Het is de week van de circulaire economie. Vandaag zijn 5 Nationale Transitieagenda's gepresenteerd om van Nederland een duurzaam en circulair land te maken. De Unie van Waterschappen participeert in deze - en andere relevante - convenanten en akkoorden en wil de samenwerking met het bedrijfsleven uitbreiden om de duurzaamheidsdoelen versneld bereiken.
"We zoeken de samenwerking met andere overheden, maar hebben vooral ook steun nodig van marktpartijen," zei Henkjan van Meer, beleidsmedewerker Publiek Opdrachtgeverschap bij de Unie van Waterschappen, vrijdag bij een symposium dat VNO-NCW organiseerde over de circulaire economie.
De waterschappen hebben stevige ambities geformuleerd voor de komende jaren. Zo willen ze voor 2020 30 procent energie-efficiënter en zuiniger werken en voor 40 procent zelfvoorzienend zijn door zelf duurzame energie op te wekken. "Ook willen we in 2025 100 procent energieneutraal zijn. Het doel om volledig maatschappelijk verantwoord in te kopen is inmiddels bereikt."
Deze en andere doelstellingen zijn opgenomen in convenanten en sectordeals als het Grondstoffenakkoord. De strategische doelen uit dat akkoord zijn uitgewerkt in 5 Nationale Transitieagenda’s: over biomassa & voedsel; kunststoffen; maakindustrie; bouw en consumptiegoederen. "Wij willen koploper zijn in de transitie naar een circulaire economie. Daarom hebben we het grondstoffenakkoord ondertekend en daarom zijn de transitieagenda's ook belangrijk. Maar de weg naar de circulaire economie is een ontdekkingstocht en die willen we graag samen met het bedrijfsleven inslaan."
De samenwerking tussen marktpartijen en waterschappen verloopt volgens Van Meer al goed, maar hij zou graag zien dat die nog intensiever wordt. "Ik denk dat we stappen kunnen zetten als we goede voorbeelden delen en samen optrekken om belemmerende wetgeving aan te passen. Daarnaast willen wij graag optreden als launching customer. Dus bedrijven met interessante ideeën roepen we op om niet te schromen en bij ons aan te kloppen!"