De oorlog in de Oekraïne laat ook in Nederland niemand onberoerd. Hetzelfde geldt vanzelfsprekend voor hier werkende en wonende mensen uit Oekraïne. In de internationaal georiënteerde watersector die ons land rijk is, zijn vanzelfsprekend ook Oekraïners actief. Een van hen is Roman Klymenko. Hij doet promotieonderzoek bij Wetsus. Hij vertelt over de oorlog in zijn land en zijn verwachtingen voor de toekomst.
“Mijn stadje ligt vlakbij Kiev en is veroverd door de Russen. In mijn oude kamer slapen nu soldaten uit Siberië. Mijn vriendin is in Nederland, mijn ouders zijn in relatieve veiligheid, maar veel van mijn neven en nichten en vrienden konden niet vluchten en zitten in de omgeving van Kiev vast. Ik probeer ze elke dag te bellen. Het gaat nog goed met ze.
Gelukkig zijn mijn ouders inmiddels in veiligheid. Ik wilde ze naar Nederland halen, maar mijn vader wil blijven en vechten. En zonder mijn vader wil mijn moeder niet weg. Ze zitten in Lviv. Daar is het rustiger dan in Kiev.
In de begindagen van de oorlog wilde ik eigenlijk meteen terug. Terug om tegen de Russen te vechten. Maar ik kan helemaal niet vechten. Mijn vader overtuigde me dat het voor de familie beter was als ik in Nederland bleef. Ook om voor financiële ondersteuning te zorgen.
Ik hoorde al direct van de inval van een vriend. Hij werkt op een vliegveld bij Kiev waar al op de eerste ochtend gevechten plaatsvonden. Ik heb natuurlijk meteen geprobeerd mijn ouders over te halen te vluchten, maar ze wilden eerst helemaal niet weg. Dat hebben ze later gelukkig wel gedaan.
De eerste dagen zat ik vol emoties, voornamelijk haat en angst. Later kwam daar ook een enorme boosheid bij. Niet op alle Russen, maar wel op hun dictator. Maar je went aan alles. Je went aan het nieuws. De emoties zijn nu wat afgevlakt.
Wat niet is afgevlakt, is mijn overtuiging dat Oekraïne zal winnen. 91% van de Oekraïners gelooft daar overigens in. Het zal tijd kosten en we zullen er een hoge prijs voor betalen, maar we zullen winnen. Niet alleen omdat de Russische soldaten zelf niet zo gemotiveerd lijken, maar ook door de houding van de Oekraïners zelf.
Dankzij Poetin zijn de verschillen in het land weggevallen. Bijvoorbeeld tussen het meer op Rusland gerichte oosten en het wat meer westerse westen. We zijn één land en we zullen ons blijven verzetten. Er zijn op dit moment meer vrijwilligers die willen vechten dan het leger op kan nemen. Alleen mensen met een militaire achtergrond zijn nu gevraagd.
Op dit moment is Oekraïne een wereldleider. We vechten niet alleen voor ons zelf, maar ook voor de andere landen. Bijvoorbeeld de Baltische staten. Want Rusland en Poetin begrijpen alleen brute kracht. Dat verwijt ik het westen wel. De reactie na de Russische oorlog in Georgië en hun eerdere ingrijpen in de Krim en het oosten van Oekraïne was te slap. Poetin geloofde ongestraft weg te kunnen komen met een inval in Oekraïne.
Het westen zou meer moeten doen om ons te ondersteunen. Of laat het vechten aan ons over, maar geef ons in elk geval de wapens en het materieel om dat te doen. De steun die ik voel in Nederland is wel heel fijn. Ik zie overal het geel en blauw van de vlag en ik merk dat iedereen wil helpen. Dat had ik niet verwacht, maar is heel belangrijk voor me.
Wij zullen overwinnen. De toekomst van Oekraïne ziet er stralend uit. Het zal vijf tot tien jaar nodig hebben en er zal veel geld nodig zijn om ons land weer op te bouwen, maar we komen hier sterker en zelfbewuster uit.”