secundair logo knw 1

Cover van het onderzoeksrapport I Beeld: A&O fonds Waterschappen

De bekendheid van waterschappen als werkgever is niet groot. Dat blijkt uit het Imago-onderzoek 2022 van A&O fonds Waterschappen. Wie op de hoogte is, vindt een waterschap juist best een aantrekkelijke organisatie: zo’n 60 procent van deze groep zou er wel willen werken.

Van de mensen die een opleiding in het hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs hebben gevolgd, heeft 35 procent geen beeld van waterschappen als werkgever. Verder kent 37 procent waterschappen vooral van naam en heeft maar 28 procent een redelijk tot goed beeld. De onbekendheid is nog groter onder mensen met het middelbaar beroepsonderwijs als achtergrond: 43 procent heeft geen beeld, 22 procent wel.

Daarmee scoren de waterschappen slechter dan de benchmark, het gemiddelde van 75 publieke en private organisaties (zie infographic). Personen op de arbeidsmarkt weten dus minder goed wat voor werkgever een waterschap is en wat ze er kunnen verwachten.

Voor het Imago-onderzoek 2022 is een vragenlijst voorgelegd aan bijna 4.700 hbo’ers en wo’ers en ruim 1.100 mbo’ers tussen 21 en 55 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd door het bureau Motivaction in opdracht van A&O fonds Waterschappen. Op basis van de resultaten zijn drie aanbevelingen geformuleerd (zie kader).

Bij bekendheid wel aantrekkelijke werkgever
Er is ook positief nieuws. Van de groep die in ieder geval enigszins bekend is met waterschappen, geeft zo’n 60 procent aan hier wel te willen werken. Dit percentage is beduidend hoger dan de benchmark. Als iemand een beeld heeft van de waterschappen als werkgever, is dus de kans groot dat de persoon ervoor open staat om er te werken. Mensen vanuit de financiële, technische of ICT-hoek zien meer dan gemiddeld waterschappen als een aantrekkelijke werkgever, evenals werkenden met veel werkervaring.

De deelnemers aan het onderzoek die waterschappen redelijk tot goed kennen, hebben spontane associaties doorgegeven. Zij associëren waterschappen met de overheid en ook met gemeenten en ambtenaren. Werken bij een waterschap wordt enerzijds aangemerkt als goed, uitdagend en serieus en anderzijds als saai, suf en routinematig. Mensen zien een verband met milieu, dijken en waterbeheersing. Verder wordt het werk geassocieerd met technisch en leuke functies.

Betrouwbaarheid en duurzaamheid belangrijke imago-aspecten
In het onderzoek is gevraagd naar de imago-aspecten die mensen verwachten te vinden bij waterschappen. Onder hbo’ers en wo’ers scoren zeven aspecten significant beter dan de benchmark: betrouwbaarheid/eerlijkheid, goede balans tussen werk en privé, prettige werksfeer, inhoudelijk interessant werk, baanzekerheid, vitaliteit van medewerkers en duurzaamheid hoog op de agenda.

Voor mbo’ers springen drie imago-aspecten eruit. Net als bij hoger opgeleiden gaat het om de aspecten betrouwbaarheid/eerlijkheid en duurzaamheid hoog op de agenda. Verder wordt een mensgerichte cultuur genoemd.

Maatschappelijke impact ‘pullfactor’
Hbo’ers en wo’ers kregen ook de vraag voorgelegd waarom zij bij waterschappen zouden willen werken. Inhoudelijk interessant werk en de maatschappelijke impact daarvan worden genoemd als belangrijkste redenen. Andere ‘pullfactoren’ zijn de baanzekerheid en de aandacht voor duurzaamheid.

Hoger opgeleiden zien waterschappen vooral als organisaties waar technische innovaties plaatsvinden. Zij zijn er minder van overtuigd dat waterschappen ook innovatief zijn op het gebied van digitale ontwikkelingen. 

Bekendheid waterschappen als werkgeverDe bekendheid van waterschappen als werkgever, vergeleken met de benchmark (het gemiddelde van 75 uitgevraagde publieke en private organisaties). Met hbo+ wordt de groep van hbo’ers en wo’ers bedoeld I Bron: Imago-onderzoek 2022 sector waterschappen, A&O fonds Waterschappen


DRIE AANBEVELINGEN

Op basis van de onderzoeksresultaten zijn drie aanbevelingen voor de sector geformuleerd:
• Het vergroten van de bekendheid van waterschappen vormt een belangrijke sleutel in het bevorderen van de instroom van medewerkers op een krappe arbeidsmarkt, zowel onder hbo’ers en wo’ers als onder mbo’ers.
• Het verdient aanbeveling om de imago-aspecten en pullfactoren die goed scoren, nadrukkelijk naar voren te laten komen in de lokale en sectorale arbeidsmarktcommunicatie.
• De digitale component van het werken bij waterschappen moet sterker worden geprofileerd, eventueel in een maatwerk arbeidsmarktcampagne gericht op de doelgroep van ICT- en dataprofessionals.
 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.