WATERBLOG - Het traditioneel eerste congres van 2019, de vakantiecursus van de TU-Delft, bood een goed zicht op de in ontwikkeling zijnde kennis en de generatie die er mee aan de slag zal gaan.
door Eilard Jacobs
Van een afstand naar de aarde kijken, zoals André Kuipers aan de zaal presenteerde, is slechts weinigen gegund. Maar de vraagstukken waar de aarde voor gesteld staat worden zo wel heel duidelijk. Er moet veel gebeuren bij een veranderend klimaat en een groeiende wereldbevolking, zeker op watergebied. Niet alleen mondiaal maar ook op nationaal niveau, waar bijvoorbeeld de waterkwaliteit ons zorgen baart.
Naast maatschappelijke en daarvan afgeleid politieke bereidheid om de vraagstukken aan te pakken, is kennis een belangrijke sleutelfactor, zo onderstreepte de vakantiecursus.
Waterkwaliteit
Dicht bij huis, in Nederland, maar ook verder in Europa zijn er zorgen over de waterkwaliteit. De gebruiksdruk op ons water neemt toe en we komen er steeds beter achter dat er stoffen in terecht komen (zoals medicijnresten) die er van nature niet in horen of dat de concentraties van de stoffen die er wel in horen, veel te hoog zijn.
Dat zorgt voor een rem op de ecologische ontwikkeling, maakt drinkwater bereiden duur en heeft ook economische gevolgen bijvoorbeeld voor de agrarische sector. Door de klimaatverandering en bijbehorende zeespiegelrijzing komt er meer zoutindringing waardoor de hoeveelheid bruikbaar zoet water ook nog verder afneemt. Op wereldniveau zijn de waterproblemen echter nog vele malen ingrijpender.
Technologie is maar een deel van de oplossing, maar draagt er zeker aan bij. De hoop van de toekomst wordt op de vakantiecursus is sinds jaar en dag verwoord door nog studerenden en net afgestudeerden met presentaties van hun onderzoeken. Technologisch is veel, zo niet alles, mogelijk als het om verwijdering van stoffen uit water gaat.
Betrouwbare data
De beperking zit hem in de economische haalbaarheid. Veel studies worden verricht in buitenlanden waar de waterproblemen groter zijn dan bij ons. Waar de studenten dan tegenaan lopen is het ontbreken van betrouwbare data. Moderne satelliet- en andere technologie maakt het goed mogelijk die leemte op te vullen. Maar dat kan niet zonder ondersteuning van metingen op de grond om de satellietdata te kunnen kalibreren.
Nick van de Giessen (TU-Delft) presenteerde als mooi voorbeeld de activiteiten van TAHMO in Afrika om, met nu al ruim 500 weerstations, de weerdata-inzameling te verbeteren. Er blijft op dat gebied nog veel te doen. Naast neerslag is natuurlijk ook verdamping van grote invloed en die is lastiger te meten, zeker van afstand en zeker in gebieden met een gelaagde vegetatie.
Satelliettechnologie
Toch schiet ook hier de satelliettechnologie te hulp bij bijvoorbeeld het bepalen van het vochtgehalte in de bodem, zoals Susan Steele-Dunne (TU-Delft) liet zien. Het is goed om te merken dat er ook op dit punt belangrijke ontwikkelingen zijn.
Natuurlijk stond ook onderzoek (ter verbetering) van waterkwaliteit centraal. Nieuwe technieken worden ontwikkeld, bestaande verbeterd. Julie Grelot (VSA, EAWAG) liet met de full scale aanpak van de verwijdering van microverontreinigingen op afvalwaterzuiveringsinstallaties in Zwitserland zien dat dit, niet alleen daar, de nieuwe zuiveringstrap wordt.
De vakantiecursus is ook nu weer een overtuigende werkdag gebleken waarop de waterprofessionals van nu en van de toekomst de uitdagingen en kansen voor beter omgaan met water op planeet aarde op de kaart hebben gezet.
Eilard Jacobs blogt op H2O