secundair logo knw 1

Voor rivierwater dat tijdelijk niet op zee geloosd kan worden, is de huidige noodberging verre van ideaal. De tijd begint te dringen om tot gerichte toekomstplannen te komen. Oppervlakvergroting van noodberging geeft daarbij een sterke toename van de rivierwaterveiligheid, stellen Dick Butijn en Wil Borm.

 

door Dick Butijn en Wil Borm

Dick Butijn vk 180 Dick ButijnMet de naderende hoge rivieraanvoeren nam Rijkswaterstaat vorige week maatregelen voor een versnelde afvoer naar zee. Stuwen werden geopend, evenals de Haringvlietsluizen. Sommige keringen waren juist gesloten om gebieden te beschermen tegen hoogwater. Naast de hoge waterstand, waardoor rivieren buiten hun oevers kunnen treden, kwam er ook sneeuw, ijzel en een stevige Wil Borm 180 vk Wil Bormoostenwind. Gelukkig is er bij ijskoude wind geen storm in de maak en kon het teveel aan water nog gewoon in zee geloosd worden.

Maar wat als er een storm was geweest, vanuit het noordwesten waardoor de stormvloedkeringen gesloten hadden moeten worden, dan stonden we er anders voor. 

Verre van ideaal
Voor rivierwater dat tijdelijk niet op zee geloosd kan worden, is de huidige noodberging verre van ideaal. Met de doorstromingsprojecten van Ruimte voor de Rivier is als het ware de kraan al open gezet voordat het bad is geplaatst. Door toename van weersextremen en van grillig riviergedrag, behoren de Grevelingen en de Oosterschelde dan ook spoedig te worden toegevoegd aan de bergingscapaciteit.

De komende zeespiegelstijging zal daarna alsnog om meer ingrijpende maatregelen vragen. 

De noodberging bestaat nu uit Biesbosch, Hollandsch Diep en Haringvliet. Wanneer we uitgaan van de toegestane peilstijging van 2,5 meter en de momenteel maximaal te verwachten Rijnaanvoer van 13.000 m3/s, een Maasaanvoer van 3.700 m3/s, is berekend dat de huidige noodberging daarbij slechts gedurende 8 uur in berging kan voorzien. Wanneer de noodberging wordt uitgebreid met het Volkerak/Zoommeer, Grevelingen, Oosterschelde en Veerse Meer, dan kan gedurende 31 uur het rivierwater worden opgeslagen. Een storm houdt vaak meer dan 8 uur aan en duurt zelden langer dan 31 uur.

Gelukkig hebben we afgelopen week niet te maken gehad met zo’n extreme afvoer, maar het zou kunnen, ook in combinatie met een noordwesterstorm.

Op basis van het Deltares rapport uit 2018 moet rekening worden gehouden met een zeespiegelstijging van 2-3 meter (worst case scenario) aan het eind van deze eeuw. Rivierafvoeren die steeds extremer worden kunnen dan minder of zelfs helemaal niet geloosd worden. Door de huidige noodberging aan te vullen met de voormalige zeegaten vermindert de stijgsnelheid bij berging aanzienlijk en dit geeft de minste waterstandverhoging benedenstrooms. De tijd begint te dringen om tot gerichte toekomstplannen te komen. Oppervlakvergroting van noodberging geeft daarbij een sterke toename van de rivierwaterveiligheid.

Maatregelen in het hele stroomgebied
Om ongecontroleerde rivieroverstroming te voorkomen moeten we de rivier de ruimte geven die hij nodig heeft. Benedenstrooms uitbreiden van de tijdelijk berging in meren (de oude zeegaten) en in bekkens op zee en in een later stadium pompen aanbrengen om het water in zee te krijgen. Midden- en bovenstrooms (tot ver in Duitsland) zoveel alsnog kan en zoeken naar de schaarse ruimte die langs de rivieren nog aanwezig is om water te bergen. Daarnaast waar mogelijk water langer ter plekke vasthouden, zoals in stuwmeren, voor een gespreide lozing in de rivier. Dat laatste geeft andersom in tijden van waterschaarste een zekere bovenvoorraad.

Maar welk deel eerst aanpakken, boven-, midden- of benedenstrooms? Het antwoord is overal tegelijk en geleidelijk meegroeien met de veranderende omstandigheden. Voor Nederland betekent het nu vooral meer berging in de Zuidwestelijke Delta. 

Dick Butijn, De Haakse Zeedijk
Wil Borm, Adviesgroep Borm & Huijgens

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland