Het vervangen van bouwmachines door uiteindelijk schone of emissieloze varianten. Daarvoor is in het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) een routekaart opgenomen. Het convenant is ondertekend door 45 partijen, waaronder de Vereniging van Waterbouwers en de Unie van Waterschappen.
Dat gebeurde tijdens de Nationale Conferentie Duurzame Mobiliteit op 30 oktober. Ook staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat zette haar handtekening. Volgens Heijnen heeft het convenant SEB een flinke impact op duizenden bedrijven.
“Door het stikstofvraagstuk is het extra belangrijk om stappen te zetten naar de verduurzaming in de bouwsector. Met dit akkoord krijgt de sector een beeld van wat ze in de komende jaren kunnen verwachten, waardoor ze zich kunnen voorbereiden. We zien al de eerste resultaten: bij steeds meer bouwprojecten wordt emissieloos en schoner materieel gebruikt.”
Routekaart voor hoe en in welk tempo
Branche- en netwerkorganisaties in de bouw, waterschappen, provincies, gemeenten, grote opdrachtgevers in de bouw en ministeries hebben in het convenant afspraken gemaakt over het meer inzetten van schoon en emissieloos bouwmaterieel. Dat moet een bijdrage leveren aan het halen van de kabinetsdoelen en -ambities op het gebied van CO2, stikstof en fijnstof.
Het convenant bevat een routekaart met acties tot 2030 en daarna. Stap voor stap wordt aangegeven hoe en in welk tempo onder andere mobiele werk-, voer- en vaartuigen worden vervangen door minder vervuilende exemplaren, om uiteindelijk over te gaan op schone of emissieloze varianten. Lichter bouwmaterieel wordt eerder emissieloos dan zwaarder of specialistisch materieel.
Ruim miljard euro vanuit Rijk
Dit alles betekent dat ondernemers en opdrachtgevers flink zullen moeten investeren. Het Rijk stelt tot en met 2030 meer dan één miljard euro beschikbaar voor emissie-reducerende maatregelen in de bouw gericht op werk-, voer- en vaartuigen.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB). Daarmee worden ondernemers in de bouwsector ondersteund bij de overstap naar duurzamer bouwmaterieel. Voor de medeoverheden die het convenant ondertekenen, is er de Specifieke Uitkering (SPUK)-regeling van in totaal 180 miljoen euro. Zo worden de extra kosten voor emissieloos aanbesteden gedeeltelijk gesubsidieerd.
Waterbouwers bereid om te investeren
De Vereniging van Waterbouwers heeft het convenant ondertekend om te laten zien dat de leden bereid zijn grootschalig te investeren in de verduurzaming van de sector. De vereniging spreekt wel van een ontoereikende financiële dekking en een beperkt bindend karakter van het convenant. Desondanks moet het convenant houvast bieden om met alle partijen de gestelde SEB-doelen te bereiken.
Ook in de waterbouw worden volgens de vereniging nu de eerste stappen naar emissiearme of -loze projecten gezet. Er zijn meerdere projecten op duurzame wijze uitgevoerd. De routekaart geeft zowel opdrachtgevers als uitvoerende partijen duidelijkheid over wat zij kunnen verwachten, vindt de Vereniging van Waterbouwers. Tegelijkertijd is ook duidelijk dat er de komende jaren beslissingen nodig zijn om voldoende investeringsperspectief te bieden en deze transitie te laten slagen.
Duurzaam opdrachtgeverschap door waterschappen
De waterschappen willen steeds slimmer en meer schoon en emissieloos bouwmaterieel inzetten in de projecten en bij onderhoudswerkzaamheden, laat de Unie van Waterschappen weten. Emissieloos werken is dan ook een onderdeel van de strategie voor duurzaam opdrachtgeverschap.
Bij onder andere dijkversterkingsprojecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en bij baggerprojecten wordt al materieel met schonere motoren ingezet. Volgens de Unie van Waterschappen is de versterking van de Rijnkade in Arnhem een goed voorbeeld. Voor de gemeente en waterschap Rijn en IJssel zijn zo min mogelijk uitstoot van stikstof en fijnstof en beperking van de geluidsoverlast belangrijk geweest bij het kiezen van de aannemer.