Waterschap Drentse Overijsselse Delta (WDOD) zoekt de komende tijd antwoord op de vraag: hoe sterk is gras op zand als dijkbekleding? Enerzijds om te bepalen of de dure vervanging van de zandige bovenlaag door klei in delen van de IJsseldijk achterwege kan blijven, anderzijds om de kennis te verrijken ten behoeve van andere zandige dijken in Nederland. Gisteren zijn op de IJsseldijk bij Zwolle de tests begonnen die duidelijkheid moeten geven.
Er is eigenlijk niet zoveel bekend over de sterkte van gras op zand, vertellen Joost Frakking en Philippe Schoonen van Waterschap Drentse Overijsselse Delta (WDOD). Schoonen: “Er is wel gezegd: zand als dijkbekleding is een ontwerpfout. De meeste dijken bestaan ook uit klei. Maar hier was er weinig klei of het was te duur. Dus zie je langs de IJssel en ook langs de Vecht veel zand als ondergrond in de dijken.”
De IJsseldijk tussen Zwolle en Olst moet over een lengte van 30 kilometer worden versterkt. Geschatte investering: tussen de 150 en 280 miljoen euro. De huidige zandige bekleding van de dijk is afgekeurd op basis van kleinormen. In het voorkeursalternatief dat het algemeen bestuur van WDOD heeft vastgesteld, wordt er dan ook van uitgegaan dat de zandige bovenlaag moet worden vervangen door een laag van klei.
Dure vervanging
Maar voordat daar ook werkelijk toe wordt overgegaan wil het waterschap eerst weten of de dijkbekleding inderdaad niet voldoet. Want misschien is gras op zand als dijkbekleding wel veel sterker dan aangenomen en is dure vervanging met de bovenlaag lang niet overal nodig. De crux is: doen we straks écht wat nodig is, beamen Frakking en Schoonen.
“Er is niet veel onderzoek naar gedaan”, legt Schoonen uit in een presentatie aan de media in Harculo bij Zwolle. Op het terrein van de oude en inmiddels afgebroken energiecentrale Harculo geeft het waterschap in een van de overeind gebleven gebouwen van de centrale tekst en uitleg over de tests.
Op de dijk heeft adviesbureau Infram Hydren in opdracht van het waterschap een testopstelling gebouwd. Frakking, die als zelfstandig adviseur voor WDOD aan het IJsseldijkproject werkt, zegt: ”De hypothese is dat het binnentalud sterker kan zijn dan wordt aangenomen. Als dat zo is dan kan in delen van de dijk het zand mogelijk blijven liggen. Voor het buitentalud zijn de verwachtingen wat anders.”
5 weken
De test op de IJsseldijk vergt 5 weken. Voor het binnentalud wordt de overslag gesimuleerd, op het buitentalud wordt de impact van de zogeheten golfklappen op de zandige grasbekleding bepaald, legt Schoonen uit.
Op de dijk wordt op vier plekken de test uitgevoerd. Elke keer wordt de installatie door Infram Hydren verplaatst. Vooraf is nauwkeurig de samenstelling van de ondergrond bepaald. Die is niet overal gelijk, vertelt Frakking. In sommige delen bestaat de ondergrond geheel uit zand, op andere plekken is er sprake van zand met wat klei.
Er wordt een storm van vijf uur nagebootst, met oplopende belasting van de hoeveelheid water die op de dijk wordt gebracht; te beginnen met 1 liter per seconde per meter in de eerste proef, gevolgd door 10 liter, 30 liter en 50 liter in de daarop volgende tests op één plek. Bepalend is hoe lang het duurt voordat er gaten in de bekleding ontstaan.
Vecht
De proef wordt volgend jaar gedaan in de dijk langs de Vecht, vertelt Schoonen. Deze wordt wel in gezamenlijkheid met de Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) uitgevoerd. Dat geldt niet voor de test in de IJsseldijk. Dat is een initiatief van het waterschap, de proef wordt dan ook niet betaald uit het innovatiefonds van het HWBP dat overigens wel op de hoogte is.
De data die worden verzameld zullen worden gebruikt om te bepalen hoe de versterking van de IJsseldijk wordt ingevuld. Als de tests duidelijk maken dat de bestaande dijkbekleding sterker is dan gedacht, wordt mogelijk besloten om in delen van de dijk de zandige bovenlaag niet te vervangen door klei, zoals in voorkeursalternatief is bepaald. Frakking: “Als het zover komt, dan gaan we dat voorleggen aan de organisatie en betrokken partijen, zoals de beheerders van de dijk.”
Planvorming
Het waterschap verwacht rond de zomer een beeld te hebben, zegt Schoonen. Eerder zal de aannemerscombinatie die de dijk gaat versterken al worden betrokken in de planvorming op basis van de eerste uitkomsten, vertellen Schoonen en Frakking. Verwacht wordt dat in het voorjaar duidelijk is welk consortium de dijkversterking gaat uitvoeren.
De tests die volgend jaar worden gehouden op de dijk langs de Vecht, worden gebruikt om de kennis die het waterschap opdoet over de zandige ondergrond verder te verrijken. “Die kan wellicht ten goede kan komen aan andere dijkversterkingsprojecten in Nederland.”
De data van de Vecht-tests zullen ook worden gebruikt om de uitkomsten van de proeven in de IJsseldijk te toetsen. Als blijkt dat de gras-op-zandbekleding kan blijven liggen in de delen van de dijk, dan kan er aanzienlijk bespaard worden op de kosten, vertellen Schoonen en Frakking.
Maar ook is een factor dat de dijkversterking minder hinder zal veroorzaken als de bekleding niet hoeft te worden vervangen. En tot slot is er een natuuraspect: op de armere zandige ondergrond groeit een grotere soortenrijkdom aan planten dan op een bodemlaag van klei.
MEER INFORMATIE
Sterkte van grasbekleding op IJsseldijk getest
Dijkversterking IJsseldijk Zwolle-Olst in vijftien stukjes opgeknipt
H2O-video met uitleg van Joost Frakking en de test in uitvoering: