De commissie Snel onderzoekt de aanpassing van het belastingstelsel. De twee grootste pijnpunten vallen echter buiten de opdracht en worden doorgeschoven naar de toekomst, betogen Hans Middendorp en Ron van Megen. Ten onrechte, stellen ze. 'De Unie van Waterschappen moet de opdracht verbreden'.
door Ron van Megen en Hans Middendorp
Sinds begin 2020 is de Stuurgroep Belastingaanpassing van de Unie van Waterschappen aan de slag. Voorzitter van de stuurgroep is Menno Snel, ex-staatssecretaris van Financiën. Echter, de 2 grootste pijnpunten van burgers vallen buiten de opdracht aan de commissie-Snel. Het gaat om: 1. differentiatie WOZ-tarief tussen (huur)woningen en bedrijven; en 2. zuiveringsheffing op basis van het aantal personen per huishouden.
zo beperkt gehouden dat de pijnpunten van de burgers buiten beeld blijven. De Unie was – en is nog steeds – bezorgd dat de commissie-Snel er bij een bredere opdracht, inclusief de twee pijnpunten van de burgers, gewoon niet uit komt. Dat gebeurde eind 2018 ook al bij de vorige commissie Belastingaanpassing. Maar nu is de opdracht aan de commissie-Snel
Nieuwe berekening van oude tarieven
De commissie-Snel mag van de Unie alleen kijken naar het effect van de waterschapsbelasting voor wegen op de tarieven van de boeren. En in de verbeteringsvoorstellen mogen de nieuwe tarieven voor boeren en bedrijven niet afwijken van de oude. Terwijl de inwoners van Nederland 80 procent van de watersysteemheffing betalen – en boeren en bedrijven elk maar 10 procent. En elk jaar betalen de burgers weer een iets groter deel van de waterschapslasten dan het jaar daarvoor. Daarom wordt het tijd dat de pijnpunten van de burgers ook worden opgelost!
Ten eerste moet er in de waterschapsbelasting tariefdifferentiatie komen tussen woningen en bedrijven. Alle woningen samen dragen landelijk ruim 38 procent bij aan de watersysteemheffing. Dat is dus bijna 2x meer dan boeren en bedrijven samen. En dat komt doordat huiseigenaren en verhuurders door de waterschappen voor hetzelfde WOZ-tarief worden aangeslagen als bedrijven en kantoren.
Bij gemeenten bestaat die tariefdifferentiatie op de WOZ wel en daar is het tarief op woningen meestal zo’n 25 procent van het tarief op bedrijven. Snelle conclusie: bij de waterschappen betalen woningen dus te veel. Ook de Vereniging Eigen Huis steunt dit standpunt.
Twee betalen voor drie
Ten tweede ergeren tweepersoons-huishoudens zich al jaren aan het feit dat ze voor drie personen worden aangeslagen voor hun ‘pies-en-poep’. Terwijl het vanuit de Basisregistratie Personen eenvoudig mogelijk is om de zuiveringsheffing om te slaan over 1, 2, 3, of 4+ personen per huishouden. Dat kan budgetneutraal, zonder dat er aan de totale belastingopbrengst iets verandert.
De Unie van Waterschappen heeft intussen voorgesteld om de discussie over deze twee pijnpunten van de burgers uit te stellen tot nadat het beperkte voorstel voor de nieuwe waterschapsbelasting door de Tweede en Eerste Kamer is behandeld. Maar dan is het misschien al 2025 of nog later? En daarna willen alle betrokkenen zeker voor een jaar of tien rust aan het wetswijzigingsfront.
De Algemene Waterschapspartij wil zolang niet wachten. Wij willen juist dat de Unie de opdracht aan de commissie-Snel verbreedt en deze twee pijnpunten meeneemt in haar advies. Er is ook al heel veel voorwerk verricht in de afgelopen paar jaar, dus zo moeilijk hoeft dat niet te zijn? Laten we eens zien of de stuurgroep onder leiding van Menno Snel wel goede oplossingen weet te vinden.
Ron van Megen en Hans Middendorp zijn respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de Algemene Waterschapspartij