De zandstromen bij het Amelander zeegat worden sinds vorige week nauwkeurig en uitgebreid in beeld gebracht met een groot aantal onderzoeksopstellingen. De resultaten moeten bijdragen aan een beter kustbeleid.
Rijkswaterstaat, onderzoeksinstituut Deltares en de universiteiten van Delft, Twente en Utrecht werken samen in het onderzoeksproject dat vorige week van start ging. In het Amelander zeegat zijn vijf meetframes, acht schepen, dertig drifters (tonnetjes met meetapparatuur) en een jetski in actie om de bewegingen van het zand in het zeegat vast te leggen.
Om de kust in stand te houden en mee te kunnen laten groeien met de zeespiegelstijging, wordt regulier zand in de kustzone aangebracht. Met het onderzoek willen de betrokken partijen meer kennis opdoen over het gedrag van het zand in de zeegaten, zodat de maatregelen meer doelmatig en effectief kunnen worden genomen.
De metingen maken deel uit van het programma Kustgenese 2.0, waarin ook onderzoek wordt gedaan naar de uitwisseling van zand met de diepere Noordzee en het effect van zeespiegelstijging en bodemdaling op de Nederlandse kust.
De vijf meetframes zijn op de bodem van het zeegat geplaatst en meten stroming, golven en zandtransport. De drifters meten ondertussen op wisselende plekken in het zeegat de stroming. Om de beweging van het zand goed te kunnen volgen, werken de onderzoekers met zogeheten sediment tracers: een halve kuub glow in the dark-zand, dat door zijn zichtbaarheid goed te volgen is.
Lees meer over Kustgenese 2.0