek en 26 interviews met binnen- en buitenlandse experts. De onderzoekers doen aanbevelingen hoe Nederland de EU-programma’s efficiënter kan benutten. De huidige sectorale organisatie van waterkennis en -kunde moet zich verbreden, zodat Nederland in Europa een meer samenhangende visie op grote vraagstukken kan presenteren. Een interessant onderdeel van het nieuwe Europese onderzoeks- en innovatieprogramma is bijvoorbeeld de missie Climate resilient Europe and the world. Waterkennis is hiervoor essentieel, maar wel in samenhang met de inbreng van veel andere sectoren, waaronder landbouw en energie.

Aderlating door Brexit
Louise van Schaik wijst op nog een gevaar voor de positie van de nationale watersector in Europa. “Nederlandse onderzoekers hebben van oudsher nauwe banden met Britse collega’s. Hun onderzoek staat op hoog niveau in Europa. Na de Brexit is de samenwerking in EU-verband voorbij. Althans daar ziet het nu naar uit. Dat wordt een forse aderlating.”

Nederland kan op het vertrek van de Britten anticiperen door versteviging van de strategische samenwerking met partners elders in Europa en door meer te investeren in onderzoeksthema’s die voor ons land belangrijk zijn. “We moeten niet louter kijken naar de criteria voor toewijzing van gelden. Het is tijd om inhoudelijke keuzes maken voor onderzoeksgebieden. Hier ligt ook een taak voor het nieuwe kabinet en de politiek.”

Nederland zou zich volgens Clingendael internationaal kunnen positioneren als dé kennispartner voor actuele thema’s rond water, migratie, veiligheid en klimaatadaptatie. Dit sluit goed aan bij het nieuwe kennisinstituut van de VN dat zich in Nederland (Rotterdam en Groningen) vestigt: het Global Centre of Excellence for Climate.


Het Clingendael-rapport is hier te vinden

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Beste Carel, in de podcast kun je vinden op Spotify en  Apple Podcasts. Je kunt hem ook online beluisteren via de link in het bericht
Mooi! Jammer dat ik de serie niet terugvind als ik zoek in de NRC Podcast app.
Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”