secundair logo knw 1

Het is belangrijk om tijdig te anticiperen op de steeds snellere zeespiegelstijging, blijkt uit een nieuw rapport van onderzoeksinstituut Deltares. Vooral in de tweede helft van de eeuw dreigen grote keringen veel vaker te moeten worden gesloten en is mogelijk aanzienlijk meer zand voor de kust nodig. Tot 2050 voldoet het huidige maatregelenpakket in het Deltaprogramma in ieder geval nog.

De aarde warmt deze eeuw met twee graden op als de klimaatdoelen van Parijs worden gehaald en zelfs met vier graden in een extreem scenario. Dat heeft forse consequenties voor Nederland volgens het rapport Mogelijke gevolgen van versnelde zeespiegelstijging voor het Deltaprogramma. Dit onderzoek is uitgevoerd door Deltares en op Prinsjesdag als bijlage bij het Deltaprogramma 2019 gepubliceerd.

Marjolijn Haasnoot

De Deltares-onderzoekers hebben zich gebaseerd op de klimaatprojecties waarmee het KNMI vorig jaar kwam. Dat maakt de verkenning echt anders dan de onderzoeken uit het verleden, zegt Marjolijn Haasnoot die hoofdauteur van het  rapport is. “De projecties gingen lange tijd uit van een stijging van de zeespiegel met tachtig à honderd centimeter tot 2100. Volgens de nieuwste berekeningen van het KNMI is deze stijging tot het eind van de eeuw twee- tot driemaal zo groot. Ook neemt de snelheid van de zeespiegelstijging na 2050 aanzienlijk toe door het steeds sneller smelten van het landijs op Antarctica. Dat zorgt voor een wezenlijk andere situatie. Wij hebben onderzocht wat er gebeurt als de huidige strategie en maatregelen worden voortgezet. De gevolgen kunnen ingrijpend zijn.”

Vaker sluiten van keringen
In het onderzoek zijn drie thema’s onder de loep genomen: waterveiligheid, kustbescherming en zoetwatervoorziening. Bij waterveiligheid is vooral gekeken naar de grote stormvloedkeringen. De Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg zal drie keer per jaar moeten worden gesloten bij een zeespiegelstijging van een meter en dertig keer bij anderhalf meter. De Oosterscheldekering moet jaarlijks 45 keer dicht bij een stijging van een meter en zelfs tijdens ieder getij bij 1,3 meter. Haasnoot: “De keringen zijn natuurlijk niet gebouwd voor zulke bizarre sluitfrequenties. Ook zijn er ernstige gevolgen voor natuur en scheepvaart. Het is een signaal dat wij in Nederland goed moeten nadenken over de maatregelen die we kunnen nemen.”

Veel meer zand voor kust
Wat betreft de bescherming van de kust is de voorkeursstrategie van zandsuppletie onderzocht. Op het moment wordt jaarlijks 12 miljoen kubieke meter zand op de kust aangebracht. “Bij een jaarlijkse stijging van de zeespiegel met tien millimeter zal drie tot vier keer meer zand nodig zijn”, zegt Haasnoot. “Dit wordt in bijna alle scenario's rond 2050 verwacht. Als de stijging oploopt naar zestig millimeter per jaar, is twintig keer zoveel zand nodig. Dat is ongeveer twaalf zandmotoren. Willen we dan daarmee doorgaan?”

De Waddenzee is een van de gebieden die in de knel komen, vertelt Haasnoot. “Stijgt de zeespiegel jaarlijks met zes tot tien millimeter, dan komt er onvoldoende zand in de Waddenzee terecht. De Waddenzee wordt dan steeds dieper en zandplaten verdwijnen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Maar het is wel duidelijk dat de Waddenzee op een gegeven moment de zeespiegelstijging niet meer kan bijhouden. Dit gebeurt waarschijnlijk ergens tussen 2050 en 2065, afhankelijk van de stijgsnelheid.”

Toenemend gevaar van zoutindringing
Hoe zit het met de zoutindringing via de rivieren en de ondergrond? Dat was de vraag bij het bestuderen van de zoetwatervoorziening. Volgens Haasnoot krijgt onder andere de inlaat bij Gouda vaker te kampen met te hoge zoutconcentraties. “Het instrument van wat nu nog de Kleinschalige Wateraanvoer heet en binnenkort de Klimaatbestendige Wateraanvoer, moet structureel in het westen worden ingezet bij een zeespiegelstijging van een meter. Neemt de zeewaterstand nog verder toe, dan moeten we nadenken over bijvoorbeeld een meer oostelijke aanvoer van water.”

Een andere belangrijke conclusie betreft vooral de noordelijke provincies. Door zoutindringing in de ondergrond zal er beduidend meer behoefte zijn aan water uit het IJsselmeer om sloten door te spoelen.

Goede basis tot 2050
Het goede nieuws is dat het allemaal nog niet zover is. Volgens de verkenning biedt het pakket aan maatregelen in het Deltaprogramma in ieder geval tot 2050 een goede basis om de Nederlandse delta leefbaar en bewoonbaar te houden. Er is geen reden voor paniek maar tijd wordt wel een cruciale factor, stelt Marjolijn Haasnoot.

“Deltacommissaris Wim Kuijken vertelde gisteren aan de pers naar aanleiding van onze verkenning dat het Deltaprogramma een adaptatieve aanpak heeft. Op de korte termijn wordt gedaan wat nodig is en op de lange termijn wordt gekeken naar opties. Tot 2050 zitten wij in ons land op de goede weg, maar we moeten tevens anticiperen op de situatie daarna. Als de zeespiegel echt zo vlug gaat stijgen, moeten we in korte tijd heel veel doen op allerlei fronten. Daarom is het zaak om tijdig een plan B gereed te hebben. Dat draagt eraan bij dat Nederland de beste in waterbeheer kan blijven.”

Haasnoot wijst tot slot nog op een ander aspect. “Het onderzoek gaat over klimaatadaptatie, maar toont ook weer aan hoe belangrijk klimaatmitigatie is. Door het beperken van de CO2-uitstoot stijgt de zeespiegel in een veel langzamer tempo. Dan zijn aanpassingen veel gemakkelijker.”

Meer informatie

Rapport van Deltares

Bericht van Deltares

Deltaprogramma 2019

Q&A zeespiegelstijging

Bericht over Prinsjesdag

Bericht over scenario's KNMI

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.