secundair logo knw 1

Het woningnoodvraagstuk is een uiterst complex samenspel van macro-economische omstandigheden, bevolkingsgroei, woonwensen, subsidiestructuren en ruimtelijke ordening. In dit geheel speelt de watersector een kleine rol, maar ook waterbeheerders en waterbeleidsontwikkelaars kunnen een creatieve bijdrage leveren.

door Ties Rijcken
Ties Rijcken vk 180 Ties RijckenWaterbeheerders bezitten gebieden voor onderhoud of als ruimtelijke reservering. Ze kunnen eens resetten en zich afvragen of het vrijhouden van deze gebieden wel zo noodzakelijk is als zij wellicht al decennia vanzelfsprekend achten.

Laatst nam ik een kijkje langs het Betuwepand van het Amsterdam-Rijnkanaal. Langs de zuidoever, een strook van 60 meter breed, gebeurt nu niks. Er zijn met een minimale inspanning schitterende kavels in particulier opdrachtgeverschap te realiseren (met uitzicht op de Utrechtse Heuvelrug, echt waar!). 1000 woningen leveren hier de overheid minstens 150 miljoen euro op (en een primeur als het langste nieuwe dorp van Nederland). “Maar die strook is nodig voor het beheer!” Daar is toch wel wat op te verzinnen?

Een stapje groter in potentieel volume betreft gebieden die waterbeheerders niet bezitten maar waar ze een dominante beheersrol hebben. Het Wereld Natuur Fonds maakt woningbouw integraal onderdeel van de financieringsstructuur van hun plan Levende Rivieren: uiterwaarden herontwikkelen in combinaties van delfstofwinning, nevengeulen, natuur én nieuwe woningen. Complexe gebiedsontwikkeling dus, noeste arbeid.

Waterbeheerders moeten hun rollen als initiatiefnemer, aanmoediger of facilitator heroverwegen

De waterbeheerder (Rijkswaterstaat) kan lokale partijen activeren en aanmoedigen om dit aan te gaan. Met deze twee benaderingen zouden we al 10 procent van de gewenste miljoen nieuwe wo-ningen kunnen halen. De bulk van de opgave ligt natuurlijk in het binnendijks gebied. Ook hier kan de waterbeheerder zijn verantwoordelijkheden eens heroverwegen in het licht van de woningnood.

Een ontwikkeling van de laatste jaren is dat de watersector een grotere rol naar zich toe trekt in de ruimtelijke ordening: de watertoets als juridisch instrument, klimaatadaptatie gesubsidieerd vanuit het Deltafonds en Meerlaagsveiligheid als veiligheidsbenadering. Het is de bedoeling dat dit bouwwerken en een leef-omgeving oplevert van een hogere kwaliteit. Maar leidt het ook tot een groter bouwvolume? Dat kan toch niet, want extra eisen vertragen het proces.

Mijn derde idee is daarom dat de waterbeheerders zich (waar dat kan) bij woningbouwprojecten juist terugtrekken: maak het de woningbouwers zo makkelijk mogelijk. Vooral de tweede laag van Meerlaagsveiligheid levert veel gedoe en weinig meerwaarde (ga er maar eens aan rekenen).

Bij deze 3 benaderingen is de waterbeheerder respectievelijk eigenaar en initiatiefnemer, primaire beheerder en aanmoediger, en secundaire beheerder en facilitator. Het lijkt mij een goede zaak als de waterschappen en Rijkswaterstaat een scan doen in hun beheersgebieden naar deze rollen en naar hun potentiële bijdrage aan de woningnood, die miljoenen mensen treft.

Ties Rijcken is innovator en publicist 
Deze column verscheen in de april-uitgave van H2O

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Duidelijk verhaal Marjolijn
Ik heb het gehele artikel slechts diagonaal gelezen maar wat ik al vast mis is dat het nog steeds geen beleid is om de bedrijven te (gaan) verbieden om ons nog een klein beetje goede gronddrinkwater te ge- of beter misbruiken voor proceskoeling. Hoogstens nog toe te staan in een gesloten circuit waardoor slechts incidenteel moet worden aangevuld en mits de warmte wordt hergebruikt, b.v. voor eigen of wijkverwarming. Zo kun je twee vliegen in een klap slaan (sorry voor de PvdD). En ja, dan moet er ook weer gecontroleerd en gehandhaafd gaan worden. Daar zal de politiek dan weer niet zo blij van worden. 
Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie